Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422518


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den haag
Datum 26 oktober 2001 Auteur Klomp en De Lange Lange Kenmerk KIG-/2001 Telefoon 00-250-584348
Blad /9 Fax 00-250-584503
Bijlage(n) 1 E-mail marije.klomp@minbuza.nl
Betreft Mijn bezoek aan Rwanda op 24 oktober 2001

Zeer geachte Voorzitter,

Gaarne informeer ik u hierbij over mijn bezoek aan Rwanda van 24 oktober jl., dat plaatsvond in het kader van mijn besluit Rwanda toe te voegen aan de lijst met landen waarmee Nederland een structurele ontwikkelingssamenwerkingsrelatie onderhoudt, waarover u per brief van 9 oktober jl. bent geïnformeerd.

Tijdens dit eendaagse bezoek aan Rwanda heb ik een uitvoerig onderhoud gehad met president Kagame. Daarnaast heb ik een bezoek gebracht aan de Minister van Buitenlandse Zaken en Regionale Samenwerking, Bumaya, en heb ik gesproken met minister Kaberuka, de Minister van Financiën en Economische Planning. Mijn gesprekken met de President en de Ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën vonden in een goede sfeer plaats en waren constructief van aard. De binnenlandse en regionale ontwikkelingen stonden hierbij centraal.

Voorts heb ik een ruim twee uur durende lunchontmoeting gehad met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Tijdens deze lunch werd mij een petitie aangeboden waarin door een groot aantal Rwandese NGO's (waaronder diverse partners van Nederlandse MFO's) steun wordt gegeven aan mijn voornemen om de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Rwanda uit te breiden. Een vertaling van de petitie gaat u hierbij toe.

Tenslotte heb ik een gesprek gevoerd met de Uitvoerend Secretaris van de Nationale Eenheids- en Verzoeningscommissie en de Voorzitter van de Nationale Mensenrechtencommissie.

De gesprekken die ik heb gevoerd in Rwanda hebben mij gesterkt in mijn wens Rwanda toe te voegen aan de lijst van 17+3, om in overleg met de Rwandese overheid en het Rwandese maatschappelijk middenveld te komen tot een verbreding van de relatie.

Verslag

Binnenlandse ontwikkelingen

Ik werd van Rwandese zijde uitvoerig bedankt voor de steun die Nederland na de genocide van 1994 had gegeven en heb toegezegd deze dank aan de Nederlandse regering te zullen overbrengen. Ik heb een aantal onderwerpen op het terrein van verdergaande democratisering, de persvrijheid en nieuwe NGO-wetgeving bij mijn gesprekspartners aan de orde gesteld. De president ging hierop uitvoerig in. Hij verzekerde mij dat de overgangsregering zich inspande om een nieuwe constitutie op te stellen, die de basis zal leggen voor een democratisch bestel. De transitieperiode, die met het houden van algemene verkiezingen in 2003 ten einde loopt, wordt volgens Kagame gebruikt om consultaties te voeren onder brede lagen van de bevolking. Nationale eenheid en verzoening stonden hierbij centraal. Kagame erkende dat het proces niet altijd feilloos verliep, maar verklaarde dit mede vanuit de geschiedenis van het land. Op mijn vraag naar onafhankelijke media, antwoordde hij dat het nagenoeg ontbreken van een onafhankelijke pers een punt van aandacht voor zijn regering was. Hij noemde in dit verband capaciteitsproblemen (bijna geen goed opgeleide en ervaren journalisten) en financiële problemen (hoge productiekosten en een kleine markt). Over de recente NGO-wetgeving, die zovele reacties heeft opgeroepen in binnen- en buitenland, zei de president dat hij persoonlijk had verzocht een aantal zaken aangaande het wetsvoorstel te heroverwegen, die ook door NGO's zelf zijn opgebracht.

Ik heb uitvoerig met de Minister van Financiën en Economische planning gesproken over de economische ontwikkelingen, de ontwikkeling van het PRSP en ontwikkelingen op het terrein van Goed Bestuur, Mensenrechten en Vredesopbouw. Ik heb gesteld dat de Nederlandse regering zwaar hecht aan transparantie van overheidsadministratie. Kaberuka zei dat binnenkort de eerste rapporten van de Algemene Rekenkamer in een plenaire zitting van het parlement zullen worden behandeld. Naar zijn mening zijn de rapporten bijzonder kritisch van aard. Tevens vertelde hij dat mijn Britse collega recentelijk een flash report over de begrotingsuitvoering had laten opstellen door de Crown Agent. Hij was zeer verheugd mij te kunnen meedelen dat Rwanda een clean bill of health had gekregen.

