Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422075


---

Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en van de Vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 17 oktober 2001 Auteur Mr. G.A. Beschoor Plug Kenmerk DIE/546/01 Telefoon 070-3485005
Blad /5 Fax 070-3484086
Bijlage(n) 2 E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van 17 oktober 2001

Zeer geachte Voorzitter,

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden het verslag van de bijzondere Algemene Raad van 17 oktober 2001. Dit verslag komt mede tegemoet aan het verzoek van 17 oktober 2001 van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie en de algemene commissie voor Europese Zaken om te worden geïnformeerd over de actuele stand van zaken over de militaire acties in Afghanistan.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de bijzondere Algemene Raad van 17 oktober 2001

De Raad besprak, mede ter voorbereiding van de informele Europese Raad op 19 oktober 2001 te Gent, de voortgang van verschillende aspecten van de uitvoering van de Europese anti-terrorismeagenda en de politieke implicaties van de situatie rond Afghanistan.

Uitvoering anti-terrorismeagenda

Wat de horizontale coördinatie door de Algemene Raad betreft werd het scorebord besproken van activiteiten die in verschillende Raadsformaties, in het bijzonder de Algemene Raad zelf, de JBZ-Raad, Ecofinraad en de Transportraad, worden ondernomen ter uitvoering van de internationale anti-terrorismeagenda. De lijst is tevens bedoeld als road map en moet de vorderingen in de diverse deeldossiers of het gebrek daaraan in beeld brengen. De moeilijkste punten op dit moment - en niet alleen voor Nederland
- zijn onder meer het Europees arrestatiebevel, de dubbele strafbaarstelling en de strafmaat die van toepassing moet zijn op terroristische activiteiten.

Aan de Europese Raad zal door Minister Michel over de voortgang worden gerapporteerd, mede aan de hand van de Raadsconclusies terzake.

Politieke implicaties situatie rond Afghanistan

Wat het extern beleid betreft heeft de Raad conclusies aangenomen die opnieuw de solidariteit met de VS tot uitdrukking brengen en onder andere eerste oriëntaties geven voor een rol van de Europese Unie bij het politieke proces ten aanzien van Afghanistan en humanitaire hulpverlening.

Zelf heb ik op een aantal aspecten de nadruk gelegd, zoals het belang van versterking van de coalitie tegen terrorisme door gebruikmaking van de bijeenkomsten in het kader van de Europese Conferentie, aanstaande zaterdag en van het Barcelona-proces, aanvang november. De EU moet zich verder beraden over de betrekkingen die het met toekomstige buren in Oost-Europa wenst te onderhouden, ook in het licht van het terrorismevraagstuk. Ook heb ik voorgesteld om nadere contacten te zoeken met de islamitische wereld, zoals OIC en de Golfstaten, waarbij onder meer het vraagstuk van de financiering van terroristische organisaties aan de orde zou moeten worden gesteld.

Tenslotte heb ik voorgesteld het anti-terrorismebeleid een vaste plaats te geven in de contractuele relaties met derde landen door opneming van een "terrorismeclausule". Zo zou, naar het voorbeeld van de standaardmensenrechtenclausule, in voorkomende gevallen tot consultaties of zelfs tot opschorting van de betrokken overeenkomst kunnen worden overgegaan.

Het belang van versterking van de coalitie tegen terrorisme is door verschillende ministers benadrukt. Veel lidstaten, zoals het VK, spraken steun uit voor hulp aan Pakistan. Minister Fischer toonde zich bezorgd over de sfeer in India, die na de laatste incidenten in Kashmir om te snijden was. Ten aanzien van Iran zal de Commissie in november een tekst voor een onderhandelingsmandaat voor een samenwerkingsakkoord presenteren. Tot slot vroeg mijn Oostenrijkse collega aandacht voor de Centraalaziatische republieken.

Ten aanzien van Afghanistan heeft Minister Straw op verzoek van het voorzitterschap een update van de militaire operatie gegeven. Tot nu waren er zestig doelen bestookt, waaronder terrorismetrainingskampen en de hele infrastructuur voor luchtverdediging (early warning capaciteit, command and control infrastructuur, luchtafweer, vliegvelden etcetera). De Taliban had, ondanks de schijn van het tegendeel, de beschikking over tamelijk ontwikkelde militaire middelen.

