Erasmus Universiteit Rotterdam

17 oktober 2001

Adolescenten zijn goede kandidaten voor plastische chirurgie

Veel pubers en adolescenten zijn ontevreden over hoe ze er uit zien. Sommigen lijden zo erg onder hun afwijkende uiterlijk dat ze er door de plastisch chirurg verandering in willen laten aanbrengen. Maar, gaat hun ontevredenheid niet vanzelf over en worden ze eigenlijk wel 'beter' van een chirurgische ingreep? En, is het wel gerechtvaardigd om aan hun wens tegemoet te komen? Dit zijn de vragen die beantwoord worden in het proefschrift 'Adolescents and plastic surgery: Psychosocial an medical-ethical issues' waarop Mw. Drs. Kuni Simis op woensdag 17 oktober aan de Erasmus Universiteit hoopt te promoveren.

Mw. Simis onderzocht haar vragen bij 184 12-22-jarige plastisch chirurgische patiënten en 684 van hun leeftijdgenoten uit de algemene bevolking. Sommige patiënten ondergingen reconstructieve chirurgie voor vaak ernstige, aangeboren of door ziekte of ongeval verworven afwijkingen, andere kregen een correctieve chirurgische behandeling voor vaak subtielere afwijkingen, zoals zware borsten of flaporen. Onderzocht werd hoe de waarneming van het uiterlijk door de jongeren zelf is en wat het realiteitsgehalte ervan is. Ook ging ze na hoeveel lijden een afwijkend uiterlijk met zich meebrengt en hoe urgent het verzoek van patiënten is om chirurgie te ondergaan. En tenslotte, wat de psychosociale effecten van plastische chirurgie zijn en in hoeverre psychologische kenmerken van patiënten de postoperatieve veranderingen in psychosociaal functioneren beïnvloeden.

De onderzoeksresultaten tonen aan dat pubers en adolescenten goede kandidaten zijn voor plastische chirurgie. Ze hebben een realistisch beeld van de ernst en zichtbaarheid van afwijkingen aan hun uiterlijk, zijn over het geheel genomen psychologisch gezond en rapporteren behoorlijk ernstige uiterlijk-gerelateerde problemen. Adolescenten die plastische chirurgie ondergaan hebben baat bij de operatie. Hun lichaamsontevredenheid heeft met name betrekking op het te opereren lichaamsdeel. Vergelijking van gegevens voor en na de operatie laat zien dat ze na de operatie meer tevreden zijn geworden over het geopereerde lichaamsdeel en veel minder uiterlijk gerelateerde lichamelijke, psychische en sociale problemen rapporteren dan daarvoor. Adolescenten die gewoonlijk nogal passief blijven als zich sociale problemen voordoen, introvert zijn en/of een lage zelfwaardering hebben blijken het meest van de ingreep te profiteren.

Hoewel adolescenten dus goede kandidaten voor plastische chirurgie lijken en in het algemeen, al dan niet geholpen door ouders, goed een autonome keuze kunnen maken, spelen bij de beslissing wel of niet opereren ook praktische en medisch ethische overwegingen een belangrijke rol. Zo mag er geen sprake is van experimenteren met het uiterlijk en moet het individueel psychosociaal functioneren voorrang hebben boven maatschappelijk belang. De invloed van in brede kring geaccepteerde schoonheidsidealen op adolescenten mag niet onderschat worden. Een afwijkend uiterlijk gaat voor jongeren vaak samen met forse psychische en sociale problemen. Een maatschappelijke discussie over tolerantie en intolerantie ten opzichte van het uiterlijk en de rol van de geneeskunde daarin is geen overbodige luxe.

Noot voor de pers
Datum en tijd: woensdag 17 oktober 2001, 11.45 uur Promovendus: Mw. Drs. K.J. Simis, e-mail: kuni@easy.nl Proefschrift: Adolescents and plastic surgery: Psychosocial an medical-ethical issues
Promotores: prof.dr. J.M. Koot en prof.dr. I.D. De Beaufort Plaats: Erasmus Universiteit, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Molewaterplein 50, Rotterdam, Collegezaal 7 Informatie: prof.dr. J.M. Koot, Afd. Kinder- en jeugdpsychiatrie, Sophia Kinderziekenhuis, Postbus 2060, 3000 CB Rotterdam, tel. 010-4636671, e-mail: koot@psys.azr.nl