Partij van de Arbeid

Den Haag, 17 oktober 2001

BIJDRAGE VAN MAX VAN DEN BERG (VOORZITTER VAN DE PvdA-EURODELEGATIE) AAN HET PLENAIR DEBAT OVER DE STAAT VAN DE UNIE (28 005)

De "Staat van de Unie" moet worden beoordeeld in het licht van de "staat van de wereld". De tragische gebeurtenissen van 11 september hebben een nieuw hoofdstuk in de Europese samenwerking ingeluid.

Europa heeft de afgelopen weken aangetoond met één stem te kunnen spreken. Enkele pijnlijke uitglijders van commissaris Bolkestein en premier Berlusconi daargelaten. Uit alles blijkt dat Europese samenwerking op binnen- en buitenlands terrein versneld volwassen wordt. Volwassen omdat met politieke wil een gezamenlijk doel - de bestrijding van het internationaal terrorisme - wordt omgezet in snelle, gezamenlijke Europese actie.

Maar mijn centrale vraag van vandaag is of dit zal beklijven. Wat blijft over van deze eenheid wanneer we weer terugkeren naar onze dagelijkse beslommeringen? Amato en Delors hebben gelijk wanneer zij stellen dat, ondanks wat in Europa is bereikt, er nog teveel zwakke plekken zitten in de huidige Europese aanpak en bestuursarchitectuur. Het is daarom nu tijd voor een nieuw politiek project Europa; dit is een veilig en sociaal Europa. Veilig voor burgers met een Europees antwoord op conflicten, terrorisme en internationale criminaliteit. Sociaal, door een Europees beleid gericht op insluiting ongeacht land of regio, waarbij beleidsconcurrentie tussen lidstaten wordt voorkomen.

Vraag: is de regering bereid dit nieuwe politieke project Europa te steunen en zijn zij het eens met de "wake-up call" van Amato, Delors en anderen?

Dit politieke doel kunnen we alleen bereiken als het bestuurlijk huis van de Unie op orde is. Ik noem: een Europese regering, de gekozen Commissievoorzitter, de senaat, de Europese grondwet.

Ik hoef hier mijn pleidooi voor een nieuw federalisme niet te herhalen. Maar met een te grote focus op technisch marktdenken en Europees monetair beleid blijven veel maatschappelijke vraagstukken onbeantwoord. Teveel nadruk op intergouvernementele besluitvorming leidt tot trage besluitvorming. En zonder een verbouw van het "bestuurshuis" van Europa zal het gehannes met de democratische controle - die nu nog te vaak blijft hangen tussen Tweede Kamer en Europees Parlement - niet worden opgelost.

In Nederland heeft vooral de VVD een gespleten houding naar Europa. Hans Dijkstal en Jan-Kees Wiebenga verwerpen een gekozen Commissievoorzitter of de instelling van een senaat. Visies van mensen als Kohl, Delors, Schröder, toch niet de minsten, worden afgedaan als luchtkastelen en fata morgana's. Een deel van de VVD lijkt nog steeds haar anti-Europese instelling niet te kunnen verlaten; maar, en dáár gaat het mij om, dit gaat wel ten koste van de veiligheid en sociale zekerheid van onze burgers.

Let wel, ook ik ben geen voorstander van het regelen van detailzaken op Europees niveau. Decentralisatie van Europese besluiten is vaak net zo noodzakelijk. Maar ik constateer wel dat effectieve Europese samenwerking nu wordt tegengehouden uit angst soevereiniteit te verliezen.

Vraag: geven de gebeurtenissen van 11 september volgens de regering aanleiding de inzet richting de Top van Laeken en de conventie aan te passen?

Als we een "veilig en sociaal Europa" voor de Europese burgers willen realiseren, is nu op drie terreinen actie nodig. Het Europees binnenlands en justitieel beleid, het Europees buitenlands en defensiebeleid en tot slot het Europees sociaal beleid. Ik zal voor ieder terrein een voorbeeld geven dat illustreert waar het nu wezenlijk aan schort.

Europees binnenlands en justitieel beleid

Het Europees anti-terrorisme actieplan, vastgesteld door de buitengewone Europese Raad van 21 september, is met 46 aangekondigde maatregelen indrukwekkend te noemen. Meer samenwerking op justitieel en politioneel terrein en het afsnijden van de geldbronnen voor het internationale terrorisme zijn onontbeerlijk.

Ook Commissie en Parlement zijn doordrongen van de noodzaak nu snel besluiten te nemen. Het Europees Parlement heeft op dringend verzoek van de Commissie op 4 oktober via een spoedprocedure een positief advies afgegeven over een nieuwe Europese verordening om tegoeden van terroristen en ondernemingen gelieerd aan terroristen te bevriezen. Ik praat nu niet over het witwassen van zwart geld, maar legale fondsen verkregen uit legale handel. Een logisch terrein voor Europese wetgeving. Wie schetst onze verbazing én ontstemming toen de algemene Raad van 8 oktober afwijzend op de voorstellen reageerde? Dit omdat de Commissie een rechtsgrondslag (artikel 308) - met bijbehorende procedure - had gekozen, waarbij de ministers van Buitenlandse Zaken zich gepasseerd voelden. Dit soort politiek getouwtrek over wie nu bevoegd is het initiatief te nemen, is in deze tijd van politieke urgentie onaanvaardbaar. Zag ik ook VVD-minister Korthals aan de rem trekken?

Vraag: is de regering bereid te bevorderen dat de Raad op de kortst mogelijke termijn - net als het Europees parlement, dat nauwelijks 24 uur nodig had - tot een besluit komt over een Europese verordening voor de bevriezing van tegoeden van terroristen en aan terroristen gelieerde ondernemingen?

Vraag: is de regering bereid belastingparadijzen als "the Isle of Man" - onderdeel van het Verenigd Koninkrijk - en Liechtenstein hard aan te pakken als zij weigeren mee te doen in de strijd tegen witwassen en terrorisme?

Europees buitenlands- en veiligheidsbeleid

Europa zelf is het grootste geslaagde vredesproject van de vorige eeuw. 11 september was een waterscheiding die ons dwingt te kiezen voor of tegen de internationale rechtsorde, om van daaruit nieuwe samenwerking te bevorderen.

Uiteindelijk zijn conflictpreventie, armoedebestrijding, de opbouw van sociale samenhang en het delen van welvaart essentieel voor wereldwijde stabiliteit. Europa moet daarom met één stem durven en kunnen spreken, wil het op het international toneel gewicht in de schaal kunnen leggen.

Vraag: hoe ziet de regering de verdere invulling van het Europees Buitenlands- en Veiligheidsbeleid in het licht van de huidige veranderde internationale orde?

Een sociaal Europa

Tijdens een recent bezoek van de PES-fractie aan Hongarije uitten onze Hongaarse collega's daar grote zorgen over de sociale gevolgen van de uitbreiding. Terechte zorgen.

Ze hebben als onderdeel van de toetreding ruim geïnvesteerd in de hervorming van hun sociale structuren. Maar tijdens de overgang naar de markteconomie is in realiteit de sociale kloof tussen werkenden enerzijds en werkelozen en pensioengerechtigden anderzijds tot onacceptabel niveau gestegen.

Bijklussen als bejaarde is daar geen keuze voor zinvolle deelname aan de maatschappij, maar een bittere financiële noodzaak.

De Hongaren hopen na toetreding op een gezamenlijk sociaal beleid. En juist dít kan Europa hen niet bieden. Het Europees sociaal beleid staat tenslotte nog steeds in de kinderschoenen. En dit leidt tot problemen, want het feitelijk niveau voor politieke sturing van het sociaal-economisch beleid is verschoven van de lidstaten naar Europa, maar de instrumenten en procedures liggen nog op nationaal niveau. Daardoor bestaat een vacuüm dat ook niet door de "open coördinatie" kan worden opgevuld.

En hierbij kom ik op een tweede punt. We hebben met de Euro in het verschiet ook een Europese economische regering nodig. De burgers zullen dit afdwingen! Ze willen een harde Euro. En ze accepteren geen terugval in nationale reacties.

Positief is in den ieder geval dat het Belgisch voorzitterschap nu hard trekt aan een Europees beleid gericht op sociale insluiting.

Vraag: wil de regering zich inzetten voor de komst van een Europese economische regering?

Vraag: welke voortgang verwacht de regering van het Belgisch voorzitterschap op het terrein van de "open coördinatie" en welke stappen wenst de regering op sociaal gebied (sociale minimumnormen, grensmobiliteit met behoud van pensioenrechten en sociale zekerheid, belastingcoördinatie en het voorkomen van beleidsconcurrentie en sociale dumping) voor daarna?

Ik zei het reeds aan het begin. Het is nu de hoogste tijd voor het nieuwe politieke project Europa, veilig en sociaal. En ik hoop in de regering en de Tweede kamer steun te vinden.