De damage assessment was nog niet afgerond. Het resultaat tot nu toe leek erop te wijzen dat het trainingspotentieel van al-Qaida ernstig was aangetast maar nog niet geëlimineerd. Voorts was er een high air supremacy bereikt zodat de VS en VK nu met "carriers" vluchten konden uitvoeren. Hoewel civiele slachtoffers per definitie te betreuren vielen, benadrukte de Britse minister dat het aantal burgerslachtoffers laag was. De verwachting was dat de campagne nog wel enige tijd zou duren.

Wat betreft geluiden in de VS, dat Afghanistan slechts een eerste front was en dat Irak zou moeten volgen, stelde Minister Straw dat dit niet de visie van de VS-Administratie was, noch die van het VK: het VK had zich tot deze actie bereid verklaard, met name vanwege het bewijsmateriaal over verantwoordelijkheid van al-Qaida. Andere acties zouden alleen overwogen kunnen worden als er minstens zo sterk bewijsmateriaal op tafel zou liggen, en niet-militaire middelen gefaald hadden.

Bij de militaire operatie werd er veel aandacht besteed aan het voorkomen van verstoring van humanitaire hulp door de acties. Ook werden verkenningsvluchten gebruikt om vluchtelingenstromen in kaart te brengen, welke informatie door humanitaire organisatie kon worden gebruikt. Het was evenwel de Taliban zelf die voedselkonvooien aanviel.

Vervolgens sprak de Raad over de toekomst van Afghanistan. De algemene opvatting is dat de Verenigde Naties het voortouw moeten houden en dat de inspanningen van de EU daaraan ondersteunend moeten zijn. Daarnaast heeft de EU een rol te spelen bij het creëren van gunstige omstandigheden in de regio.

HV Solana gaf aan dat uit zijn contacten met de Noordelijke Alliantie was gebleken dat die niet van plan was Kabul binnen te trekken voordat er een political pre-agreement was, omdat men besefte dat anders de burgeroorlog gewoon door zou gaan.

Over de toekomstige politieke processen in Afghanistan heb ik opgemerkt dat van buitenaf opgelegde blauwdrukken geen kans van slagen zullen hebben. Bij de vorming van een toekomstige brede overgangsregering moet "politiek ownership" voorop staan. Ik heb verklaard de rol van de EU vooral te zien als ondersteunend aan VN-activiteiten, zeker ook wat de humanitaire inspanning betreft. Maar de EU kan in omringende landen zeker ook zelf trachten gebruik te maken van de relatief goede toegang tot die landen en tot een constructieve opstelling aanmoedigen. Het afwerken van oude nationale agenda's van die landen ten aanzien van Afghanistan moet worden voorkomen.

Ik heb HV Solana gevraagd namens de Raad contacten te leggen met buurlanden van Afghanistan en ook met de Speciale VN-vertegenwoordiger voor Afghanistan, Brahimi, om EU-steun aan te bieden voor het op gang brengen van het politieke proces in Afghanistan.

Minister Fischer stelde in dit verband met grote nadruk dat de EU als een "zichtbare" speler moest optreden. Individueel konden zelfs de grote lidstaten geen echt goede rol spelen: er moest sprake zijn parallellie tussen de inspanningen van de EU en de lidstaten.

Ook heeft de Raad nadrukkelijk aandacht besteed aan de humanitaire hulp. Commissaris Patten stelde dat geld niet het probleem is, maar toegang. Pakistan en Iran deden moeilijk aan hun grenzen. Iran was wel behulpzamer dan Pakistan met betrekking tot tijdelijke vluchtelingenopvang. Daarom moest beide landen zekerheid gegeven worden over onverminderde internationale bijstand.

Overige onderwerpen

Voorts sprak de Raad over de situatie in het Midden Oosten. Veel ministers betoonden zich uitermate bezorgd, mede vanwege de moord heden op de Israëlische minister van Toerisme. Het EU-Voorzitterschap heeft terzake ook een verklaring uitgebracht (bijgevoegd). De laatste weken waren er echter ook positieve ontwikkelingen geweest (hernieuwde betrokkenheid van de VS; harder optreden van de Palestijnse Autoriteit tegen terrorisme, etcetera). De Raad onderstreepte in dit verband de noodzaak om het MOVP te hervatten, conform de verklaring van de Raad van 8 oktober 2001.

Tot slot benadrukte HV Solana dat alle inspanningen op het gebied van terrorismebestrijding er niet toe mochten leiden dat het Balkan-dossier vergeten werd. HV Solana gaat zelf op 18 oktober naar Macedonië. Voorts was het van groot belang dat de Servische regering een goede boodschap zou afgeven over de deelname

van Servische Kosovaren aan de verkiezingen in Kosovo.