Kaberuka lichtte toe dat het PRSP-document, dat tijdens de donorconferentie in november a.s. zal worden gepresenteerd, als leidraad wordt beschouwd voor de discussie over een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak voor armoedebestrijding door de overheid, de bilaterale donoren en de IFI's.

Regionale ontwikkelingen

In mijn gesprekken met de Minister van Buitenlandse Zaken en Regionale Samenwerking en president Kagame heb ik aandacht gevraagd voor regionale ontwikkelingen. Met name de Rwandese aanwezigheid in de DRC, alsmede de spanningen tussen Uganda en Rwanda kwamen aan de orde.

De Minister van Buitenlandse Zaken stelde dat Rwanda verder was met terugtrekking van haar troepen in de DRC dan bepaald was in het troepenscheidingsakkoord in het kader van het Lusaka vredesproces. Hij onderstreepte dat volledige terugtrekking uit de DRC mogelijk zou zijn zodra (VN-)garanties voor veilige Rwandese grenzen zijn gegeven.

T.a.v. de recente spanningen tussen Uganda en Rwanda toonde de president volledige bereidheid de dialoog met zijn Ugandese ambtgenoot te hervatten. Hij verklaarde dat het in het geheel niet in het belang van Rwanda is om een slechte relatie met Uganda te hebben. De handel van Rwanda vindt voor 75 procent via Uganda plaats.

Ik heb met de president en minister Bumaya van gedachten gewisseld over het DDRRR-programma (Disarmament, Demobilisation, Reintegration, Resettlement, Repatriation) voor het Grote Merengebied dat momenteel wordt voorbereid door de WB en de UNDP. In dit kader zijn beide organisaties zijn momenteel bezig met het opzetten van een regionaal programma en een trustfund. Gezien het strategische belang voor de oplossing van het probleem heb ik tijdens mijn recente bezoek aan Washington mij bereid verklaard hier ruimhartig aan bij de dragen. Zowel president Kagame als minister Bumaya zeiden dat Rwanda gereed was om te beginnen met de implementatie van het programma, zodra fondsen beschikbaar kwamen.

Gesprek met maatschappelijk middenveld

Mijn ontmoeting met vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld in Rwanda heeft mij gesterkt in mijn besluit Rwanda toe te voegen aan de 17+3 lijst. Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, waaronder ontwikkelingsorganisaties, vrouwenorganisaties en de twee belangrijkste mensenrechtenorganisaties, hebben allen een sterk beroep op mij gedaan meer structurele hulp aan Rwanda te verschaffen om meer te kunnen doen aan vooral de rurale armoede. Nederland had een cruciale en zeer gewaardeerde rol gespeeld in de eerste reconstructiefase van het land, maar nu is het tijd voor een meer structurele ontwikkelingsrelatie tussen Rwanda en Nederland. Alle vertegenwoordigers onderstreepten dat armoedevermindering nu een topprioriteit is om het verzoeningsproces verder door te kunnen zetten en om de positieve zaken die bereikt zijn in het land te kunnen behouden. Verschillende vertegenwoordigers maakten duidelijk dat zij met betrekking tot het democratiseringsproces en goed bestuur nog steeds zorgen hebben, en dat politieke vrijheden nog steeds niet volledig gegarandeerd zijn. Anderzijds onderstreepten zij ook dat reeds veel is bereikt. Het gaat volgens hen om het veroveren van de democratische ruimte, om mensen bewust te maken van hun rechten en om arme boeren op de heuvels in staat te stellen te participeren in lokale politieke besluitvorming. Overigens werd verbazing uitgesproken over de positie die sommige Rwandezen in de diaspora innemen Ondanks het feit dat aanwezigen ook kritiek hadden op de regering kon men zich volstrekt niet vinden in hun weergave van de huidige situatie in Rwanda.

