Ministerie van Financien

De Voorzitter van de Algemene Commissie

voor Europese Zaken

van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR DEN HAAG

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

BFB 2001/832M

Onderwerp

Toezending verslag van de Ecofin Raad van 16 oktober 2001 te Luxemburg.

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 16 oktober 2001 te Luxemburg.

Dit verslag wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.

DE MINISTER VAN FINANCIËN

Verslag eurogroep en Ecofin Raad van respectievelijk 15 en 16 oktober 2001 te Luxemburg.

Bijlagen: Concept persbericht Ecofin, agendapunt Globalisering en ontwikkeling

Verklaring van de Ecofin Raad over de invoering van de Euro

Verslag Eurogroep d.d. 15 oktober 2001

Tijdens de bijeenkomst van de eurogroep is gesproken over recente economische en financiële ontwikkelingen, budgettaire ontwikkelingen en strategieën, determinanten van investeringen en de invoering van de chartale euro. Verder heeft een aantal landen (waaronder Nederland) een korte presentatie gehouden over de begrotingsplannen voor 2002.

Economische ontwikkelingen

De eurogroep heeft, evenals vorige keer, gesproken over de economische gevolgen voor Europa van de aanslagen in de Verenigde Staten. De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven op de groeivooruitzichten voor volgend jaar. Commissaris Solbes gaf aan momenteel uit te gaan van een economische groei in het eurogebied in zowel 2001 als 2002 die tussen de één en twee procent ligt. Volgens de Commissie hebben de eurolidstaten te hoge verwachtingen voor de groei in 2002. De begrotingen van de lidstaten zullen beoordeeld worden tegen een achtergrond van een lage verwachte groei, waarbij de lidstaten zich blijven committeren aan het Stabiliteits- en Groeipact.

Budgettaire ontwikkelingen en strategieën

De verslechterde economische vooruitzichten voor 2001 en 2002 zijn van invloed op de begrotingssituatie van de landen van de eurozone. In de meeste eurolidstaten zijn de groeiramingen in 2001 en 2002 neerwaarts bijgesteld. De verwachting is dat de begrotingssaldi minder gunstig zullen uitvallen dan eerder werd verwacht als gevolg van het in meer of mindere mate laten werken van de automatische stabilisatoren. Door mogelijke tegenvallers in de belastingontvangsten en overheidsuitgaven in het saldo te laten lopen en dus niet te compenseren, leveren de overheidsfinanciën een bijdrage aan het beperken van de economische verslechtering. Niet alle lidstaten laten de automatische stabilisatoren dit jaar en volgend jaar volledig werken. Een aantal lidstaten, waaronder Duitsland en Italië, heeft in hun begrotingsplannen maatregelen aangekondigd om de gevolgen van de teruglopende economische groei voor het begrotingssaldo zoveel mogelijk te beperken. Minister Zalm heeft aangegeven ingenomen te zijn met de Italiaanse begrotingsplannen, waarin de eerdere doelstellingen voor 2002 worden gehandhaafd. Ook gaf minister Zalm te kennen verheugd te zijn over het Duitse budgettaire beleid dat gericht is op een strikte beheersing van de overheidsuitgaven. Hij wees daarbij ook op de fiscale dekking van de additionele uitgaven voor veiligheid en terrorismebestrijding.

De bespreking van de budgettaire ontwikkelingen en strategieën is afgesloten met korte presentaties van de ministers van Spanje, Oostenrijk, Finland en Nederland over de begrotingsplannen voor 2002. Commissaris Solbes prees Nederland nadrukkelijk voor het voorgenomen beleid.

Determinanten van investeringsontwikkeling

In het kader van het bespreken van structurele onderwerpen in de eurogroep, is dit keer gesproken over de determinanten van de ontwikkeling van investeringen. Uit een vergelijking tussen de investeringsomvang en
-samenstelling in de Eurozone en de Verenigde Staten blijkt dat de Amerikaanse investeringsgroei (gemiddeld 6 ½ % per jaar) in de jaren negentig significant hoger heeft gelegen dan die in de Eurozone (gemiddeld 2 %). De sterk toegenomen investeringen in ICT zijn de voornaamste reden van de hogere Amerikaanse investeringsgroei. Door de toename van de investeringsgroei is het niveau van de Amerikaanse investeringen, als percentage van het BBP, op gelijke hoogte met dat in de Eurozone gebracht. In het verleden heeft de investeringsquote in de Eurozone altijd hoger gelegen dan in de VS vanwege een kleiner belang van de dienstensector en minder gebruik van laagopgeleide arbeidskrachten in de Eurozone.

