GroenLinks Tweede-Kamerfractie Nieuwsbrief 25 oktober 2001 15:10
Vertrek burgemeester Leeuwarden
(25 oktober 2001)
Kamervraag
Vragen van Tom Pitstra aan de minister van BZK over een regeling voor de vertrekkende burgemeester van Leeuwarden, d.d. 23 oktober 2001
1. Heeft de minister kennisgenomen van de berichtgeving over een afgesloten contract in het kader van de afvloeiingsregeling van de vertrekkende burgemeester van Leeuwarden?
2. Is het waar dat de vertrekkende burgemeester een wachtgelduitkering van in totaal fl. 1,75 miljoen of meer ontvangt? Wie betaalt deze kosten? Hoe worden de kosten verantwoordt, voor zover zij door het rijk worden gedragen? Staan de kosten naar het oordeel van de minister in verhouding tot de oplossing van het bestuurlijke conflict in Leeuwarden, en de bijdrage van de burgemeester aan de oplossing ervan?
3. Is het waar dat in het college van B&W, in de gemeenteraad, of in het ambtelijk apparaat van Leeuwarden afspraken zijn gemaakt over de publieke informatieverschaffing betreffende het conflict? Kan de minister de Kamer informeren over de inhoud van deze afspraken, en daarbij speciale aandacht geven aan de informatiestop over de inhoudelijke kant van de zaak?
4. Zijn de bedoelde afspraken vastgelegd in contracten? Kan de Kamer inzage krijgen in deze contracten? Welke rechtsgrond hebben zij? Wat betekenen zij voor het afleggen van politieke verantwoordelijkheid aan de gemeenteraad, nu en in de toekomst? Hoe kunnen de gemeenteraad en de provinciale staten hun controlerende taken nog naar behoeven uitvoeren, zonder kennis te hebben van de redenen van het vertrek van de burgemeester?
5. Is de minister in deze zaak om advies gevraagd? Kan de minister de Kamer informeren over de inhoud van zijn advies? Heeft de minister vooraf toestemming verleend voor de afspraak naar buiten toe te zwijgen over de inhoudelijke gronden voor het vertrek van de burgemeester, op straffe van een dwangsom? Zo ja uit welke overwegingen? Zo neen, wat is zijn oordeel over de zwijgplicht, en de manier waarop zij wordt afgedwongen?
6. Wat is de reactie van de minister op de kritiek van professor Van den Heuvel, die meent dat de gemeenteraad alsnog op haar schreden zou moeten terugkeren?
7. Is de minister bereid de Kamer nader in te lichten over de redenen voor het vertrek van de burgemeester?
8. Wil de minister deze vragen met spoed beantwoorden, gelet op de actualiteit?
Deze vragen zijn een aanvulling op de vragen van het lid Scheltema-de Nie van 23 oktober 2001.