Openbaar Ministerie

Den Haag, 17 oktober 2001

Twee verdachten van bommeldingen aangehouden

In een strafrechtelijk onderzoek naar bommeldingen zijn vorige week in Groningen twee jongens van 15 en 17 jaar aangehouden. Zij hebben bekend twee valse bommeldingen per e-mail te hebben gedaan. Na hun aanhouding verklaarden de verdachten dat de bommeldingen als grapje waren bedoeld. Naar hun zeggen hadden ze niet bij de gevolgen stil gestaan en hebben ze erg veel spijt.

Ze worden strafrechtelijk vervolgd omdat ze dreigden met een misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht. Bommeldingen leiden tot een ontwrichting van het maatschappelijk leven en het verbreiden van gevoelens van onrust en worden daarom zeer serieus genomen. Naar bommeldingen wordt telkens een opsporingsonderzoek ingesteld.

Poederpakketjes

Dat geldt ook voor de afzenders van pakketjes en brieven met poeder, die inspelen op de angst voor besmetting met de miltvuurbacterie. Op tal van plaatsen zijn de afgelopen dagen (overheids-)instellingen ontregeld vanwege verdachte pakketjes met poeder. Het Openbaar Ministerie zal telkens in actie komen als personen misbruik maken van gevoelens van angst en onrust door "miltvuurpost" te versturen. Zij zullen waar mogelijk hiervoor worden vervolgd.

De coördinatie van de aanpak van terrorisme ligt bij de terreurofficier van justitie en in het verlengde daarvan wordt de opsporing van de afzenders van verdachte postpakketjes door het Landelijk Parket en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) gecoördineerd.

Politie, justitie, brandweer en GGD hebben ongekend veel werk aan de meldingen van pakketjes met een verdacht poeder en mogelijke besmettingen met miltvuur. Het risico bestaat dat na een golf van loze alarmeringen een serieuze besmetting met de dodelijke bacterie over het hoofd wordt gezien.