Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Economische Zaken

Persbericht Ministerraad van het Koninkrijk
19 oktober 2001

RIJKSMINISTERRAAD EENS OVER INZET WTO-CONFERENTIE QATAR

De ministerraad van het Koninkrijk heeft ingestemd met de Nederlandse inzet voor de vierde ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie, die van 9-13 november in Doha, Qatar zal worden gehouden. In grote lijnen zijn dat dezelfde uitgangspunten als voor de conferentie in Seattle eind 1999, namelijk:

- versterking van de WTO;

- verdergaande handelsliberalisatie;

- verdere integratie van ontwikkelingslanden;

- erkenning en uitwerking van raakvlakken met andere beleidsterreinen. Bij de conferentie in Qatar gaat het in hoofdzaak om het vaststellen van een agenda voor de nieuwe ronde. Daarnaast zijn er ook andere belangrijke agendapunten als de toetreding van China en Taiwan tot de WTO en de relatie tussen het verdrag inzake Handelsgerelateerde Intellectuele Eigendomsrechten (TRIP's-verdrag) en de toegang tot essentiële medicijnen in ontwikkelingslanden. Staatssecretaris Ybema van Economische Zaken leidt de Nederlandse Koninkrijksdelegatie naar de conferentie in Doha.
De rijksministerraad is van oordeel dat in de huidige periode van economische en politieke onzekerheid het belang van een nieuwe ronde alleen maar is toegenomen. Een succesvolle conferentie in Doha, waarbij sprake is van een evenwichtige uitkomst voor alle deelnemers, met inachtneming van de maatschappelijke zorgen omtrent de effecten van globalisering, kan een belangrijke impuls geven aan de mondiale economische groei, aan een versterking van de internationale economische rechtsorde en daarmee aan internationale politieke stabiliteit. Nederland en de EU zijn voor een brede onderhandelingsronde. Die biedt de beste kansen op een evenwichtige uitkomst voor alle deelnemers en is een belangrijke stimulans voor de al lopende onderhandelingen over landbouw en diensten. Dat neemt niet weg dat de EU zich tijdens de conferentie voldoende realistisch en flexibel zal moeten opstellen om de vereiste compromissen mogelijk te maken.
Aan de Koninkrijksdelegatie zullen ook vertegenwoordigers van de Tweede Kamer en adviseurs uit kringen van werkgevers, vakbonden en overige niet-gouvernementele organisaties deelnemen.

RVD, 19.10.2001