European Commission

IP/01/1384

Brussel, 9 oktober 2001

EURO-83: Uit het verslag van de Commissie over de voorbereiding van de overgang naar de euro blijkt dat het glas slechts halfvol is en wordt gevraagd om snelle toepassing van 40 goede praktijken

In een verslag aan de Europese Raad van Gent behandelt de Commissie hetgeen kan worden gedaan in de komende 83 dagen. Niet minder dan 40 goede praktijken die in eurozone zijn opgetekend, worden aan de regeringen, de banken en de detailhandelaren voorgesteld om de achterstand in te halen en een probleemloze overgang mogelijk te maken. Over het algemeen zijn belangrijke vorderingen gemaakt sedert het laatste verslag van de Commissie (april 2001). De situatie is echter niet overal dezelfde. De stand van voorbereiding verschilt sterk volgens de economische actoren. De centrale overheden hebben hun voorbereidingen vrijwel voltooid, maar de lagere overheden schijnen minder snel te werk te gaan. De voorbereiding van het MKB verloopt eveneens vrij traag en een groot aantal kleine en middelgrote bedrijven is zich niet voldoende bewust van de termijnen en de kosten. De voorlichting van de burger is aanzienlijk verbeterd, maar blijft over het algemeen nog onvoldoende. Volgens Pedro Solbes, Commissielid voor economische en monetaire zaken, "blijkt uit dit verslag dat er belangrijke vorderingen zijn gemaakt. Wij weten thans dat de overgang snel zal verlopen. Maar de nasleep van de terroristische aanslagen in de VS heeft een gedeelte van de aandacht van de verschillende betrokken actoren afgeleid van de overgang naar de euro. De euro is er echter en is een concrete bijdrage van de Europese Unie aan vrede en stabiliteit in de wereld. Wij moeten er allen aan meewerken dat de overgang zo soepel mogelijk verloopt.»

In de mededeling van de Commissie wordt een volledige balans opgemaakt van de voorbereidingen. De schijnwerper wordt gericht op zes grote terreinen (kanalen voor het in omloop brengen van de biljetten en muntstukken, urgentieplannen, enz.) en 40 goede praktijken worden opgesomd die als zeer belangrijk of nuttig worden beschouwd en waarvan de veralgemening sterk kan bijdragen tot een soepele overgang naar de nieuwe munt. Het document is bestemd voor de Europese Raad te Gent van 19 oktober.

Alle communicatie-inspanningen zullen in de komende maanden worden opgevoerd. Het Eurosysteem heeft een brede multimediacampagne opgezet met een budget van 80 miljoen EUR. De voorlichtingscampagnes van de lidstaten en de Commissie worden geïntensiveerd en zullen in december een hoogtepunt bereiken met een communautaire bijdrage van 28 miljoen EUR.

Om snel verbetering in de situatie te brengen acht het de Commissie het nodig:

* de voorlichtingsacties van de overheid en de beroepsorganisaties ten behoeve van het MKB te intensiveren. Bijzondere aandacht moet gaan naar de handel, die bewust moet worden gemaakt van de praktische en logistieke problemen (kassabeheer, teruggeven van wisselgeld, wachtrijen, hanteren van biljetten en muntstukken ) die de invoering van de euro meebrengt;

* de communicatie naar de burger op te voeren - met name voor personen die moeilijk toegang hebben tot informatie - en het beleid van vervroegde overschakeling naar de euro te veralgemenen (bankrekeningen, girale betaalmiddelen, prijzen, lonen ...), teneinde de burger geleidelijk in een euroklimaat te brengen en hem te helpen een nieuwe waardeschaal aan te leggen.

De productie van de euro verloopt volgens plan. Eind augustus waren meer dan 11 miljard biljetten gedrukt en 46,8 miljard muntstukken (eind september) geslagen. Dit is voldoende voor de beginperiode.

