Gemeente Deventer

Sluitende begroting, ook in onzeker begrotingsjaar

Het college van burgemeester en wethouders kan de gemeenteraad ook voor 2002 weer een sluitende (meerjaren)begroting aanbieden. Op 2 oktober heeft het college de begroting 2002 en de meerjarenbegroting tot 2006 vastgesteld. In oktober buigen de raadscommissies zich over de begrotingsstukken en op 12 en 13 november behandelt de raad de begroting.

De laatste jaren ging het goed met Nederland en ook met Deventer. De economische groei zorgde voor relatief toenemende welvaart en welzijn. Echter, de wereldwijde ontwikkelingen en de onzekerheid over de raadsverkiezingsdatum 2002 in Deventer maken dat het college met de nodige behoedzaamheid naar het volgende begrotingsjaar heeft gekeken.

De raad staat dus een bijzonder begrotingsjaar 2002 te wachten. Afhankelijk van het kamerbesluit over uitstel van verkiezingen kon dit wel eens de laatste begroting zijn die de Deventer gemeenteraad in deze samenstelling vaststelt. Zeker is dat het college de raad een sluitende begroting aanbiedt, ook in meerjarenperspectief en voor het eerst met eurobedragen vermeld. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2001-2005 in mei hebben raad en college al in hoofdlijnen het begrotingsperspectief voor 2002 vastgesteld. De uitwerking van de toen genomen besluiten zijn terug te vinden in de Nota van Aanbieding bij de begroting en de overige begrotingsstukken. Het is in de opvatting van het college een perspectiefvolle invulling van de eerste jaarschijf van die Voorjaarsnota.

Nieuw beleid

Er zijn ook enkele voorstellen voor nieuw beleid. Het zijn voorstellen die voortvloeien uit of toegezegd zijn bij de behandeling van de Voorjaarsnota, en enkele veelal meer technisch getinte onderwerpen waarvan behandeling nu noodzakelijk is. Zo krijgen Deventer Schoon, het Milieucentrum en het Burgerweeshuis extra budget dan wel extra subsidie.

Belastingen en tarieven

Ook bij de jaarlijkse tariefvoorstellen bij de begroting 2002 speelde de invoering van de euro. Beleidsuitgangspunt daarbij was het reeds in 1999 door de raad onderschreven principe, dat bij het omzetten van prijzen en tarieven een technische omzetting moet worden gehanteerd. Noodzakelijke/wenselijke afrondingen daarbij moeten ten gunste van de burger komen. De nu voorliggende tarieven voldoen over het algemeen aan dit beleidsuitgangspunt. Waar nodig heeft een trendmatige aanpassing van de tarieven plaatsgehad. Omdat de aanpassingen over het algemeen onder de algemene loon- en prijsstijging liggen, zijn de lasten voor de burger verhoudingsgewijs lichter geworden.