persbericht
Nummer:
141
Directie:
voorlichting
12-10-2001
Status:
informatie
Antwoorden op vragen over medische opleidingen
Bijgaand treft u de antwoorden aan van minister Hermans (OCW), mede
namens minister Borst (VWS) op de vragen van de kamerleden Cornielje
en Van Blerck-Woerdman (beiden VVD) over medische opleidingen
(ingezonden 10 september 2001).
1. Herinnert u zich dat de VVD-fractie tijdens de behandeling van de
Zorgnota 2001 heeft opgemerkt dat het oprichten van een extra
medische faculteit een optie zou kunnen zijn om de
opleidingscapaciteit voor artsen uit te breiden? Herinnert u zich
eveneens uw antwoorden op de schriftelijke kamervragen van deze
fractie d.d. 31 mei jl. over de uitbreiding van de
artsenopleiding? Herinnert u zich tot slot de opmerkingen van de
VVD-fractie tijdens het overleg d.d. 4 juli jl. over de
initiatieven in Twente en Brabant ter vergroting van de
opleidingscapaciteit voor artsen?
2. Herinnert u zich dat u in tegenstelling tot 31 mei jl., op 4 juli
jl. positief stond tegenover de hierboven bedoelde initiatieven om
het tekort aan opleidingsplaatsen op te vangen, en u - indien
noodzakelijk - bereid was open te staan voor de vestiging van een
nieuwe medische faculteit(en)?
1 en 2
Bij diverse gelegenheden zijn in het mondeling en schriftelijk
verkeer met de Tweede Kamer de mogelijkheden aan de orde geweest
om de opleidingscapaciteit voor artsen te vergroten.
Recent heeft de MDW werkgroep Toetredingsbelemmeringen Medische
Beroepen in zijn advies "Nooit meer wachten" geadviseerd om
wijzigingen aan te brengen in de wijze waarop het aantal
opleidingsplaatsen wordt bepaald en in de financieringssystematiek
van de universiteiten. Beide wijzigingen beogen meer marktprikkels
te introduceren bij de bepaling van de capaciteit door de
instellingen zelf. Het Kabinet ondersteunt deze aanbeveling.
Daartoe zal er een onafhankelijk onderzoek starten naar de
ontwikkeling van parameters die bij de bepaling van de lumpsum de
relatieve kosten van de geneeskunde opleiding weergeven.
Transparantie in de prijs-kwaliteitverhouding is van belang voor
zowel de overheid als de bestaande en potentiële aanbieders van de
opleiding.
Het feit dat `nieuwe aanbieders' van medische opleidingen zich
reeds melden, is in dit verband relevant.
3. Verwacht u dat door het afschaffen van de numerus fixus de huidige
medische faculteiten een verdere uitbreiding van de
artsenopleidingen aankunnen?
Voor de korte termijn is al het mogelijke gedaan om tot een
substantiële verhoging van de instroom te komen. De reeds geplande
ophoging van de instroom tot 2400 eerstejaars kan al per 1
september 2002 gerealiseerd worden. Verder hebben verschillende
instellingen aangegeven dat zij bereid en in staat zijn om hun
aandeel te leveren in een additionele instroom van 400 à 500
studenten tot 2800. Afschaffing van de numerus fixus zal tegen de
achtergrond van die ontwikkeling worden afgewogen.
4. Vindt u, dat nu het moment is gekomen om een besluit te nemen over
het wel of niet toestaan van op termijn uitbreiding van het
bestaande aantal medische faculteiten, gezien het dreigende tekort
aan artsen, en gezien de vooralsnog lange opleidingstrajecten tot
arts, waardoor het wegwerken van het tekort lange tijd in beslag
zal nemen?
Uit contact met de verschillende instellingen is ons gebleken, dat
er zeer reële mogelijkheden aanwezig zijn om op korte termijn de
instroom in de opleiding geneeskunde aanzienlijk uit te breiden.
Belangrijker nog dan een strikt kwantitatieve benadering, achten
wij de initiatieven die in ontwikkeling zijn, en hier en daar ook
al in praktijk genomen, om te komen tot kwalitatieve wijzigingen
in de opleidingen- en beroepenstructuur. Te wijzen is op verkorte
opleidingen geneeskunde, nieuwe opleidingen voor zorgberoepen als
nurse practitioner en physician assistant, functiedifferentiatie
en taakdelegatie, en facilitering van her-intreding. Door
intensieve samenwerking tussen de instellingen in het
wetenschappelijk en (hoger) beroepsonderwijs en de introductie van
de bachelors-masterstructuur kan hieraan een belangrijke impuls
worden gegeven.
5. Hoe beoordeelt u in dit verband het voornemen van de Universiteit
Twente om een medische opleiding aan te vragen?
De universiteit van Twente heeft interessante en innovatieve
gedachten ontwikkeld omtrent een medische opleiding nieuwe stijl.
Bij verdere besluitvorming over de gewenste ontwikkeling van de
instroom zal het aanbod van Twente en anderen betrokken worden.
Bij deze besluitvorming zal de prijs-kwaliteitverhouding van grote
betekenis zijn. In elk geval zal bezien worden of door te tenderen
optimale doelmatigheid bereikt kan worden bij de inzet van
middelen. Een belangrijke factor daarnaast is de beschikbaarheid
van voldoende gekwalificeerde opleiders, zonder dat dit ten koste
gaat van de reeds bestaande infrastructuur.
6. Is bij u bekend of ook andere universiteiten voornemens hebben om
op korte termijn nieuwe medische opleidingen te starten, dan wel
hun huidige voorzieningen uit te breiden?
Ons is bekend dat ook de Katholieke universiteit Tilburg ambities
heeft om te zoeken naar mogelijkheden om een aandeel te leveren in de
oplossing van de opleidingsproblematiek.
omhoog laatst bijgewerkt 18-10-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen