Nauwkeurige richtlijn voor diagnose ziekte van Menière
Mensen met de ziekte van Menière hebben last van duizeligheid, oorsuizen en slechthorendheid. "Maar deze klachten komen ook voor bij andere aandoeningen," zegt drs. Nies Mateijsen, "Bij het stellen van de diagnose en het kiezen voor een juiste behandeling is het van belang om alle andere aandoeningen uit te sluiten." Mateijsen stelde daarom een nauwkeurige definitie op van alle symptomen die bij de ziekte van Menière horen. Hij promoveert op 17 oktober 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In Mateijsens zogeheten Definitie Menière Groningen staat dat
iemand de ziekte heeft als er sprake is van een combinatie van:
gehoorverlies in het binnenoor, oorsuizen (nu of in het verleden)
aanvallen van draaiduizeligheid (minimaal twee) én dat andere
aandoeningen met dezelfde symptomen zijn uitgesloten. Om dit
laatste te kunnen doen stelde hij een uitgebreid
onderzoeksprogramma op dat de patiënten in het ziekenhuis moeten
doorlopen: het zogeheten Groningen Diagnostisch Protocol. Met dit
programma werden de verschillende testen op hun diagnostische
waarde getoetst en bleek het mogelijk om meer aan de weet te komen
over de oorzaak en over het eventuele stadium van de ziekte. Op
basis daarvan kon voor een behandeling op maat worden gekozen. In
Nederland lijden ongeveer 15.000 mensen aan de ziekte van Menière.
Mateijsen onderzocht een groep van 128 mensen die zeer
waarschijnlijk aan Menière leden. Met behulp van het Diagnostisch
Protocol kon hij bij 17 van de 128 patiënten vaststellen dat zij
niet de specifieke symptomen van Menière hadden. Bij de
patiëntengroep stelde de promovendus onder meer vast dat een
kortdurende ziekenhuisopname een gunstig effect heeft op de ernst
van de klachten en dat de duur van de ziekte geen relatie heeft met
de ernst van de symptomen. Bij de Menière-patiënten was het gehoor
van de aangedane oren duidelijk slechter dan dat van de niet
aangedane oren. Elektrocochleografie, een speciale hoortest, blijkt
niet de meest geschikte test te zijn om een teveel aan
binnenoorvloeistof aan te kunnen tonen, de zogeheten
endolymfatische hydrops die Menière mogelijk veroorzaakt. Om te
kunnen bepalen welk oor (het meest) ziek is, blijkt een standaard
evenwichtsonderzoek geschikt genoeg. Bij het vaststellen van de
ziekte van Menière is de MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) van
groot belang, omdat hiermee afwijkingen in het oor in beeld kunnen
worden gebracht. Onder stressvolle omstandigheden hebben de
patiënten meer klachten. Maar de promovendus stelde vast dat het
stress hormoon aldosteron niet verhoogd aanwezig was in het lichaam
van de onderzochte patiënten. Op basis van de bovengenoemde
onderzoeksresultaten werd de Definitie Menière Groningen herzien en
ontwikkelde Mateijsen de Definitie Menière Groningen 2001 met en
vernieuwde nauwkeurige omschrijving van de symptomen en met twee
verschillende diagnostische protocollen; één voor klinische
doeleinden, waarmee artsen zonder specifieke testapparatuur de
juiste diagnose kunnen stellen en een protocol dat voor
wetenschappelijk onderzoek is bedoeld. De metingen en testen uit
dit protocol zijn gericht op onderzoek naar het ontstaan en de
classificatie van de ziekte. /ImK
Nies Mateijsen (Tilburg, 1964) studeerde geneeskunde in Nijmegen.
Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Keel-, Neus-
en Oorheelkunde van het Academisch Ziekenhuis Groningen, waar hij
als KNO-arts werkzaam is. Het onderzoek is mede gefinancierd door
het Heinsius Houbolt Fonds.