Goede balans tussen werkinhoud en werknemer leidt tot welzijn in het werk
Welzijnsrisico-inventarisaties moeten gericht zijn op de inhoud van
het werk en op de afstemming tussen die werkinhoud en de werknemer.
Een beoordeling van het werk alleen volstaat niet om de oorzaken
van werkdruk, stress en burn-out boven tafel te krijgen. Ook de
manier waarop aan de behoeften van werknemers tegemoet wordt
gekomen is een belangrijke factor bij welzijn in het werk. Dit
concludeert bedrijfskundige Roel Schouteten in zijn proefschrift.
Hij promoveert op 18 oktober 2001 aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
Veiligheid, gezondheid en welzijn zijn ook in de onlangs gewijzigde
Arbowet de belangrijkste elementen voor het
arbeidomstandighedenbeleid van organisaties. Om de wettelijk
bepaalde risico-inventarisaties uit te voeren en plannen voor
verbeteringen van de arbeidsomstandigheden op te stellen moet je
precies weten wat dat welzijn in het werk eigenlijk inhoudt en hoe
je het kunt meten. Roel Schouteten maakte aan de hand van de
verschillende theorieën op dit gebied een model en toetste dit bij
twee fietsenfabrieken en twee thuiszorginstellingen. Voor het
verbeteren van het welzijn in het werk geeft hij verschillende
mogelijkheden. Schouteten: "Je kunt bijvoorbeeld functies
uitdagender maken of een organisatieverandering doorvoeren om
problemen in het werk te voorkomen. Ook kunnen er maatregelen
worden genomen die gericht zijn op de afstemming tussen het werk en
de werknemer. Zo kun je bijvoorbeeld werknemers inspraak geven bij
een organisatieverandering en mogelijkheden geven zich te
ontwikkelen." /ML
Roel Schouteten (Heerlen, 1969) studeerde bedrijfskunde aan
Rijksuniversiteit Groningen en verrichtte zijn promotieonderzoek
via de faculteit Bedrijfskunde bij onderzoeksschool SOM (Systemen,
Organisaties en Management). Sinds 1 april 2001 is hij universitair
docent bij Nijmegen School of Management, vakgroep Strategisch
Personeelsbeleid van de Katholieke Universiteit Nijmegen.