Trimbos Instituut

Nieuwsflits

Psychische gevolgen aardbeving Turkije 1999
Vanuit het programma Organisatie & Beleid van het Trimbos-instituut is in opdracht van het ministerie van VWS onderzoek gedaan naar de gevolgen van de aardbevingsramp in Noord-West Turkije in 1999. In samenwerking met het Inspraak Orgaan Turken IOT is gekeken is naar de (geestelijke) gezondheid van de Nederlands-Turkse getroffenen en de wijze waarop deze mensen in de reguliere hulpverlening in Nederland, met name de GGZ, werden en worden opgevangen. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in het rapport Geçmis olsun. Moge het nooit meer gebeuren.

Het onderzoek is om meerdere redenen van belang geweest. Het wijst op een categorie mensen die vergeten kan worden in de hulpverlening, namelijk Nederlanders die in het buitenland door een ramp zijn getroffen. Verder is het onderzoek belangrijk omdat het gericht is op allochtonen, een groep die in rampenonderzoek nog zeer weinig bestudeerd is.

Om te bepalen in hoeverre men nog last had van karakteristieke schokverwerkingsreacties is in dit onderzoek gebruik gemaakt van de SVL (Schokverwerkingslijst). Deze lijst is ten behoeve van dit onderzoek door de eerste auteur van het boek (A. Kurt) in het Turks vertaald. Om de algemene gezondheidstoestand van de respondenten te beschrijven is gebruik gemaakt van de Turkse versie van de GHQ-28 (General Health Questionnaire). Inzicht in het hulpzoekgedrag en de tevredenheid met het hulpaanbod is verkregen door middel van het houden van interviews aan de hand van een semi-gestructureerde vragenlijst. Deze interviews werden afgenomen door vrouwelijke Turkse interviewers bij de vrouwelijke respondenten en door mannelijke Turkse interviewers bij de mannelijke respondenten. Juist in onderzoek van mensen met een andere culturele achtergrond speelt de vraag of de zogenoemd westerse methoden wel geschikt zijn. Dit onderzoek laat zien dat de kwantitatieve en kwalitatieve methoden goed samen te gebruiken zijn en dat de gegevens zinvol en bruikbaar zijn.

De auteurs concluderen dat een meerderheid van de overlevenden ruim een jaar na de aardbeving nog psychische klachten heeft, die het gevolg zijn van de ramp. Een minderheid heeft nog zodanig ernstige klachten dat zij daar in hun dagelijkse functioneren last van hebben. Ook werd geconstateerd dat er een relatie is tussen de ernst van de verliezen bij de aardbeving en de ernst van de klachten ruim een jaar later. De hulpverlening in Nederland direct na de ramp door gemeenten, door de ziekenhuizen en vooral door de huisartsen heeft, zo blijkt uit dit onderzoek, goed gewerkt. De psychische klachten waren echter slechts voor een minderheid van de overlevenden aanleiding om GGZ-hulp in te roepen. De meesten hebben morele steun gezocht bij familie en vrienden. De redenen voor het geringe gebruik van GGZ-zorg zijn enerzijds een gebrek aan interculturalisatie van het hulpaanbod en anderzijds individuele- en groepsspecifieke factoren en opvattingen aan de kant van de overlevenden. Een minderheid van de getroffenen zegt nog psychische hulp nodig te hebben, maar ook onder de overlevenden die menen een evenwicht gevonden te hebben, is het aantal klachten hoog en bestaat er een reële kans dat zij daar nog eens last van ondervinden.

Het onderzoek geeft diverse bruikbare aanwijzingen voor de verdere ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg na een ramp. Allereerst dienen getroffenen adequaat voorgelicht te worden over symptomen en verwerkingsstoornissen. Vervolgens is het van groot belang dat intermediairs weten dat er een groep is met een onvoltooid verwerkingsproces en een grote kans op een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Ook de GGZ-instellingen moeten weten dat er een potentiële hulpvraag is van overlevenden van de aardbevingsramp. Als laatste geldt dat dit onderzoek zeer concreet het belang aangeeft van interculturalisatie van de instellingen op het terrein van de volksgezondheid en in het bijzonder de GGZ.

Geçmis olsum. Moge het nooit meer gebeuren. A. Kurt, R. Boomstra, J. Wennink, R. Kleber. Uitgave Trimbos-instituut in samenwerking met Inspraak Orgaan Turken, Utrecht. Trimbos-reeks 2001-5, prijs 30,-. Te bestellen via het Trimbos-instituut tel: (030) 297 11 80 of per fax (030) 297 11 11.


* Adnan Kurt/Rinske Boomstra (030) 297 11 00