Een aantal vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties hebben hun oproep aan Nederland uitgebreid toegelicht in een petitie die zij mij hebben overhandigd. In hun petitie maken de maatschappelijke organisaties duidelijk dat ze veel verwachten van een toegenomen Nederlandse betrokkenheid bij Rwanda. Niet alleen voor wat betreft de bijdrage aan armoedebestrijding en het verstevigen van het maatschappelijk middenveld, maar ook voor wat betreft het monitoren van ontwikkelingen, het voeren van een actieve dialoog en het uitoefenen van druk op de regering op punten waar het democratiseringsproces stokt. Deze uitgangspunten zijn conform het beleid dat ik wil voeren ten aanzien van Rwanda. In mijn gesprek met Kagame heb ik dan ook aangegeven dat er een moment komt in een transitieproces waar het argument van stabiliteit niet meer gebruikt kan worden om verdere politieke liberalisering tegen te houden. Het belang van een functionerend parlement en een vrije pers om een regering ter verantwoording te kunnen roepen heb ik ook benadrukt. Ik geef dan ook steun aan opleiding en training van journalisten en zoek mogelijkheden om onafhankelijke media in Rwanda te steunen.

Nationale Commissies

Met de uitvoerend secretaris van de Commissie voor Eenheid en Verzoening, mevr. Aloiysie Inyumba, sprak ik over het verloop van het verzoeningsproces. Ondanks de enorme uitdaging om een verscheurd land weer bijeen te brengen, gaat het verzoeningsproces gestaag vooruit. Zij gaf mij vele voorbeelden van positieve ontwikkelingen. Hutu's, Tutsi's en Twa nemen gezamenlijk deel aan consultaties onder de bevolking over verzoening. Verschillen tussen de bevolkingsgroepen bestaan natuurlijk nog steeds, maar de normaliteit van het dagelijks leven wordt steeds belangrijker, krijgt stapje voor stapje de overhand op de verschillen tussen de mensen. De president van de Nationale Mensenrechtencommissie lichtte het laatste rapport toe dat zijn commissie gepubliceerd heeft over de situatie van de mensenrechten in Rwanda. Hij benadrukte dat er veel mensenrechtenschendingen zijn, maar dat het belangrijkste is dat het blijkbaar mogelijk is om een kritisch rapport te publiceren en om een debat te voeren over de oorzaken van de schendingen, teneinde deze in de toekomst te voorkomen. Ik vind dit zeer bemoedigende ontwikkelingen die het verdienen om gesteund te worden.

Tot slot

De vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld hebben hun onverdeelde steun uitgesproken voor een structurele ontwikkelingsrelatie tussen Rwanda en Nederland. Ze hebben echter ook aangegeven dat Rwanda zich in een moeilijke transitiefase bevindt en dat ze rekenen op de Nederlandse regering voor wat betreft nauwkeurige monitoring van ontwikkelingen op het gebied van democratisering en goed bestuur. Ze maakten duidelijk dat ze hopen dat de Nederlandse regering druk uitoefent op de Rwandese regering om meer politieke vrijheden toe te staan.

De komende jaren zijn zeer belangrijk voor Rwanda. Het transitieproces loopt midden 2003 op zijn einde. Er zal een nieuwe grondwet komen en er zullen parlementsverkiezingen gehouden worden. Het is echter nog niet duidelijk in welke mate bijvoorbeeld politieke partijen toegestaan zullen worden. Omdat ik het transitieproces in Rwanda zeer nauw wil volgen ben ik van plan in een Memorandum of Understanding met de Rwandese regering voortgangsindicatoren op te nemen op het gebied van democratisering en goed bestuur. Dit biedt mij een goed kader voor regulier overleg met de Rwandese regering.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline Herfkens

Bijlage: 1

Positie van Rwandese niet gouvernementele organisaties ten aanzien van de bilaterale ontwikkelingsrelatie tussen Nederland en Rwanda.

