Wijziging Regeling Kinderopvang CAO Vaktijdschriftjournalisten per
1 januari 2002
Per 1 januari 2002 wijzigt de Regeling Kinderopvang in de CAO voor
Vaktijdschriftjournalisten. In het principe-akkoord van genoemde
CAO is in het voorjaar van 2001 hierover reeds melding van gemaakt.
Deze wijziging (in de vorm van de invoering van de zgn. 50%
maatregel) is per 1 augustus 2001 ook reeds ingevoerd bij de
Regeling Kinderopvang CAO-BTU.
Het systeem van kostendeling
De invoering van de 50% maatregel per 1 januari 2002 is uitvloeisel
van de afspraak in de CAO over te gaan op een systeem van
kostendeling. Kostendeling betekent dat niet langer automatisch
alle lasten van kinderopvang na aftrek van een ouderbijdrage worden
afgewenteld op uitsluitend het kinderopvangfonds VAK.
Als uitgangspunt geldt dat de bijdrage van de bedrijfstak aan de
kosten van een kinderopvangplaats zal zijn beperkt tot slechts 50%
van de overblijvende kosten (totale kosten kinderopvang minus de
eigen ouderbijdrage). De andere helft van de overblijvende kosten
dient te worden verhaald op (de kinderopvangregeling van) de
werkgever van de partner van de ouder. Wanneer deze kostendeling
niet kan plaatsvinden, komt de andere helft van de overblijvende
kosten in principe alsnog voor rekening van de ouder, zij het dat
deze extra bijdrage voor de ouders is beperkt.
Mitigering
In situaties waarin geen kostendeling - zoals hierboven bedoeld -
kan plaatsvinden, wordt een mitigering aangebracht in de mate
waarin ouders deze extra opvangkosten voor eigen rekening zouden
moeten nemen. En wel als volgt:
a. De bijdrage van de ouders is te allen tijde gelimiteerd tot ten
hoogste het dubbele van de reguliere ouderbijdrage die wordt
vastgesteld op basis van het gezinsinkomen.
b. Voor een alleenstaande ouder geldt de verhoging van de
ouderbijdrage niet.
c. Voor andere situaties waarin het ontbreken van een toepasselijke
kinderopvangregeling van de partner tot ongewenste effecten zou
leiden, geldt een hardheidsclausule. De toepassing van de
hardheidsclausule is ter beoordeling van het bestuur van de
Stichting Fondsen Kinderopvang Boeken- en
Tijdschriftuitgeverijbedrijf.
Aanleiding tot deze maatregel
Achtergrond van deze wijzigingen is enerzijds het gegeven dat de
Regeling Kinderopvang nog steeds een zeer sterke groei doormaakt en
anderzijds het oordeel van CAO-partijen dat de Regeling beschikbaar
moet blijven voor alle werknemers in de bedrijfstak zonder
wachtlijsten voor deelname. De grote vraag naar kinderopvang leidt
daarom tot een beroep op zowel werkgevers als werknemers.
Gezien de maatschappelijke ontwikkeling dat er vele tweeverdieners
zijn van wie ook de partner bij diens werkgever aanspraak kan maken op
een Kinderopvangregeling of bijdrageregeling èn omdat er inmiddels
fiscale faciliteiten zijn gekomen voor ouders met betrekking tot de
kosten van kinderopvang, hebben CAO-partijen tot deze wijziging van de
Regeling Kinderopvang moeten, maar ook kunnen besluiten.
Buitenschoolse Opvang (BSO)
Voorts is de werking van de regeling BSO verruimd. De
bijdrageregeling voor Buitenschoolse Opvang, die was ingevoerd op 1
augustus 1999 voor kinderen die toen voor het eerst naar de
basisschool gingen (4-jarigen), is m.i.v. 2001 (dus met
terugwerkende kracht) verruimd tot alle kinderen in de leeftijd van
4 tot 13 jaar.
Daarnaast is ook de toepassing van BSO verruimd. Omdat in de
praktijk Naschoolse opvang niet slechts betrekking heeft op opvang
vòòr en nà schooltijden, maar ook op tussenuren (tussenschoolse
opvang) hebben CAO-partijen in de CAO de omschrijving van
Buitenschoolse Opvang, de opvang van kinderen van 4 tot 13 jaar,
verruimd tot ook vormen van tussenschoolse opvang.
CAO-partijen hebben daarbij wel afgesproken dat, indien binnen de
nu gemaakte afspraken de middelen van het Fonds ontoereikend zouden
blijken om zowel aan de vraag naar reguliere kinderopvang (0 tot 4
jaar) als naar buitenschoolse opvang (4 t/m 12 jaar) te voldoen, er
voorrang zal worden gegeven aan de uitvoering van de reguliere
kinderopvang.
Voor buitenschoolse opvang zal in dat geval, conform het gestelde
in artikel 6 lid 4 van het Reglement van de Stichting Fondsen
Kinderopvang BTU (zie de betreffende CAO-bijlage), een wachtlijst
worden aangelegd.
Fiscale aspecten
Kintent, de uitvoerder van de regeling Kinderopvang, heeft de
fiscale aspecten van de kosten voor kinderopvang voor het jaar 2001
op een rij gezet, zowel voor de werkgever als voor de werknemer.
Indien u deze informatie wenst te ontvangen stuurt u dan een e-mail
met uw NAW-gegevens naar c.hondeman@nuv.nl onder vermelding van
FISCALE ASPECTEN KOSTEN KINDEROPVANG.
Adressen
De adressen van de stichtingen, die zijn betrokken bij de
uitvoering van de kinderopvangregelingen in de bedrijfstak boeken-
en tijdschriftuitgeverijbedrijf.
A. De feitelijke uitvoering van de Regeling Kinderopvang BTU
(bemiddeling voor ouders en werkgevers, vragen over uitvoering,
bedragen, tabellen etc.) is opgedragen aan:
Kintent (V/h: Stichting Uitvoering Kinderopvangregelingen (SUK))
Postbus 8545
3503 RM UTRECHT
Maliebaan 87
3581 CG UTRECHT
Tel.: 030 - 2323100
Fax: 030 - 2323101
Internet: www.kintent.nl
B. De beleidsmatige uitvoering van de Regeling Kinderopvang BTU
(beleidsvragen, bijzon-dere gevallen, verzoeken om toepassing
hardheidsclausule) is opgedragen aan:
Stichting Fondsen Kinderopvang BTU
Postbus 12040
1100 AA AMSTERDAM Z.O.
Tel.: 020 - 4309187
Fax: 020 - 4309179
Email: info.socialezaken@nuv.nl
De betrokken ouders worden rechtstreeks door de uitvoerder van de
regeling, Kintent, geïnformeerd.