8 oktober 2001, 14:30 uur
Promotie: Translational control of Connexin 30 and 41 mRNAs in Xenopus
laevis embryos.
Mw.ir. H.A. Meijer, Biologie 14:30 uur
Promotor: prof.dr. H.O. Voorma, copromotor: dr. A.A.M. Thomas
In de celkern worden van de genen die op dat moment nodig zijn kopieën gemaakt: de messenger RNA (mRNA) moleculen. Deze worden naar het cytoplasma getransporteerd waar ze gebruikt kunnen worden voor de synthese van eiwitten. Dit wordt translatie genoemd. Een deel van het mRNA, het open leesraam, bevat de informatie voor de synthese van een eiwit. Het open leesraam wordt geflankeerd door twee stukken van het mRNA die niet coderen voor eiwit, de 5' en 3' niet vertaalde regio's (UTRs). Hedda Meijer heeft in haar onderzoek de translatieregulatie onderzocht van twee connexines (eiwitten die belangrijk zijn voor cel-cel communicatie) in embryo's van de Afrikaanse Klauwpad. De 5' en 3'UTR van Connexine 30 maakten beide een efficiënte translatie mogelijk in alle cellen van het embryo. De 5'UTR van Connexine 41 daarentegen bleek verantwoordelijk voor een zeer inefficiënte translatie. Verschillende elementen die hier verantwoordelijk zijn werden geïdentificeerd. Blijkbaar is het belangrijk voor jonge Klauwpadembryo's dat er geen Connexine 41 eiwit wordt gesynthetiseerd.
Gewijzigd:Friday, September 28, 2001
Johan Vlasblom