Wat de maatregelen voor de invoering van de biljetten en muntstukken betreft is de regeling voor de bevoorrading vooraf in de eurozone en daarbuiten thans afgerond. De operaties zijn al begonnen in sommige landen van de eurozone en verlopen naar behoren. Onzekerheid blijft echter heersen over de deelname van de handelaren aan de onderbevoorrading vooraf, waarvan het kader over het algemeen maar middelmatig aantrekkelijk is. De aanpassing van de geldautomaten zal in de meeste deelnemende landen een snelle overgang in de hand werken. Commissielid Solbes verklaart dat hij tevreden is over de aanzienlijke vorderingen die de meeste banken hebben gemaakt. Hij richt echter een oproep tot de banken die een achterstand hebben om hun plannen opnieuw te bekijken en de aanpassing van de geldautomaten te bespoedigen, teneinde praktische moeilijkheden bij de handel te voorkomen als het gaat om het teruggeven van wisselgeld. Uit simulaties blijkt dat de meeste burgers al op 5 januari eurobiljetten zullen hebben ontvangen (in sommige landen nog vroeger). Het introductietempo zal dus hoger liggen dan aanvankelijk verwacht. In de verklaring van de Raad van november 1999 was als doel gesteld het gros van de wisselverrichtingen in twee weken af te handelen. De werkelijke termijn zal waarschijnlijk maar de helft daarvan zijn. De euromuntstukken zullen ten vroegste op 14 december beschikbaar zijn en zullen in de eerste dagen van januari snel in omloop worden gebracht.

De Commissie wenst:

* intensivering van de inspanningen om het MKB aan te moedigen aan de onderbevoorrading vooraf deel te nemen, bijvoorbeeld door toekenning van gunstigere debiteringsregels;
* de aanpassing van de geldautomaten te bespoedigen in de landen die een achterstand hebben opgelopen.

Mogelijke risico's betreffen vooral de opslag en het vervoer, tekorten aan biljetten en diverse andere problemen, waaronder communicatie. De opslagcapaciteit is voldoende voor de biljetten, maar de meeste landen treffen buitengewone voorzieningen voor de muntstukken. Voor het vervoer hebben verschillende lidstaten urgentieplannen uitgewerkt. Eventuele tekorten aan biljetten betreffen vooral de kleine coupures, reden waarom momenteel bijkomende hoeveelheden worden gedrukt. Een informatienetwerk over de overgang naar de chartale euro, dat door de Commissie en het secretariaat van het Economisch en Financieel Comité wordt beheerd, zal worden gecreëerd.

Het zal als gemeenschappelijk kader dienen voor de behandeling van alle informatie over de overschakeling tijdens de periode van introductie van de biljetten en muntstukken en zal de stand van zaken opmaken over het algemene verloop van de operatie. Voorts wordt het volgen van de prijzen van bijzonder groot belang geacht. Het publiek vreest steeds meer voor misbruiken bij de omrekening van de prijzen en in verschillende landen zijn al klachten geregistreerd, zowel over de openbare als over de particuliere sector. De lidstaten hebben zich verbonden tot neutraliteit van de omrekening van de tarieven van de overheidsdiensten of tot omrekening in het voordeel van de burger, maar helaas volgen de lagere overheden deze regels niet altijd.

In april is tussen de vertegenwoordigers van de handelaren en de consumenten een Europees akkoord ondertekend dat prijsstabiliteit garandeert ter gelegenheid van de overgang naar de euro. De lidstaten en de consumentenverenigingen treffen voorzieningen om het prijsverloop te volgen.

Het risico op prijsverhogingen is over het algemeen zeer gering. Om het zoveel mogelijk te beperken, vraagt de Commissie de overheid en de handelaren hun verbintenissen inzake prijsstabiliteit bij de overgang naar de euro te respecteren, terwijl de consumenten waakzaam moeten blijven. De Commissie zal met de ECB en de Raad de ontwikkeling van de prijzen op de voet volgen. Zij doet een beroep op de lidstaten om in 2002 geregeld indicaties daarover te publiceren.

Belangrijke vorderingen zijn gemaakt bij de invoering van een volledige regeling voor de bescherming van de euro tegen namaak. De communautaire instanties zien nauwgezet toe op de tenuitvoerlegging van de desbetreffende besluiten (verordening van de Raad, kaderbesluit, enz.). De lidstaten zullen de tenuitvoerlegging van de communautaire voorschriften inzake de bestrijding van valsemunterij moeten bespoedigen.

Ten slotte worden in het verslag veertig goede praktijken voorgesteld. Deze acties zijn niet overal en in alle sectoren stelselmatig toe te passen, maar over het algemeen zijn zij van belang voor de meeste deelnemende landen.

