Commissie Financiële Afwikkeling vuurwerkramp Enschede II (CFA
II); een feitenoverzicht
Een publicatie bij het onderwerp Brandweer en Rampenbestrijding
26 oktober 2001
De tweede Commissie Financiële Afwikkeling vuurwerkramp Enschede
(CFA II) is ingesteld om te adviseren over oplossingen en
regelingen voor gedupeerden van de vuurwerkramp die met de
bestaande regelingen tussen wal en schip raken. Het uitgangspunt
is maatschappelijke solidariteit met de slachtoffers. De
ingewikkelde kwestie van de aansprakelijkheid is hierbij niet aan
de orde. CFA II adviseert dan ook over tegemoetkomingen en niet
over vergoedingen. Het vermoeden bestaat dat niet iedere
gedupeerde in relatie tot het solidariteitsprincipe - in redelijke
opzichten een tegemoetkoming vanuit de eerdere regelingen voor
materiële schade heeft ontvangen.
CFA II adviseert aan haar opdrachtgever, de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), en aan de
gemeente Enschede. De commissie staat onder voorzitterschap van de
Deventer burgemeester drs. J. van Lidth de Jeude.
In onderstaand feitenoverzicht staan aanleiding, achtergrond,
samenstelling, opdracht, werkwijze en planning van CFA II.
Aanleiding en achtergrond
Het rapport van de Commissie Oosting over de vuurwerkramp is op 26
april 2001 in de Tweede Kamer behandeld. Tijdens het debat hebben
de Kamerleden mevrouw Wagenaar en mevrouw Scheltema-De Nie de
volgende motie ingediend:
"Overwegende dat verschillende soorten schadevergoedingen bestaan
voor slachtoffers van de vuurwerkramp;
Overwegende, dat desalniettemin een aanzienlijk aantal
slachtoffers tussen wal en schip is terechtgekomen;
Constaterende, dat de regering voornemens is om de Commissie
Financiële Afwikkeling te activeren teneinde onderzoek te doen
naar de situatie van bovengenoemde slachtoffers;
Verzoekt de regering deze commissie te verzoeken onder andere
voorstellen te doen ten aanzien van vervolgschade, waaronder
letselschade en deze met grote spoed tot uitvoering te brengen."
De minister van BZK heeft de motie overgenomen maar met één
beperking: letselschade in de zin van immateriële personenschade
(smartengeld, gederfde levensvreugde) heeft hij niet in de
opdracht aan de commissie meegegeven. De tweede Commissie Van
Lidth is formeel geïnstalleerd op 27 augustus 2001 en zal haar
werk op 31 december 2001 beëindigen.
De Commissie Financiële Afwikkeling I heeft na de vuurwerkramp op
13 mei 2000 advies uitgebracht over het ontwerp en de hoofdlijnen
van de uitvoering van een pakket regelingen voor financiële
tegemoetkomingen voor de materiële zaakschade, dat wil zeggen: de
schade die aan bezittingen was ontstaan. Het betreft de volgende
regelingen: cascoregeling, inboedelregeling, opruimingsregeling,
aanhangwagenregeling, OBO-regeling (Onkostenvergoeding Bijzondere
Omstandigheden) en ondernemersregeling.
Opdracht en samenstelling
CFA II heeft de opdracht om voorstellen te ontwikkelen voor
categorieën gedupeerden (burgers, organisaties en ondernemers) die
ondanks genoemde regelingen tussen wal en schip dreigen te raken.
Het werk van CFA II bestaat in feite uit drie deelopdrachten:
* Het afronden van het werk van CFA I.
Soms blijken gedupeerden ongewild buiten de boot te vallen. Waar
dat niet in de geest van CFA I is, vraagt dit om snelle
oplossingen op maat.
* Het waar nodig aanvullen van de regelingen, in het verlengde van
CFA I.
Sommige categorieën gedupeerden blijken vooralsnog buiten de
regelingen te vallen. Voor hen zijn op korte termijn aanvullende
voorstellen of regelingen nodig.
* Het ontwikkelen van oplossingen voor het nieuwe terrein van de
materiële personenschade.
Onder materiële personenschade vallen de financiële gevolgen van
psychisch of lichamelijk letsel. Het gaat bij deze materiële vorm
van letselschade om aantoonbaar gemaakte extra kosten waar geen
tegemoetkoming tegenover heeft gestaan, bijvoorbeeld bepaalde
ziektekosten die niet door de zorgverzekeraar worden vergoed
(zoals eigen risico of kosten voor verblijf in het ziekenhuis) of
bepaalde reiskosten naar artsen en therapeuten. Een ander
voorbeeld betreft personen die in ernstige financiële problemen
kunnen raken als gevolg van arbeidsongeschiktheid die door de ramp
is veroorzaakt.
Immateriële personenschade, zoals smartengeld en op geld te waarderen
gederfde levensvreugde, valt niet binnen de taakopdracht van de CFA
II. De commissie zal deze categorie van schade dan ook niet
onderzoeken.
De nieuwe Commissie Van Lidth bestaat uit (ambtelijke)
vertegenwoordigers van de ministeries van BZK en Economische Zaken en
van de gemeente Enschede. Daarnaast heeft de Commissie adviserende
leden, zoals het Informatie- en Adviescentrum (IAC) van de gemeente
Enschede, de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente, het Nationaal
Rampenfonds en een onafhankelijk verzekeringsdeskundige. Verder laat
de commissie zich informeren door de Stichting financiële
hulpverlening vuurwerkramp en de door deze Stichting ingeschakelde
uitvoeringsinstanties.
Vanuit CFA II vindt geregeld overleg plaats met bestuurlijke
vertegenwoordigers van de Belangenvereniging Slachtoffers Vuurwerkramp
en de Ondernemersvereniging Gedupeerde Ondernemers Vuurwerkramp
Enschede.
De CFA II staat onder voorzitterschap van de Deventer burgemeester
drs. J. van Lidth de Jeude en startte op 10 september jl. officieel
met haar werkzaamheden. In de maanden ervoor is de commissie begonnen
met de inventarisatie die nodig is voor uitvoering van de opdracht.
Werkwijze en planning
De CFA II werkt via de volgende, veelal gelijktijdige stappen aan haar
opdracht:
* inventariseren:
een grondige, actuele inventarisatie van de categorieën
gedupeerden en resterende zaakschade is nodig. Dat gebeurt onder
meer via enquêtes, overleg met de belangenorganisaties van
gedupeerde particulieren en gedupeerde ondernemers en bestudering
van bestaande dossiers.
* oplossingen bedenken:
dat kunnen nieuwe of aanvullende regelingen zijn of oplossingen op
maat.
* uitvoeringsmogelijkheden uitwerken:
daarbij zijn zowel de praktische uitvoering als de financiering
aan de orde.
CFA II adviseert hierover vervolgens aan haar opdrachtgever, de
minister van BZK, en de gemeente Enschede.
Snelheid en zorgvuldigheid zijn even belangrijk. Dit kan betekenen dat
relatief eenvoudige zaken snel tot een concreet voorstel kunnen
leiden. Voor veel zaken die vallen onder afronding en aanvulling
zullen naar verwachting vóór eind november voorstellen tot oplossing
zijn gedaan. Ingewikkelder is het terrein van de materiële
personenschade. Verwacht wordt dat CFA II op dit punt eind december
met voorstellen komt.
Vragen?
Via het Secretariaat van de CFA II (Postbus 20, 7500 AA Enschede) is
het formele instellingsbesluit van de commissie verkrijgbaar.
Enschede, 26 oktober 2001