Wij, vertegenwoordigers van Rwandese NGO's, verklaren na de economische, sociale en politieke situatie in Rwanda beoordeeld te hebben, en na het belang overwogen te hebben van de Nederlandse
ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Rwanda, het volgende:

Sinds 1994 bevindt Rwanda zich in een uitzonderlijke economische, sociale en politieke situatie. Het land, dat al zeer arm was en een zware schuldenlast had, heeft nog steeds te kampen met de nasleep van de genocide en de burgeroorlog. Nederland is een van de Europese landen die een substantiële directe humanitaire hulp heeft gegeven, en hulp voor rehabilitatie en reconstructie. Europese landen blijven een rol spelen in het verdere ontwikkelingsproces. De regering en het maatschappelijk middenveld hebben zeer geprofiteerd van deze hulp en doen dat nog steeds om een normaal leven op te kunnen pakken in dit land. Vele Rwandezen, waaronder wezen en weduwen, die alle hoop verloren hadden, hebben toch weer de kracht en moed gevonden om hun leven op te pakken.

Er zijn echter nog steeds problemen:

De zaak van nationale veiligheid houdt de Rwandese regering nog steeds bezig en zelfs in die mate dat zij zich genoodzaakt ziet om een militaire aanwezig te houden in de DRC. De NGO's zijn zich ervan bewust dat deze aanwezigheid een schending is van het internationaal recht en zij hebben dan ook activiteiten ondernomen om te pleiten voor een snelle oplossing van het conflict in de DRC. Bijvoorbeeld initiatieven van vrouwenorganisaties en mensenrechtenorganisaties in de regio, gefaciliteerd door LDGL (Ligue des droits de la Personne dans la région des Grands Lacs).

De aanwezigheid van Rwandese troepen in de DRC wordt gerechtvaardigd door de regelmatige overvallen van oude interahamwe sinds 1994. We herinneren ons de bloedbaden aangericht in sommige scholen in de noorden en het westen van het land en de vele hinderlagen op de weg van Kigali-Rugengeri-Gisenyi voor transportwagens. Op grond van wat gezien kan worden ter plaatse in de DRC, voert Rwanda geen politiek van effectieve en blijvende bezetting van Congolees grondgebied. Het is waar dat hier en daar afkeurenswaardig optreden gemeld kan worden zoals plundering van natuurlijke rijkdommen van Congo, maar deze daden kunnen worden toegeschreven aan individuen en komen niet voort uit een opzettelijke politiek van de regering. Rwanda heeft verschillende malen zijn steun betuigd aan de akkoorden van Lusaka en de NGO's ondersteunen deze akkoorden als de praktische en duurzame oplossing voor de huidige situatie.

Een versterkte bilaterale samenwerking tussen Nederland en Rwanda zou een katalyserende rol kunnen spelen in de versnelling van de implementatie van de akkoorden. De implementatie van de akkoorden zou niet alleen goed zijn voor Rwanda maar voor alle landen in de regio.

Een meer geïntegreerde bilaterale samenwerking zal bijdragen aan versterking van de zelfredzaamheid van mensen aan de basis en aan een stabiele productie van dagelijkse levensbehoeften, wat zou bijdragen aan het vertouwen dat vluchtelingen en militieleden hebben in hun terugkeer naar hun thuisbasis (getuige recente ontwikkelingen)

Goed bestuur in Rwanda is een ideaal dat we willen bereiken. De NGO's zijn niet van mening dat dat ideaal reeds bereikt is. Nog vele hervormingen zullen nog moeten worden geïmplementeerd alvorens er sprake kan zijn van een volledige economische, sociale, politieke en culturele ontplooiïng. Er zijn ook vele verwijten te maken inzake politieke vrijheden (een vrije pers, een volledig respect voor de rechten van de mens, het functioneren van politieke partijen, etc.) en het democratiseringsproces.

We willen er echter aan herinneren dat de Rwandese regering reeds belangrijke hervormingen heeft geïnitieerd om het openbaar bestuur te verbeteren. Wij kunnen de volgende zaken aanhalen:

Het proces van decentralisatie (de verkiezing van lokale structuren die representatief zijn voor verschillende lagen van de bevolking)

De herziening van de grondwet (die zal op termijn normale politieke activiteiten binnen politieke partijen toestaan)

De Nationale Commissie van de rechten van de mens (die verantwoordelijk is voor monitoring en bevordering van de rechten van de mens)

De Commissie voor Nationale Verzoening (zeer actief op het gebied van vluchtelingen en ex-militieleden die terugkeren naar hun thuisbasis)

Het systeem van gacaca rechtspraak. (de rechters voor de gacaca rechtbanken zijn net gekozen door de bevolking)

Andere hervormingen die gericht zijn op de goede beheer van publieke eigendommen, zoals het opzetten van een Nationale Rekenkamer, een tenderboard etc.

