Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 's-Gravenhage Directie Veiligheidsbeleid Afdeling Nucleaire Aangelegenheden en Non-proliferatie Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 26 oktober 2001 Auteur Hedda Samson
Kenmerk DVB/NN-401/01 Telefoon 070-3485961
Blad /4 Fax 070-3485684
Bijlage(n) 1 E-mail dvb-nn@minbuza.nl
Betreft Draft International Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation - multilateraliseringsproces en rol Nederland C.c.
Zeer geachte Voorzitter,

In mijn brief van 7 november 2000 (kamerstuk 21531 nr. 4), deed ik verslag van het Nederlandse voorzitterschap van het Missile Technology Control Regime (MTCR) en van het in dat kader ontplooide initiatief inzake een ontwerp gedragscode tegen raketproliferatie (International Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation/ICOC). Hierbij wil ik u graag op de hoogte brengen van de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot deze ontwerp gedragscode.

Van 25 tot en met 28 september 2001 vond in Ottawa de jaarlijkse plenaire bijeenkomst van het MTCR plaats, onder Canadees voorzitterschap. Het belangrijkste onderwerp was de herziening en afronding van een voor alle MTCR leden aanvaardbare ontwerp ICOC, uitgaande van de in 2000 in Helsinki tot stand gekomen ontwerptekst. Onderdeel van de besluitvorming betrof tevens de wijze waarop het internationale draagvlak voor de ICOC buiten de kring van MTCR landen zou kunnen worden verbreed. Dit zgn. multilateraliseringsproces dat op de Ottawa plenaire zou moeten volgen, zou op zo kort mogelijke termijn moeten leiden tot de ondertekening van de ICOC door een zo groot mogelijk aantal staten.

De aanslagen in de VS op 11 september jl. hebben aan deze exercitie de nodige urgentie toegevoegd. Het belang in dit licht van de totstandkoming van een effectief instrument tegen de proliferatie van ballistische raketten, werd tijdens de MTCR bijeenkomst onderstreept door de woorden "missiles and terrorism should never meet".

Draft Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation

In de periode oktober 2000 tot september 2001 waren, onder leiding van het Finse MTCR voorzitterschap, landen buiten de MTCR uitgenodigd om zich uit te spreken over de in Helsinki opgestelde ontwerp ICOC. Veel landen, met name 'gelijkgezinden', ondersteunden in beginsel de totstandkoming van een internationale gedragscode tegen de proliferatie van ballistische raketten. Reacties op de ontwerp ICOC richtten zich met name op de zgn. 'aansporingen' (incentives), die landen ertoe zouden kunnen brengen af te zien van de ontwikkeling van ballistische raketten, de vertrouwenwekkende maatregelen en het vreedzaam gebruik van ruimtetechnologie en toegang tot dergelijke technologie in het kader van de gedragscode.

Tegen deze achtergrond is tijdens de MTCR plenaire in Ottawa de ontwerp ICOC nogmaals onder de loep genomen. In de wetenschap dat de Helsinki tekst reeds een na intensieve discussie tot stand gebracht compromis was, was de inzet van de Nederlandse delegatie er daarbij op gericht enerzijds op enigerlei wijze recht te doen aan het van niet-MTCR-landen ontvangen commentaar, en anderzijds te voorkómen dat de bestaande tekst zou worden uitgekleed. Hierin is men tijdens de onderhandelingen geslaagd. De tekst is in wezen niet aangetast en op een aantal punten zelfs verbeterd. Zo wordt in het onderdeel 'Cooperation', ingegaan op mogelijke maatregelen tot samenwerking tussen landen die de gedragscode onderschrijven en ervoor kiezen hun bestaande ballistische rakettenprogramma of lanceringsinstallaties af te bouwen. In het kader van de vertrouwenwekkende maatregelen is thans voorzien in mogelijk aanvullende bilaterale of regionale maatregelen op het gebied van openheid (transparency).

Hoewel veel niet-MTCR-landen erop hadden aangedrongen meer toezeggingen op te nemen inzake technische samenwerking in het kader van de ICOC, kon geen overeenstemming worden bereikt over extra vermeldingen buiten hetgeen hierover reeds in de Helsinki tekst was opgenomen. Dit punt zal ongetwijfeld onderwerp van nadere discussie zijn tijdens het komende multilateraliseringsproces.

Voor uw informatie is een exemplaar van de huidige "Draft Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation" als bijlage bij deze brief gevoegd.

Multilateraliseringsproces

Behalve overeenstemming binnen de MTCR over een herziene ontwerp ICOC, werd ook overeenstemming bereikt over het zgn. multilateraliseringsproces dat na Ottawa gestalte moet krijgen teneinde steun van zoveel mogelijk landen buiten de MTCR voor de ontwerp ICOC te verwerven.

De inzet van de EU en de VS was om de tekst van de ontwerp ICOC, na vaststelling door de MTCR plenaire, buiten de MTCR te brengen in een ad hoconderhandelingsproces dat in 2002 zou moeten resulteren in de ondertekening van de ICOC door zoveel mogelijk, bij voorkeur vanuit het perspectief van de proliferatie van ballistische raketten 'relevante', landen. In dit proces zouden wijzigingen in de bestaande ontwerptekst slechts met consensus kunnen worden aangebracht. Enkele andere MTCR-leden, met name Zuid-Afrika, daarentegen waren voorstander van een zgn. 'open-ended' onderhandelingsproces met alle geïnteresseerde landen over de ontwerp ICOC in de vorm van een diplomatieke conferentie. De EU en de VS zagen als risico van een dergelijke benadering dat de ICOC ofwel niet van de grond zou komen wegens gebrek aan overeenstemming over een onderhandelingsmandaat, ofwel nimmer tot een einde zou kunnen worden gebracht wegens blijvende onenigheid over de tekst.

Uiteindelijk kon overeenstemming worden bereikt over een multilateraliseringsproces waarin Frankrijk, begin 2002, een eerste voorbereidende bijeenkomst zal organiseren. Nederland verklaarde zich bereid om, aan het eind van het proces, voorzien voor eind 2002, gastheer te zijn voor een internationale conferentie waar de ICOC ondertekend zal kunnen worden.

Het Nederlandse aanbod is gedaan in het licht van het belang dat de regering hecht aan multilaterale ontwapening en non-proliferatie. In dat kader wordt de totstandkoming van een eerste multilateraal instrument op het gebied van raketproliferatie van groot belang geacht. Bovendien stond Nederland aan de wieg van de beoogde ICOC, tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de MTCR in 1999/2000. Het 'lanceren' van de ICOC tijdens een internationale conferentie in Nederland zou een passende afsluiting van dat initiatief zijn.

Zover is het echter nog niet. Veel hangt af van het verloop van het multilateraliseringsproces, met name van de verwachte discussie tijdens de eerste 'prepcom' over het vervolgtraject richting lanceringsconferentie. Frankrijk zal hierin nu het voortouw nemen, in nauw overleg met Nederland. Diplomatieke inspanningen van alle EU partners zullen nodig zijn om de deelname aan het proces zo breed en relevant mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat aan het einde van 2002 de afkondiging van de ICOC een feit kan zijn. Het spreekt vanzelf dat de regering hiertoe alles in het werk zal stellen. Van de voortgang in dit proces zal ik uw Kamer regelmatig op de hoogte houden.

De Minister van Buitenlandse Zaken