Amsterdam.nl
|
Gemeentebestuur
|
College
|
Burgemeester
Job Cohen
|
Toespraak bij de herdenking van de Bijlmerramp, op donderdag 4 oktober
2001
Toespraak bij de herdenking van de Bijlmerramp, op donderdag 4 oktober
2001
door burgemeester Job Cohen
Dames en heren,
De ouderen onder ons weten waar zij zich bevonden toen in 1963 Kennedy
werd vermoord.
Een datum die zich in het Nederlandse collectieve geheugen heeft
vastgezet, is 4 oktober 1992. Op die dag om vijf over halfzeven boorde
zich een gevaarte van 360.000 kilo in de flats Groeneveen en
Kruitberg. Iedereen hier aanwezig, herinnert zich wat hij of zij toen
deed.
Velen zullen op dinsdagmiddag 11 september - ruim drie weken geleden -
hebben teruggedacht aan negen jaar geleden. Beide rampen zijn niet te
vergelijken, nu de eerste per ongeluk gebeurde en de tweede
moedwillige daden waren. Maar de overeenkomst dringt zicht op.
De tijd heelt niet alle wonden. De tijd heeft wel geleerd dat de
inwoners in Zuidoost, na een periode van verslagenheid, de draad van
het leven weer hebben opgepakt. U hebt er de schouders onder gezet om
de klap te boven te komen. Daar kan herdenken bij helpen. Jaarlijks
komen velen bijeen, om vereend de vliegramp te herdenken en in stilte
de gang te maken naar 'de boom de alles zag'.
De gebeurtenissen in de Verenigde Staten haalt bij sommigen oude
wonden open. Het is dan goed dat wij hier vandaag bij elkaar komen om
aan onze gevoelens uiting te geven; hardop en in stilte.
^
-
© gemeente Amsterdam - 8-10-2001