Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht Ministerraad
19 oktober 2001

MEER ARMSLAG VOOR POLITIE EN JUSTITIE BIJ ONTNEMING CRIMINEEL

VERMOGEN.

De ministerraad heeft op voorstel van minister Korthals van Justitie ingestemd met een wetsvoorstel dat de mogelijkheden verruimt om schijnconstructies aan te pakken bij het ontnemen van crimineel vermogen. Daartoe wordt een mogelijkheid geĂŻntroduceerd om gedurende een onderzoek naar het criminele vermogen van een verdachte conservatoir beslag te leggen op goederen bij derden die daar zijn ondergebracht om aan verhaal te ontkomen. Daarmee wordt het beter mogelijk om crimineel vermogen te ontnemen dat in een schijnconstructie is "verstopt" bij derden. Het wetsvoorstel wordt binnenkort aangeboden aan de Tweede Kamer. In de praktijk komt het geregeld voor dat voorwerpen, die bij derden zijn ondergebracht om het verhaal te bemoeilijken, daarna door die derden zijn vervreemd (bijvoorbeeld verkocht). In dergelijke gevallen wordt het mogelijk beslag te leggen bij de derde op de tegenwaarde van die voorwerpen.
Een tweede belangrijke wijziging is het vervallen van de mogelijkheid om vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen als de veroordeelde weigert te betalen. Daarvoor in de plaats komt het middel lijfsdwang, dat maximaal drie jaar vrijheidsbeneming kan inhouden. Het verschil met de vervangende hechtenis is dat de tenuitvoerlegging van lijfsdwang niet in de plaats komt van de betalingsverplichting. Deze blijft in stand, zodat getracht kan worden om deze ook nog na de vrijheidsbeneming te verhalen.
Het wetsvoorstel vloeit voort uit de evaluatie van de bestaande ontnemingswetgeving. Het bevat voorts een aantal vergemakkelijkingen en verbeteringen ten behoeve van de rechtspraktijk, voornamelijk ten behoeve van het Openbaar Ministerie.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 19.10.2001