Evenmin mocht het terrorismedossier de aandacht afleiden van het EVDB. Een goed verloop van de Capabilities Improvement Conferentie (19 november 2001) en een spoedige operationeel-verklaring zijn uitermate belangrijk.

SN 69/1/01 REV 1

Conclusions du Conseil du 17 octobre 2001

Actions de l'Union européenne suite aux attentats aux Etats-Unis d'Amérique


1. L'Union européenne se déclare totalement solidaire avec les Etats-Unis, avec lesquels elle partage les objectifs de lutte contre le terrorisme. Elle réitère l'importance de ses consultations étroites avec les Etats-Unis. Elle confirme son soutien sans réserve à l'action entreprise dans le cadre de légitime défense et en conformité avec la Charte des Nations Unies et la résolution 1368 du Conseil de Sécurité des Nations Unies.


2. Le Conseil a réitéré l'importance d'une approche multilatérale et globale sous l'égide des Nations Unies afin de renforcer la coalition internationale dans sa lutte contre le terrorisme sous tous ses aspects. L'Union agira avec détermination au sein des Nations Unies et des autres organisations internationales compétentes pour promouvoir la lutte contre le terrorisme. Elle tirera notamment profit de la semaine ministérielle de novembre de l'Assemblée Générale des Nations Unies pour faire progresser ses objectifs.


3. L'aide humanitaire d'urgence en Afghanistan constitue une priorité absolue de l'Union qui s'engage à mobiliser sans délai une aide de plus de 320 millions d'EUROS. A cet égard, le déblocage de 25 millions d'EUROS de la réserve permettra à la Commission (ECHO) de répondre aux besoins humanitaires les plus urgents. La mobilisation et l'acheminement de l'aide feront l'objet d'un examen régulier.


4. Le Conseil exprime sa préoccupation par rapport aux difficultés d'accès et d'acheminement de l'aide humanitaire en Afghanistan. Il soutient les efforts des agences spécialisées des Nations-Unies, du CICR ainsi que l'ensemble des organisations humanitaires dans la recherche de solutions pratiques et flexibles. Le Conseil en appelle également aux pays de la région afin de faciliter par tous les moyens possibles les opérations humanitaires d'accueil des nouveaux flux de réfugiés afghans et mettra en oeuvre les moyens nécessaires pour les aider à cette fin.


5. Le Conseil Affaires générales est convenu des éléments suivants pour orienter les travaux futurs de l'Union sur l'Afghanistan, débarrassé du réseau Al Qaida et de ses terroristes:


- instauration en Afghanistan d'un gouvernement stable, légitime et largement représentatif, exprimant la volonté du peuple;


- le rôle essentiel de l'ONU dans la recherche d'un plan de paix pour l'Afghanistan;


- maintien de la priorité absolue à l'aide humanitaire d'urgence;

- plan de reconstruction du pays;


- dimension régionale de la stabilisation de l'Afghanistan.
Il charge la Présidence, le Haut Représentant et la Commission de prendre contact sans délai avec la communauté internationale et en particulier le Secrétaire Général des Nations Unies et son représentant personnel M. Brahimi, afin de contribuer efficacement aux efforts des Nations Unies.


6. Le Conseil a décidé d'accentuer les relations de l'Union européenne avec les pays voisins de l'Afghanistan afin de contribuer à la stabilité de la région. Le dialogue politique avec le Pakistan, dont les efforts dans la situation actuelle méritent d'être salués, sera renforcé. La signature d'un accord de coopération avec le Pakistan sera envisagée. Le Conseil prend note des propositions faites par la Commission en matière commerciale et se félicite de son intention de fournir une assistance financière en coordination avec les institutions financières internationales.


7. Le Président du Conseil a informé le 15 octobre dernier le gouvernement indien de l'intention de l'Union de définir, dans la perspective du Sommet UE/Inde du 23 novembre, un renforcement du dialogue politique et de la coopération avec ce pays.


8. Tout en poursuivant le dialogue politique avec l'Iran, le Conseil se félicite de l'engagement de la Commission de présenter en novembre prochain un mandat de négociation d'un Accord de Commerce et de Coopération avec l'Iran.


9. Les relations avec les pays d'Asie centrale seront développées plus activement. Le Conseil a pris note de l'intention de la Commission de présenter dans les plus bref délais une communication sur l'Asie centrale comportant des initiatives concrètes dans le cadre du renforcement des relations de l'Union avec ces pays. Le Conseil a également invité le Haut Représentant à formuler des propositions.


