Raad werkgelegenheid en sociaal beleid
Raad werkgelegenheid en sociaal beleid
Hieronder vindt u een document over een onderwerp dat besproken
werd tijdens de Raad werkgelegenheid en sociaal beleid die op 8
oktober 2001 plaatsvond.
DE EUROPESE VENNOOTSCHAP ... EINDELIJK !
De Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van de Europese Unie heeft unaniem het
reglement over het statuut van de Europese Vennootschap (Societas Europeae) en de
richtlijn over de betrokkenheid van de werknemers goedgekeurd. Het Belgische
Voorzitterschap van de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Vice-Eerste Minister,
Minister van Werkgelegenheid en Gelijke-Kansenbeleid, Mevrouw Laurette ONKELINX, net
als de Europese Commissie, vertegenwoordigd door Mevrouw Anna DIAMANTOPOULOU,
Commissaris belast met Werkgelegenheid, verheugen zich over deze goedkeuring waarop
reeds meer dan dertig jaar wordt gewacht.
De eerste concrete werkzaamheden rond het opzetten van een statuut voor de Europese
transnationale vennootschappen werden inderdaad begonnen in 1969. Om verschillende
redenen - ondermeer de bepalingen over de participatie van de werknemers - was er lange
tijd geen enkele vooruitgang.
Niettegenstaande talrijke pogingen heeft men moeten wachten op de Europese Raad van
Nice in december 2000 om een compromis te vinden dat voor alle partijen aanvaardbaar
was. De Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van de Europese Unie van 20 december
2000 werkte de teksten af die voor advies naar het Europese Parlement werden gestuurd.
Vandaag zijn alle stadia van het beslissingsproces doorlopen om uiteindelijk te komen tot de
goedkeuring - onder Belgisch Voorzitterschap - van zowel het reglement als van de Richtlijn
over de betrokkenheid van de werknemers.
Deze gelijktijdige goedkeuring zou niet hebben kunnen plaatsvinden zonder de blijk van
sympathie vanwege de huidige Voorzitter van de Raad Interne Markt van de Europese Unie,
de Heer Charles PICQUÉ, zonder wie het reglement en de Richtlijn in verschillende
assemblees goedgekeurd zouden geworden zijn. De wens dat het reglement over het statuut
van de toekomstige Europese Vennootschap goedgekeurd werd samen met de Richtlijn over
de betrokkenheid van de werknemers bij die vennootschappen is eveneens het bewijs dat
het Belgische Voorzitterschap zijn sociale aanspraken wil bevestigen. Het ene kan niet
zonder het andere!
De goedkeuring van het reglement over het statuut van de Europese Vennootschap zal
belangrijke voordelen met zich brengen voor bedrijven met activiteiten in ten minste twee
Staten van de Europese Unie, waaronder :
- Vennootschappen die gevestigd zijn in meer dan één Lidstaat van de Europese Unie
zullen zich kunnen omvormen tot een enkele vennootschap met, voor het gehele
Europese territorium, eenzelfde juridisch statuut en zullen in de hele EU kunnen werken
op grond van een uniek geheel van regels en van een eengemaakt systeem van beheer
en van publicatie van de financiële informatie. Ze zullen dus geen ingewikkeld netwerk
van filialen meer moeten opzetten die onderworpen zijn verschillende nationale
wetgevingen waarvan het administratieve beheer even log als duur uitvalt.
- Zij zullen eveneens ondermeer een aanzienlijke vermindering van de administratieve en
juridische lasten genieten.
- Het zal voor een Europese Vennootschap ook niet meer nodig zijn - zoals dat vandaag
wél het geval is - om het bedrijf in een Lidstaat te ontbinden om er een nieuw op te
richten in een andere Lidstaat wanneer het zijn statutaire zetel wil overbrengen van de
oorspronkelijke Lidstaat naar de andere.
Toch betreuren we het ontbreken van een enig fiscaal regime waaraan dit type
vennootschap zou kunnen onderworpen worden..De Europese Instellingen hebben aan deze reglementen over het statuut van de Europese
Vennootschap een Richtlijn willen toevoegen over de betrokkenheid van de werknemers bij
de Europese Vennootschap. Krachtens deze Richtlijn zal de oprichting van een Europese
Vennootschap een onderhandeling veronderstellen tussen de werkgevers en de
vertegenwoordigers van alle werknemers van de deelnemende bedrijven. Mocht een
akkoord onmogelijk blijken, dan is een geheel van standaardprincipes of
"referentiebepalingen", die zich in bijlage bij de Richtlijn bevinden, van toepassing.
Deze bepalingen zullen de leiding van de Europese Vennootschap verplichten periodieke
verslagen op te stellen die als basis zullen dienen voor een regelmatige informatie en
consultatie van het orgaan dat de loontrekkenden van de deelnemende maatschappijen
vertegenwoordigt. Deze verslagen zullen het gedetailleerde exploitatieplan en de huidige en
toekomstige productie- en verkoopcijfers moeten bevatten, met de weerslag daarvan op het
personeel, de wijzigingen op het niveau van de directie, de beoogde fusies en overdrachten
van activa en de sluitingen en de potentiële afdankingen.
Het reglement en de Richtlijn omvatten een geheel van maatregelen die hier niet worden
opgenomen, maar die geraadpleegd kunnen worden op volgende sites :
http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/fr/company/company/news/ecompanyfaq.ht
m of
http://www.europarl.eu.int/factsheets/3_4_2_fr.htm ...
Het Belgische Voorzitterschap van de Europese Unie en de Commissie verheugen zich over
de goedkeuring van dit reglement en van deze Richtlijn. Beide teksten zullen de ontwikkeling
van de economische activiteiten over de grenzen van de EU-Lidstaten heen
vergemakkelijken en tegelijk op een doeltreffende manier de werknemers bij hun
maatschappijen betrekken.
Het Belgische Voorzitterschap stelt vast dat een minimaal juridisch kader voor informatie en
consultatie van de werknemers kon worden vastgelegd voor de toekomstige Europese
Vennootschappen. In de komende maanden zal het zich ervoor inzetten de EU te voorzien
van een gelijkaardig juridisch kader voor àlle ondernemingen en instellingen die aanwezig
zijn in de 15 Lidstaten.
Rest nu de hoop dat het huidige werk rond de Europese coöperatieve verzekeringen, de
Europese verenigingen en de Europese coöperatieven snel een even gelukkige ontknoping
kennen als de uiteindelijke Europese vennootschap.