Ministerie van Algemene Zaken


1red10117
26-10-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER ZIJN BEZOEK AAN PAKISTAN EN DE
NEDERLANDSE STEUN AAN DE MILITAIRE ACTIES TEGEN AFGHANISTAN

GREYN:
Als dit wordt uitgezonden dan zit u geloof ik al in het vliegtuig naar Pakistan. Wat gaat u daar eigenlijk doen?

KOK:
We vinden het goed dat Nederland heel duidelijk in het gebied, in dit geval dus Pakistan vlakbij Afghanistan, zichtbaar is op het humanitaire onderdeel. We hebben een militair conflict dat ingrijpend is, politiek-diplomatieke contacten, maar humanitair gaat het om de toekomst van mensen daar, vluchtelingenproblematiek, en natuurlijk ook directe hulpverlening en het bieden van perspectief met het oog op de toekomst, schuldverlichting, sociaal-economische ondersteuning. Pakistan maakt deel uit van de brede alliantie van landen die de gang van zaken tegenover Afghanistan ondersteunt. Er zijn met enige regelmaat contacten vanuit Europa. Tony Blair is daar geweest, Gerhard Schröder is er zondag, de EU-trojka en Nederland heeft daar ook echt een eigen bijdrage aan te leveren.

GREYN:
Nu spelen wij vooral een rol in die humanitaire hulp. Dan kan ik me voorstellen dat mevrouw Herfkens, minister van Ontwikkelingssamenwerking, daar heen gaat. Waarom moet de minister-president dan ook mee?

KOK:
Omdat natuurlijk ook de president van Pakistan, Musharraf, in het geheel een belangrijke rol vervult. Het is dus ook politiek van betekenis om op het hoogste niveau contacten te hebben die nodig zijn en ook aan Pakistan duidelijk te maken dat de internationale wereld ook echt verwacht dat men aan de humanitaire problematiek die aandacht geeft die nodig is. Want naar de mate waarin de mensen in de wereld zouden denken dat te veel mensen in dat gebied verkommeren, te weinig aandacht krijgen, zou de steun voor de brede inzet op het militaire vlak ook wel eens kunnen haperen.

GREYN:
Ik heb een interview gelezen met mevrouw Karimi van GroenLinks en die zegt: de premier moet Pakistan gewoon onder druk zetten, alsof dat zo gemakkelijk zou zijn?

KOK:
In ieder geval Pakistan aanmoedigen om door te gaan met het geven van steun aan de internationale alliantie. Pakistan ontvangt daarvoor natuurlijk de nodige waardering. Het is nog niet zo lang geleden dat Pakistan vanuit de internationale wereld wat minder ondersteuning kreeg dan nu het geval is. Pakistan heeft tegelijkertijd zelf natuurlijk met een aantal grote problemen te maken, kijk naar het India-Pakistan conflict rondom Kasjmir. En Pakistan kan ook heel veel doen om er toe bij te dragen dat de humanitaire problematiek van behoorlijke antwoorden wordt voorzien en dan kan men natuurlijk



ook op financiële ondersteuning vanuit andere landen, vanuit de EU en vanuit Nederland rekenen.

GREYN:
Kun je eigenlijk zeggen dat wij wat aanzien hebben in Pakistan, omdat we nogal eens een keer geld geven aan die regio? Bestaat er zo'n link?

KOK:
Niet één op één, maar het is natuurlijk wel zo dat het feit dat Nederland een grote donor is op het humanitaire terrein algemeen bekend is. Als er dus wordt gepraat over de toekomst van dat gebied, de toekomst van Afghanistan na de huidige Taliban-periode en men spreekt over humanitaire opbouw en over de logistieke ondersteuning daarbij, dan wordt door veel andere Europese landen, maar ook door de Amerikanen, vaak naar Nederland gekeken, omdat men ziet dat wij daar goed in zijn, natuurlijk ook vanwege de financiële ruimte die wij daarvoor beschikbaar stellen. We zijn niet verdacht. Ik wil niet zeggen dat andere landen wel verdacht zijn, maar door onze grootte brengen we ook niet de verdenking met ons mee dat we andere belangen hebben dan inderdaad die humanitaire opbouw echt mogelijk te maken. Dus als sommige landen misschien extra goed zijn op het militaire vlak, zo zijn andere dat op het internationaal-humanitaire vlak. Tot die laatste categorie behoort zeker ook Nederland.

GREYN:
Dat betekent dat u ook een grote zak geld meeneemt naar Pakistan?

KOK:
Nee, ik hoef helemaal geen zak geld mee te nemen. Er gebeurt al heel veel, dat is ook bekend, in het kader van de internationale hulpverlening met Nederlandse financiering, soms bilateraal, vanwege de rol van de overheid en de niet-gouvernementele organisaties. Wat nu vooral aan de orde is om middelen die beschikbaar zijn zo effectief mogelijk aangewend te krijgen en ook te zien of bijvoorbeeld de vluchtelingenproblematiek van goede antwoorden wordt voorzien.

GREYN:
Als u terugkomt na het weekend en terugkijkt: wanneer zult u constateren of het geslaagd is? Welke toezegging moet er dan zijn?

KOK:
Ik ga niet echt om iets te vragen of iets aan resultaat te boeken. Ik wil graag met mijn eigen ogen zien, ook in gesprekken met vertegenwoordigers van vluchtelingenorganisaties, de verschillende instanties, de UNHCR, de VN, hoe de situatie is en horen van direct betrokkenen hoe men de nabije toekomst ziet. We gaan natuurlijk ook met Pakistan praten over hoe men de toekomst van Afghanistan in de post-Taliban periode bekijkt. Men zit daar natuurlijk bovenop en heeft ook zijn eigen belangen, dus je moet dat natuurlijk ook een beetje wegen ten opzichte van andere informatie. Het is echt een bezoek om zichtbaar te maken dat we belangstelling hebben, dat we ook bij deze kanten van het conflict betrokkenheid hebben en om uit de eerste hand te horen hoe men daar de antwoorden ziet en die impressies weer delen met anderen. En ook van Tony Blair die daar vorige week was de nodige informatie terug krijgen. Nederland kan op dat punt ook een bijdrage leveren aan het poulen van



informatie en inzicht, ook in VN-verband. We moeten echt toewerken naar een nieuwe situatie, die ook na het beëindigen van het militaire conflict mogelijk is.

STEUN AAN MILITAIRE ACTIES

GREYN:
Het militaire conflict gaat nu nog even door. Dat is al weer een hele tijd bezig. Er komen steeds meer berichten over doden en missers. Gaat u toch niet stiekem wat anders denken over die militaire actie tegen Afghanistan?

KOK:
Die is nodig en onvermijdelijk. De aanval op de Verenigde Staten was ook een aanval op ons en ­ ook al doen we militair niet mee ­ we staan er achter. De Amerikanen weten heel goed dat er steeds uitleg nodig is, vanwege het internationale draagvlak, ook voor dingen die niet goed gaan: de missers die er zijn en onbedoelde bij-effecten waarbij mensenlevens in het geding zijn. Het is niet alleen zo dat de Amerikanen zelf weten dat ze zorgvuldig moeten zijn vanuit hun verantwoordelijkheid, maar ze weten ook dat de broze internationale coalitie het gebeuren heel kritisch volgt. Ik heb tot nu toe echt geen aanwijzingen en ook geen redenen om op dit punt onze steun en solidariteit richting de Verenigde Staten anders te zien dan we een paar weken geleden hebben geformuleerd.

GREYN:
Maar het is toch iedere keer weer schrikken als er weer een groot aantal doden valt?

KOK:
Absoluut. Het is dan ook het eerste belang na te gaan wat hier waar en niet waar is. Er wordt natuurlijk soms ook valse informatie door Taliban gegeven. Ik heb tot nu toe gemerkt dat de Amerikanen toch iedere keer met een grote mate van openheid uitleg geven, ook als er onbedoelde effecten zijn opgetreden, over waar en hoe dat is gebeurd. Dat is wel nodig om de reden die ik net noemde. Mensen moeten het wel kunnen blijven dragen.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)