Twintig goede praktijken worden van hoog belang geacht voor het goede verloop van de operaties:

* onmiddellijke vaststelling van de prijzen in euro met tegenwaarde in nationale munt;

* vervroegde omschakeling van de bankrekeningen en girale betaalmiddelen;

* vervroegde omschakeling van de nutsbedrijven;
* kosteloze en onbeperkte omwisseling van de nationale munt in euro door de banken voor hun klanten begin 2002, met kennisgeving als het gaat om grote bedragen;

* kosteloze uitwisseling voor niet-klanten, tot een door elke bank te bepalen bedrag, aan de bankloketten begin 2002;
* vrijwel onmiddellijke aanpassing van de geldautomaten;
* geen kosten voor het inleveren van nationale munt door handelaren bij de banken begin 2002;

* uitgestelde debitering (valutadatum) van de vervroegd aan de handelaren geleverde biljetten en munten;

* verspreiding onder kleine handelaren van instrumenten voor het berekenen van het wisselgeld;

* bezoek van specialisten aan de handelaren om de omschakeling op de euro uit te leggen;

* dialoog over de euro tussen de sociale partners binnen het bedrijf;

* praktische opleiding van het kassapersoneel in het werken met eurobiljetten en -muntstukken in 2001;

* opening van alle of een deel van de bankloketten op 1 januari 2002;

* uitbreiding van de openingsuren van de bankloketten begin 2002;
* opname van gebruikelijke bedragen in kleine coupures aan de bankloketten begin 2002;

* teruggaaf van wisselgeld uitsluitend in euro begin 2002;
* naleving door de handelaren van de verbintenis inzake prijsstabiliteit die door hun Europese vertegenwoordigers is aangegaan;

* dubbele prijsaanduiding ten minste tot het einde van de periode van dubbele omloop;

* bijzondere praktische opleidingsacties ten behoeve van personen met een zintuiglijke of mentale handicap;

* en voorlichtingsacties van lagere overheden en verenigingen ten behoeve van kwetsbare groepen (daklozen, alleenwonende ouderen ...).

Twintig andere goede praktijken worden door de Commissie nuttig geacht:

* verspreiding van eenvoudige instrumenten voor het ramen van de behoeften aan liquide middelen;

* gebruik, met instemming van de consument, van pakketten van euromuntstukken voor het teruggeven van wisselgeld de laatste dagen van december;

* verstrekking van pakketten van euromuntstukken door werkgevers aan hun personeel;

* verlaging van de waarde van de coupures van de nationale munt in de geldautomaten de laatste dagen van december;
* organisatie van simulaties van betalingen in euro;
* medewerking van alle plaatselijke actoren aan de voorlichting over de euro;

* uitstel van de koopjesdagen als deze normaal in de eerste week van januari beginnen;

* aanstelling van een of meer personen in grote winkels om te antwoorden op vragen over de euro;

* verspreiding van gestandaardiseerde middelen voor het inleveren van nationale muntstukken;

* opzij leggen van nationale muntstukken en biljetten die aan de kassa's worden aangeboden;

* terbeschikkingstelling van omrekeningsinstrumenten aan de klanten;
* aanstelling van euro-ombudsmannen door de lagere overheden of de kamers van koophandel;

* verspreiding door de lagere overheden of kamers van koophandel van aanplakbiljetten voor de handelaren waarop de eurobiljetten en
-muntstukken (alle verschillende nationale zijden) zijn weergegeven;

* controle op het prijsverloop door de overheid, eventueel in samenspraak met de consumentenorganisaties;
* uitvoering door de centrale of lagere overheden van voorlichtingsacties ten behoeve van migranten met tekst in hun voornaamste talen (Arabisch, Turks, Swahili ...);
* bevoorrading vooraf van de handel met uitsluitend kleine coupures (5 en/of 10 euro);

* plaatsing van omrekenaars in papier (plaatjes ) op winkelwagens in grote verkooppunten;

* verspreiding van speciale omrekeningsinstrumenten onder kwetsbare groepen door overheidsdiensten of verenigingen;
* organisatie van opleidingsacties voor het herkennen van vals geld ten behoeve van de handelaren door de overheid of de kamers van koophandel;

* en vaststelling van maatregelen ter bevordering van betaling in euro in 2001.

De Commissie richt een oproep tot de lidstaten en de beroepsorganisaties om deze goede praktijken zoveel mogelijk toe te passen, teneinde de voorbereiding op de euro en de operaties voor de introductie van de biljetten en muntstukken te vergemakkelijken.