In de eurogroep is onder andere gesproken over de positieve bijdrage die structurele hervormingen kunnen leveren aan het investeringsniveau. Ook het verder bevorderen van de ontwikkeling van financiële markten is genoemd als een factor die van belang is voor het investeringsniveau.

Chartale introductie van de euro

De chartale invoering van de euro staat geagendeerd voor iedere bijeenkomst van de eurogroep. Dit keer lag een voortgangsnotitie voor. De ministers waren het eens met de Commissie dat de operatie goed op schema ligt.

Er is ook gesproken over de invloed die de invoering van de euro heeft op het prijsniveau. Diverse landen, waaronder Frankrijk, gaven te kennen dat de naderende euro-introductie tot nu toe niet merkbaar van invloed is op het prijsniveau. Minister Zalm gaf aan dat ook in Nederland volgens de Consumentenbond van de euro-introductie tot op heden geen significant prijsverhogend effect uitgaat.

Verslag Ecofin-Raad d.d. 16 oktober 2001

Werkgelegenheidspakket

Commissaris Solbes memoreerde dat dit pakket het vierde is sinds de Top van Luxemburg in 1997. De Commissie is positief gestemd over de vooruitgang. De kwaliteit van de nationale actieprogramma's is toegenomen en de arbeidsmarktsituatie is verbeterd. Wel signaleerde de Commissaris dat de economische omgeving nu anders is dan in voorafgaande jaren en dat biedt

nieuwe uitdagingen. De Commissaris achtte het van belang dat dit pakket wordt behandeld tegen de achtergrond van, en in samenhang met de Globale Richtsnoeren voor Economisch Beleid. Hij zei verder dat de nationale actieprogramma's niet altijd consistent zijn met die globale richtsnoeren.

EPC-voorzitter Cotis deed verslag van de eerste bespreking van het werkgelegenheidspakket in het EPC. Over het algemeen is e.e.a. positief ontvangen. Drie onderwerpen vergen bijzondere aandacht:

· De suggestie van de Commissie om Lidstaten nationale werkgelegenheidsdoelstellingen voor te schrijven wordt verworpen; de beslissing hiertoe over te gaan hoort bij de Lidstaten zelf te liggen.

· Het EPC juicht het concept van "kwaliteit van de arbeid" op zichzelf toe maar waarschuwt voor een te statische benadering en voor een activistisch overheidsoptreden in deze.

· Het richtsnoer inzake beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen vindt het EPC niet verstandig: leidraad moet blijven "gelijke betaling voor gelijke arbeid".

Voorzitter Reynders constateerde dat geen van de ministers wenste te interveniëren en riep het EPC op langs de genoemde lijnen verder te werken aan een gezamenlijke opinie met het Werkgelegenheidscomité.

Richtlijn inzake instellingen voor bedrijfspensioenfondsen

Commissaris Bolkestein stelde dat het voortgangsrapport aangeeft dat het moeilijk is politiek commitment om te zetten in daden. De Cie is erg bezorgd over de beperkte voortgang van het dossier. Het EP heeft de 1e lezing al afgerond, maar de eerste maanden van dit jaar hebben geleerd dat in de Raad meer discussie nodig is met betrekking tot beleggingsregels en de technische voorziening. Er is op dit moment ook geen indicatie dat er nu weer momentum gecreëerd wordt. Hij gaf aan dat er nu sterk politiek commitment nodig is om de doelstelling van de Europese Raad te vervullen.

Voorzitter Reynders gaf als reactie dat het voortgangsverslag als doel heeft de werkzaamheden juist weer op gang te brengen.

Eén lidstaat benadrukte dat deze Richtlijn volgens het Financial Services Action Plan en het Risk Capital Action Plan volgend jaar moet zijn aangenomen. Meerdere Raden hebben aangegeven dat dat een prioriteit is. Het voortgangsverslag gaat voor deze lidstaat niet ver genoeg. Het verslag geeft niet aan op welke wijze het werk nu precies verder moet gaan. Een questionnaire alleen is onvoldoende. Ook het feit dat onder het Belgische VZschap slechts één vergadering is gehouden, is

onvoldoende. Het Belgische en het Spaanse VZschap moeten hoge prioriteit geven aan de Richtlijn Pensioenfondsen. Daarnaast werd benadrukt dat deze Richtlijn beslist niet los gezien kan worden van andere pensioendossiers.

De Voorzitter zei dat enkele lidstaten in de volgende vergadering van de Raadswerkgroep een presentatie zullen geven om de verschillende systemen toe te lichten. Het VZschap zal proberen het tempo op te voeren.

Anti-Witwas-richtlijn

Voorzitter Reynders gaf aan te hopen dat de tekst snel goedgekeurd kan worden door het EP. De Commissie deelde bij monde van Commissaris Bolkestein mede dat er overeenstemming is bereikt met de rapporteur van het EP en prees de inspanningen van het VZ-schap in dit verband. Formeel zal de instemming van het EP op woensdag 17.10.2001 moeten worden bevestigd. Daarmee zijn de belangrijkste doelstellingen bereikt:


1) uitbreiding van de lijst delicten en


2) uitbreiding van de lijst met personen die moeten melden.

Er is geen specifieke verwijzing naar de financiering van terrorisme maar dit wordt wel gedekt door de term "criminele activiteit".

Een grote lidstaat, gesteund door enkele andere, pleitte voor een politiek statement waarin wordt aangegeven dat verdere actie nodig is met betrekking tot de financiering van terrorisme. Met name is actie nodig tegen financial off-shore centres. Een andere lidstaat noemde in dit verband de screening van grensoverschrijdend kapitaalverkeer. Daarnaast moet de ratificatie van VN-verdragen een referentiepunt worden. De diensten van de Commissie moeten vervolgens verder werken aan de

lijst van terroristische organisaties.

Eén lidstaat gaf aan groot belang te hechten aan de vraag of cliënten van advocaten afdoende beschermd worden. De vrees bestaat dat de wetgeving in de lidstaten uiteen gaat lopen t.a.v. de meldingsplicht. Tenslotte hield een grote lidstaat een pleidooi voor een snelle implementatie door de lidstaten van de richtlijn, die een hoeksteen van EU-coördinatie wordt genoemd.

De Voorzitter concludeerde dat er een Politiek Akkoord over de tekst bestaat en riep de lidstaten op snel te implementeren. Op verzoek van diverse lidstaten zal worden gewerkt aan een verklaring. De Voorzitter bevestigde dat dit een eerste stap is in een lang traject.

Strijd tegen de financiering van terrorisme

Na een korte toelichting op de rapportages door de Voorzitter ging de Commissie op een aantal onderdelen in. Ten aanzien van de richtlijn market abuse merkte Commissaris Bolkestein op dat deze nieuwe richtlijn veel verder gaat dan de oude richtlijn met betrekking tot insider dealing, en dat deze dus ook veel beter toegesneden zal zijn op de bestrijding van de financiering van het terrorisme. De Commissie hoopt een Politiek Akkoord te bereiken voor het einde van het jaar. De FATF wordt verzocht een actieve rol te spelen in de strijd tegen het terrorisme, zoals de G7 dit ook al heeft verzocht. Een extra plenaire zitting van de FATF zal op 29/30 oktober in Washington bijeenkomen om solidariteit en commitment te tonen t.a.v. de strijd tegen het terrorisme.

Een grote lidstaat benadrukte dat het rapport met name de noodzaak voor transparantie benadrukt, omdat het van belang is de uiteindelijke ontvanger van het geld te kennen. De genoemde acties zijn nodig om een verdere coördinatie tot stand te brengen. Het kaderbesluit tot bevriezing van vermogensbestanddelen werd een goed initiatief genoemd.

Een andere grote lidstaat benadrukte dat maatregelen die door toezichthouders genomen kunnen worden gecombineerd moeten worden met strafmaatregelen. Resolutie 1373 van de VN en het geheel van FATF-aanbevelingen zijn belangrijk als normalisatie van de internationaal geldende regels. De extra FATF later deze maand kan daar verder aan werken. Minister Zalm benadrukte groot belang te hechten aan de onderlinge samenwerking in de EU, met name die tussen FIU's (Financial Intelligence Units). Het FIU-net van 5 landen (waaronder Nederland) is hopelijk een reden voor andere lidstaten zich daarbij aan te sluiten.

Een grote lidstaat zag in de extra FATF-vergadering een extra reden voor de EU om duidelijk gezamenlijk op te treden. Niet overal zijn op dit moment de regels hetzelfde geïmplementeerd. Er moet worden nagedacht over het toepassen van forensic accounting in de bestrijding van het financieren van terrorisme. Een fenomeen als underground banking moet ook bezien worden. Verder is betere informatie-uitwisseling tussen lidstaten en financial off-shore centres belangrijk.

Wellicht kunnen IMF en Wereldbank gevraagd worden om op dit punt samen te werken.

De Voorzitter concludeerde dat hier in de middag in aanwezigheid van de Justitie-Ministers nog op terug gekomen zou worden. De bestrijding van het terrorisme, en met name de financiering daarvan, betreft een uitgebreide waaier aan maatregelen. Het is belangrijk op financieel vlak nu vooruitgang

te boeken. De coördinatie van de EU (ten aanzien van de opstelling in internationale fora) moet beter worden.

Globalisering en ontwikkeling

EFC-voorzitter Akerholm deed verslag van de werkzaamheden sedert de Informele Ecofin in Luik. De commissie wordt gevraagd een rapport op te stellen over de voordelen en uitdagingen van globalisering en over de mogelijke beleidsreacties daarop. Een eerste tussentijds rapport is gevraagd voor de Europese Raad van 14 december aanstaande: het eindrapport zou eind februari 2002

gereed moeten zijn.

Commissaris Solbes kon zich vinden in de voorgestelde benadering. Gelet op het feit dat de gemeenschap geen exclusieve bevoegdheid heeft op het terrein van de ontwikkelingshulp is de

inbreng van de lidstaten van belang.

Vrijwel alle lidstaten ondersteunden de suggestie van een grote lidstaat om in de studie ook de effectiviteit van de EU-ontwikkelingshulp te betrekken. Een andere lidstaat voegde daar aan toe dat niet alleen de multilaterale maar ook de bilaterale hulp moet worden onderzocht. Deze lidstaat suggereerde de multilaterale hulpcomponent te versterken ten koste van bilaterale hulp.

Een andere lidstaat onderstreepte de noodzaak de VN-afspraak na te leven om 0,7% van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden.

Commissaris Solbes wees erop dat een verbreding van de studie-opdracht op gespannen voet staat met het strakke tijdschema.

Voorzitter Reynders concludeerde dat de terms of reference, inclusief de voorgestelde wijziging met betrekking tot de effectiviteit van EU-steun, is vastgesteld.

Introductie van de Euro

Commissaris Solbes lichtte de mededeling van de Commissie toe. Er is veel voortgang gemaakt, maar er zijn nog enkele aandachtspunten: in het MKB is één op de vijf ondernemingen nog niet gereed met de voorbereidingen, de centrale overheden hebben hun zaken op orde maar onzekerheid is er over de staat van voorbereiding op lokaal niveau, en de voorlichting aan de burgers vergt nog een behoorlijke inspanning.

EFC-voorzitter Akerholm onderschreef de mededeling van de Commissie. Hij benadrukte het belang van een goede beveiliging van de distributie en de snelle verdeling van bankbiljetten direct vanaf 1 januari. De door de Cie geïnventariseerde "best practices" kunnen voor alle lidstaten van nut zijn.

Voorzitter Reynders stelde vast dat de verklaring van de raad wordt onderschreven. Hij constateerde tevens steun voor de instelling van een informatienetwerk en de verstrekking van munten voor intern testgebruik in het betrokken bedrijfsleven.

Luchtvaartmaatschappijen

De Voorzitter riep de afspraken gemaakt tijdens de informele Ecofin in Luik in herinnering. Vier zaken zouden nu bespreking behoeven: 1) de verzekeringssituatie, 2) de stand van zaken in de Transportraad, 3) de vraag hoe de Commissie aankijkt tegen steun van nationale overheden en 4) de rol van de EIB in de luchtvaartsector.

EFC voorzitter Akerholm meldde dat het EFC de ontwikkelingen nauwlettend volgt. Lidstaten moeten eventuele initiatieven voor de korte termijn goed afbakenen teneinde te voorkomen dat de noodzakelijke herstructurering in de luchtvaartsector wordt uitgesteld.

Commissaris Solbes verwees naar de mededeling die de Commissie recent heeft opgesteld. Bij de beoordeling of er sprake is van toelaatbare staatssteun zal de Cie als leidraad hanteren dat de directe schade van de sluiting van het VS-luchtruim gedurende de eerste vier dagen na de ramp mag worden gecompenseerd. Ook kunnen gedurende één maand de additionele kosten voor de verzekering van

Luchtvaartmaatschappijen worden gecompenseerd. Deze regeling kan eventueel verlengd worden met een maand indien de noodzaak daartoe zou blijken, maar dan moet er wel premie worden geheven. Voor het einde van het jaar moeten deze regelingen zijn beëindigd. Luchtvaartmaatschappijen mogen geen financieel voordeel hebben vergeleken met de situatie van vóór 11 september. Verder vindt Solbes dat kosten van extra veiligheidsmaatregelen voor rekening van de overheid kunnen komen. Wat de bescherming van landingsrechten betreft is de Commissie van oordeel dat de huidige concurrentieregels voldoende flexibiliteit bieden. De Commissie zal voorts het initiatief nemen om met derde landen, en dan met name met de VS, te komen tot een gedragscode inzake steunverlening aan de luchtvaartsector. Tenslotte zal de Commissie onderzoek doen naar de opportuniteit van een waarborgfonds.

Een grote meerderheid van lidstaten, waaronder Nederland, wenst vast te houden aan de afspraken zoals die door de informele Ecofin in Luik zijn opgesteld. De steunverlening voor de korte termijn moet het noodzakelijke herstructureringsproces in de Europese luchtvaartsector niet verstoren. Het verzekeringsprobleem moet langs commerciële weg worden opgelost. Minister Zalm pleitte er in dat verband voor - gesteund door meerdere lidstaten - tijdens de periode dat de overheid de verzekering waarborgt, een premie te vragen die herstel van de markt mogelijk maakt en niet in de weg staat. Dit

betekent dus het in rekening brengen van een premie die beduidend hoger is dan vóór de aanslagen van 11 september. Een grote lidstaat bepleitte coördinatie van de premieheffing en wilde tot aan het eind van het jaar maandelijks bezien of de commerciële verzekeraars de verzekering kunnen hervatten.

EIB-president Maystadt meldde dat de EIB voor een totaalbedrag van euro 5 miljard aan leningen heeft uitstaan bij luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigbouwers. Een belangrijk deel van het risico op deze leningen is afgedekt via bank- of hypothecaire garanties. President Maystad constateerde dat onder de huidige omstandigheden commerciële kredietinstellingen terughoudend staan tegenover kredietverlening aan deze sector. Hij wierp de vraag op of er voor de EIB uit hoofde van de

subsidiariteitgedachte niet een taak is weggelegd.

Minister Zalm, daarin gesteund door een andere lidstaat, gaf aan vraagtekens te plaatsen bij het feit dat de EIB zulke grote leningen heeft verstrekt aan bedrijven die bij het commerciële bankwezen terecht zouden moeten kunnen. De kredietverlening van de EIB moet zich concentreren op het midden en kleinbedrijf en op infrastructurele projecten en dergelijke.

Voorzitter Reynders concludeerde dat de verzekeringssituatie de komende tijd iedere maand zal worden beoordeeld en dat ook in de periode dat de markt nog geen volledige dekking biedt een premie in rekening moet worden gebracht die een commerciële oplossing bevordert. De voorzitter stelde vast dat de Cie zeer restrictief is bij de beoordeling van toelaatbare steunverlening en hij roept de lidstaten op informatie over nationale initiatieven uit te wisselen.

Diversen

Op verzoek van een grote lidstaat werd gesproken over de voortgang van de werkzaamheden van het EPC (Economic Policy Committee) en SPC (Social Protection Committee) inzake de doelstellingen en werkmethoden op het terrein van de pensioenen.

EPC-voorzitter Cotis maakte melding van de besprekingen in en tussen de beide comités. Voorzien is dat lidstaten volgend jaar een rapport zullen indienen waarin het pensioenbeleid wordt uiteengezet. Deze rapporten worden vervolgens geanalyseerd door de Commissie en de beide comités; de resultaten van die analyse worden vervolgens voorgelegd aan de Europese Raad. Uitgangspunt voor

het EPC is zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande multilaterale procedures, ter vermijding van nieuwe bureaucratie. Discussie is er nog over de frequentie van indiening van nationale rapporten. Daarnaast is er discussie over de vraag of de doelstellingen van pensioenstelsels zoals die door het SPC worden geformuleerd wel voldoende rekening houden met de nationale bevoegdheden op dit terrein. Cotis memoreerde verder dat begin december een rapport van de beide comités zal worden voorgelegd aan de Ecofin en aan de Ministers voor Sociale Zaken.

Door de lidstaat die het onderwerp ter sprake had gebracht werd opgemerkt dat het belangrijk is dat de Ecofin de financiële houdbaarheid van pensioenstelsels toetst tegen de achtergrond van het uitgangspunt van gezonde overheidsfinanciën. De doelstellingen en inrichting van pensioenstelsels is verder een zaak van nationale competentie. Het subsidiariteitsbeginsel dient hier te worden gerespecteerd.

Diverse lidstaten sloten zich aan bij de opmerking over de subsidiariteit. Het gaat hier om de methode van "open coördinatie" en men bepleitte een zo beperkt mogelijke bureaucratische last.

Commissaris Solbes achtte nieuwe procedures niet noodzakelijk. Aangesloten moet worden bij de Globale richtsnoeren voor economisch beleid. Open coördinatie, zo benadrukte hij, verandert uiteraard niets aan de verdeling van bevoegdheden tussen gemeenschap en lidstaten.

Voorzitter Reynders sloot zich hierbij aan en merkte op dat wat betreft de frequentie van rapporteren door de lidstaten nu nog geen besluit behoeft te worden genomen. Dit kan worden bezien nadat een eerste ronde van rapportage is afgerond. Op basis van het gezamenlijk rapport van het EPC en het SPC zal nog dit jaar aan de ER van Laken verslag worden gedaan.

Verslag Ecofin / JBZ Raad

Dit verslag zal separaat worden gestuurd door de Minister van Justitie.


-0-
COUNCIL OF Brussels, 18 October 2001

THE EUROPEAN UNION

12980/01

UEM 76

ECOFIN 280

NOTE

From : (ECOFIN) Council

To : European Council

Subject : Statement by the (ECOFIN) Council to the Ghent European Council on the Commission Communication on preparations for the changeover to the euro

The Ministers of the (ECOFIN) Council welcome the report prepared by the European Commission which provides a comprehensive analysis of the state of

progress regarding the key elements essential for the changeover:

· the preparations by the various economic operators (businesses, banks, national and local administrations and citizens).

· the different communication campaigns necessary to prepare the population;

· the production of euro banknotes and coins.

The Ministers are reassured that preparations, including operations to front-load banks and retailers, are progressing satisfactorily, and remain at their part committed to act to facilitate a smooth changeover. They note, in particular, the importance of:

· increasing efforts to provide information for small and medium size enterprises and local authorities, as many still lag behind in preparations;

· stepping up communication efforts to enable citizens to familiarise themselves with the features of their new currency;

· helping retailers to manage practical aspects of the introduction of the new currency; and encouraging them to participate in the sub-frontloading operation and to use this opportunity to train cash-handling staff in the use of the new banknotes and coins;

· facilitating a swift distribution of the new banknotes to the public as from 1st January, notably through an almost immediate adaptation of ATMs.

The Ministers note the Commission's positive assessment of specific areas described in detail in the report, such as security measures and emergency plans; actions to prevent counterfeiting; the approach followed to promote price stability; methods for bringing the new currency into circulation; and practical measures to assist individuals.

Finally, the Commission's report also identifies forty good practices considered by the Commission as important for the success of the operations. The Ministers will consider, where appropriate and in accordance with national circumstances, implementing these good practices identified.


---

Bijlage 3: Press Release Ecofin in French