Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Persbericht KS 01/09


1 oktober 2001


Experiment seismisch profiel in diepe ondergrond Zuid-Nederland

Onderzoek diepe ondergrond moet aardbevingen helpen verklaren

(aardbevingspagina KNMI) Van 8 tot en met 20 oktober gaan de TU Delft, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht in het zuiden van het land een experiment doen om te onderzoeken of en hoe de diepere ondergrond van Nederland (tot zo'n 25 à 30 km) in kaart gebracht kan worden met geluidsgolven. Het is voor het eerst dat de Nederlandse bodem zo tot op een dergelijke grote diepte wordt onderzocht.

Onderzoek naar de diepere bodem is belangrijk om het ontstaan van aardbevingen in Nederland beter te kunnen begrijpen. Tot nu toe is weinig bekend van de Nederlandse ondergrond op dieptes groter dan 5 km.Voor Zuid-Limburg zijn zelfs vanaf 1 km diepte weinig gegevens beschikbaar. De aardbevingen van 1992 bij Roermond vonden bijvoorbeeld plaats op meer dan 15 km onder de grond. Het KNMI voert op dit moment een onderzoek uit naar details van de 'zwerm' aardbevingen bij Voerendaal, waar meer dan 150 aardbevingen hebben plaats gevonden sinds 20 december 2000. Gegevens van de samenstelling van de aardkorst op grote diepte kunnen sterk bijdragen aan dit onderzoek.

De studie beperkt zich tot de aardkorst, die zo'n 25 tot 30 km dik is, omdat daar de structurele kenmerken zoals de breuken van de aardbevingen liggen. De beste manier om de structuren op dergelijke dieptes in kaart te brengen is met behulp van geluidsgolven, de zogenaamde seismiek. Een sterke geluidsbron, bestaande uit springstoffen aangebracht op enkele tientallen meters diepte, genereert geluidsgolven. De geluidsgolven planten zich door de aarde voort naar beneden en worden weerkaatst door discontinuïteiten zoals de Mohorovic discontinuïteit, de scheiding tussen de aardkorst en de mantel. Vervolgens komen de geluidsgolven terug naar het aardoppervlak, waar ze geregistreerd worden met trillingssensoren, ook wel geofoons genaamd. Uit de weerkaatste geluidsgolven kunnen eigenschappen van de aardkorst afgeleid worden.

In het experiment in oktober worden verschillende instrumenten in verschillende configuraties uitgeprobeerd om te zien welke geschikt zijn voor dit type metingen, specifiek in een dichtbevolkt gebied als Nederland. Een ander specifiek aspect van dit experiment is dat de afstanden waarover metingen worden gedaan, zeer groot zijn, wel tot zo'n 100 km. Dit maakt de logistiek en de opstelling van de sensoren anders dan voor relatief ondiepe (minder dan 5 km) experimenten

Dit experiment is uniek, omdat het nog nooit zo uitvoerig is uitgevoerd in Nederland, wel in de ons omliggende landen zoals Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Vanwege de grootte van het experiment zijn verschillende groepen, instellingen en bedrijven betrokken bij het werk. De verantwoordelijkheid van de uitvoering ligt bij de TU Delft, Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Utrecht, gecombineerd in de onderzoeksschool Integrated Solid Earth Sciences (ISES), waarin de meest prominente aardwetenschappers uit Nederland vertegenwoordigd zijn. Daarnaast verlenen instellingen zoals het KNMI, TNO en buitenlandse instellingen hun medewerking.
---

Voor nog meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206 317.

Laatste wijziging: 4 oktober 2001

Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI