IP/01/1491
Brussel, 25 oktober 2001
Motorrijtuigenverzekering: De Commissie verzoekt België en Finland
niet langer een verplicht bonus-malussysteem op te leggen
De Europese Commissie heeft besloten België en Finland formeel te verzoeken niet langer een verplicht bonus-malussysteem op te leggen inzake de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering van motorrijtuigen. Volgens de Commissie is dit systeem in strijd met de vrijheid van tarifering die in de derde richtlijn schadeverzekering is vastgesteld. In de twee landen is de ontwikkeling van de premie uit hoofde van de door autobestuurders veroorzaakte schade niet vrij maar is deze gebonden aan nauwkeurige en verplichte, in de wet vastgelegde criteria. België en Finland beschikken over een termijn van twee maanden na ontvangst van de beschikking van de Commissie om aan dit verzoek te voldoen, dat de vorm heeft van een met redenen omkleed advies, de tweede fase van de inbreukprocedure van artikel 226 van het EG-Verdrag. Indien zij hieraan geen gevolg geven kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie.
De Europese commissaris voor de interne markt, de heer Frits
Bolkestein herinnerde eraan dat "verzekeringsondernemingen geheel vrij
zijn om hun tarieven vast te tellen, zodat automobilisten het meest
interessante aanbod kunnen kiezen. Het gaat er geenszins om het
bonus-malussysteem dat onderscheid maakt tussen goede en slechte
bestuurders, te willen afschaffen, maar om ondernemingen de keuze te
laten over de wijze waarop goede bestuurders kunnen worden beloond
door middel van gunstiger tarieven. Wij hebben zeer lange tijd
getracht met België en Finland tot een minnelijke schikking te komen,
maar zonder succes. De Commissie moet hen derhalve formeel verzoeken
zich aan het Gemeenschapsrecht te houden op straffe van
aanhangigmaking bij het Hof van Justitie".
De beoordeling door de Commissie
In de derde richtlijn "schadeverzekering" (92/49/EEG) is de vrijheid
van tarieven en de opheffing van voorafgaande of stelselmatige
controle van tarieven en overeenkomsten vastgesteld, welke eveneens
voor de motorrijtuigenverzekering geldt, met het doel de interne
verzekeringsmarkt te voltooien. De richtlijn is sinds 1 juli 1994 van
kracht.
De Commissie betwist niet dat de lidstaten over de mogelijkheid
beschikken een tarievenschaal te hanteren waarbij rekening wordt
gehouden met de door de verzekerden veroorzaakte schade, of zelfs een
uniform bonus-malussysteem. Zij is daartegen van oordeel dat, in
zoverre verplichte bonus-malussystemen automatische en dwingende
gevolgen hebben voor de tarieven, deze in strijd zijn met het beginsel
van de vrijheid van tarifering.
Momenteel kunnen verzekeraars die op het Belgische of Finse
grondgebied werkzaam zijn geen andere criteria kiezen dan het verleden
van de verzekerde om de ontwikkeling van de basispremie vrij te kunnen
moduleren. De Commissie heeft de autoriteiten van beide landen reeds
meegedeeld dat er andere systemen zijn waarbij de antecedenten van de
verzekeringnemers in aanmerking kunnen worden genomen zonder dat deze
tariefelementen bevatten. Er bestaan bijvoorbeeld bonus-malusschalen
die zijn ontdaan van alle verplichte coëfficiënten voor
premieverhoging/-verlaging. De verzekeraars zijn dan vrij om het
niveau van de premies vast te stellen waarbij zij rekening houden met
de ernst van het ongeval of met de "strafpunten" en niet alleen met
het aantal ongevallen, en waarbij de economische gevolgen van elk
element voor de premie vrij worden beoordeeld (zoals de ondernemingen
doen om het bedrag van de basispremie vast te stellen).
De Commissie wenst de doelstellingen inzake het bevorderen van de
verkeersveiligheid en het voorkomen van ongevallen niet in gevaar
brengen. Deze doelstellingen moeten worden gehandhaafd, maar hierbij
moet rekening worden gehouden met de vereisten voor een goede werking
van de interne markt, met name het vrij verhandelen van
verzekeringsproducten in de Gemeenschap, een benadering die ondanks
nog door het Hof van Justitie is bevestigd.
België
In België wordt, overeenkomstig de vigerende regelgeving(1)
, de jaarlijkse premie die de verzekerde verschuldigd is
noodzakelijkerwijs vastgesteld op basis van een schaal van graden en
dienovereenkomstige premies. Het betreft een schaal van 23 graden die
zijn genummerd van 0 (54% van de basispremie) tot 22 (waar het
coëfficiënt 200% bedraagt). Volgens deze schaal varieert de premie op
elke jaarlijkse vervaldatum naargelang van het aantal ongevallen
waarvoor de verzekeringsonderneming schadevergoeding aan slachtoffers
heeft uitgekeerd of zou moeten uitkeren. Volgens deze bepalingen wordt
de verzekeringnemer, bij een periode die een of meer ongevallen telt,
met 5 graden gestraft terwijl hij, om één graad te dalen, een heel
jaar geen ongevallen mag hebben veroorzaakt.
De Belgische autoriteiten hadden weliswaar hun voornemen aangekondigd
om het verplichte karakter van dit systeem af te schaffen en een nieuw
stelsel in te voeren dat vergezeld zou gaan van de oprichting van een
tarificatiebureau. Dit voorstel voor een Koninklijk besluit is evenwel
nog niet bekendgemaakt en de verzekeringsondernemingen die in België
werkzaam zijn worden nog altijd geconfronteerd met een systeem dat de
commerciële vrijheid aan banden legt.
Finland
In Finland moet elke verzekeringsonderneming een schaal hanteren naar
het voorbeeld van een tabel welke aan de vigerende regelgeving is
gehecht(2)
. Volgens deze tabel moet elke nieuwe verzekeringnemer in
bonuscategorie U worden ingedeeld (0% bonus). Na zes maanden
ongevalvrij rijden gaat de bonus naar een lagere categorie, en kan
vervolgens maximaal één maal per jaar van categorie veranderen: het
eerste jaar zonder ongevallen leidt tot een bonus van 10% en elk
volgende jaar zonder ongeval resulteert in een extra verlaging van de
premie met 5%. Na 13 jaar zonder ongevallen wordt de verzekeringnemer
ingedeeld in categorie S (70% korting op de premie). Daarentegen komt
de verzekerde in een hogere categorie na elk ongeval dat een wijziging
van de bonuscategorie met zich brengt volgens een in het besluit
vastgelegde tabel: uit hoofde van deze tabel wordt de premie gewijzigd
met een percentage dat bij dit besluit dwingend is vastgelegd.
Bijvoorbeeld, een verzekerde van bonuscategorie S (30% van de premie)
die in dezelfde periode twee ongevallen heeft, wordt in categorie 4
(75%) ingedeeld, wat een (verplichte) verhoging betekent met 45% ten
opzichte van de basispremie.
(1)
Zie hoofdstuk X van het Koninklijk besluit van 14 december 1992
betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen - Belgisch
Staatsblad van 3 februari 1993, blz. 2060.
(2)
Besluit van de minister van Sociale zaken en volksgezondheid van 29
maart 1999 (ingeschreven onder nr. 38/02/1999).