10. Comme suite à la mission de la Troïka ministérielle fin septembre, l'Union est résolue à poursuivre un dialogue politique étroit et coordonné avec nos partenaires arabes et musulmans et invite la Présidence et le Haut Représentant à tenir le Conseil informé.


11. L'Union souligne l'urgente nécessité de relancer le processus de paix au Moyen Orient. Rappelant sa déclaration du 8 octobre dernier, le Conseil a invité le Haut Représentant à poursuivre, avec les Etats-Unis et les principaux acteurs, ses efforts pour amener les parties aux conflits du Moyen Orient à s'engager dans la voie d'un règlement politique, basé sur le principe de l'établissement d'un Etat palestinien et du droit d'Israël de vivre en paix et en sécurité.


12. Les Etats membres se concerteront sur les actions qu'ils entreprennent en particulier pour assurer l'efficacité des visites ministérielles dans la région.


13. En outre, l'Union sera plus efficace en développant la politique étrangère et de sécurité commune et en rendant la politique européenne de sécurité et de défense opérationnelle au plus vite.


14. Le Conseil a examiné le rapport de la Présidence sur les travaux effectués par les différentes formations du Conseil en matière de lutte contre le terrorisme.


15. Il se félicite que dans l'ensemble des formations du Conseil, les travaux pour renforcer la lutte contre le terrorisme sont en bonne voie et ont déjà produit leurs premier résultats. Les conclusions du Conseil européen informel extraordinaire du 21 septembre 2001 son partout suivies d'effet. Il a relevé en particulier les résultats suivants :


- les mesures qui ont déjà été prises, notamment en application de la résolution 1373 du Conseil de Sécurité des Nations Unies, contre les sources de financement du terrorisme, telles que l'accord politique sur la directive contre le blanchiment d'argent, l'application intégrale des mesures du GAFI, et le gel des avoirs de personnes et d'organisations liées aux Taliban;


- les travaux en cours pour établir une liste d'organisations terroristes, et la contribution précieuse que les services de renseignement y apportent; le Conseil estime que leurs rencontres régulières sont essentielles pour mener à bien la lutte contre le terrorisme; le Conseil a approuvé un système d'indicateurs permettant d'évaluer l'engagement et la coopération de pays tiers en matière de lutte contre le terrorisme.


- les progrès déjà réalisés dans l'examen des propositions de la Commission en matière de mandat d'arrêt européen et d'incriminations terroristes ainsi que la fixation d'une position coordonnée de l'UE dans le cadre de la conclusion d'une Convention globale de l'ONU sur le terrorisme international; le Conseil demande d'examiner en même temps toute mesure facilitant l'entr'aide judiciaire avec des pays tiers en matière de poursuite d'auteurs ou d'organisations terroristes;


- les nombreux contacts en cours avec les EUA, et en particulier la rencontre que Troïka aura le 19 octobre prochain à Washington au niveau opérationnel et qui comprendra des représentants de la Task Force de Police, du groupe chargés de la lutte contre le terrorisme d'Europol, d'Eurojust et des services de renseignements;


16. Le Conseil a favorablement accueilli la feuille de route présentée par la Présidence qui fait état de toutes les initiatives et travaux du Conseil, et qui indique également les responsables pour la mise en oeuvre, les délais, ainsi que les progrès réalisés. Le Conseil a demandé que la feuille de route soit régulièrement actualisée au niveau du Coreper. Il estime qu'il s'agit d'un instrument essentiel pour mesurer les résultats obtenus dans toutes les formations du Conseil. C'est à partir de la feuille de route réactualisée que le Conseil lors de sa prochaine session examinera les progrès ultérieurs.


17. Le Conseil a chargé le Comité des Représentants Permanents d'assurer qu'en vertu de la Résolution 1373 du Conseil de sécurité, l'Union fasse rapport sur les mesures qu'elle a prises pour la mettre en oeuvre.


---

Declaration by the Presidency of the European Union concerning the assassination of a member of the Israeli government in Jerusalem.


1. The Presidency of the European Union condemns in the strongest terms the cowardly assassination of the Israeli Minister for Tourism this morning. The Presidency presents its sincere condolences to the Israeli government and to the family of Mr. Rehavam Ze=evi.


2. The Presidency hopes that this criminal act will not interrupt the most recent efforts made by the Israeli and Palestinian authorities to ensure a return to calm and improve the situation of the Palestinians with a view to resuming the direct dialogue and re-launching a political process.

Brussels, 17 October 2001

Kenmerk DIE/546/01
Blad /1

===