Het Rwandese maatschappelijk middenveld is betrokken bij deze initiatieven, want een groot aantal van zijn vertegenwoordigers hebben zitting in verschillende commissies of volgen van dichtbij wat er gebeurt door deelname aan bijvoorbeeld POER (Pool d'Observatoire des Elections au Rwanda). Het Rwandese maatschappelijk middenveld, heeft een rol gespeeld en zal dat blijven doen in politieke discussies, het is ook om die reden dat onze organisaties regelmatig worden uitgenodigd om onze mening te geven over de hervormingen die aan de gang zijn. Bijvoorbeeld de koepelorganisaties participeren in de monitoring van gacaca en POER heeft de lokale verkiezingen en die van de gacaca rechters gemonitord.

Voor wat betreft de economische ontwikkelingen, een nationaal armoedebestrijdingsprogramma wordt opgezet, en opnieuw is het maatschappelijk middenveld nauw betrokken sinds de opzet van het programma. Een strategie document (Visie 2002) is reeds beschikbaar en de verschillende spelers die zich bezig houden met armoedebestrijding laten zich erdoor inspireren. Er is nog veel te doen, te verbeteren en te consolideren. De huidige situatie is beter dan die van voor 1994. Met een adequate begeleiding kan er vertrouwen zijn in de toekomst.

3. Een toegenomen bilaterale samenwerking tussen Nederland en Rwanda kan een positieve rol spelen om meer druk uit te oefenen op de regering opdat zij haar verplichtingen respecteert. Deze samenwerking zal evenzeer het maatschappelijk middenveld in staat stellen om zijn rol te blijven spelen bij het ondersteunen van de bevolking aan de basis. Het maatschappelijk middenveld dient versterkt te worden. Het merendeel van de NGO's in Rwanda hebben momenteel problemen om te overleven als gevolg van een beperking van de hulp (gebrek aan financiële en personele middelen). De nieuwe wet inzake de NGO's staat nog niet vast en de regering is besprekingen begonnen met NGO's over eventuele aanpassingen.

Het voortzetten van een beperkte ontwikkelingssamenwerking heeft negatieve effecten voor eenieder want de mogelijkheden voor dialoog zijn kleiner en het risico bestaat dat de regering nog krampachtiger reageert ten koste van goede initiatieven die ondernomen worden. Vermindering van ontwikkelingssamenwerking (en embargo's) hebben altijd negatieve gevolgen gehad voor de bevolking (een toename van armoede) en hebben regeringen in een groter isolement gedreven. Er zijn legio voorbeelden.

Een toegenomen en vergrote ontwikkelingssamenwerkingsrelatie die steun geeft aan institutionele ontwikkeling en aan de privé sector zal de aanwezigheid en interventie van verschillende spelers mogelijk maken, wat openingen biedt voor dialoog, pressie, monitoring en het aanklagen van misstanden.

Kigali, 18-10-2001

CCOAIB

CLADHO

Réseau des Femmes

PREFED

Centre Iwacu

LDGL

SERACOB

Duterimbere

FOR

INADES

Voor details over de ondertekenaars zie Annex I


+++

Annex I

Liste des Membres des Organisations

Organisations Membres de: LDGL (au Rwanda)

«Ligue des Droits de la Personne dans la Région des Grands Lacs»


1. ADL: Association Rwandaise pour la défense des droits de la personne et des Libertés Publiques.


2. AVP: Association des Volontaires de la Paix.

3. ARDHO: Association Rwandaise pour la Défense des Droits de l'Homme.

4. CCOAIB: Conseil de Concertation des Organisations d'Appui aux Initiatives de Base.


5. COSYLI: Conseil des Organisations Syndicales libres au Rwanda

6. LIPRODHOR: Ligue Rwandaise pour la promotion des et la défense des Droits de l'Homme.


7. IMBARAGA: Syndicat des Agri-éleveurs


8. KANYARWANDA: Organisation de défense des Droits de l'Homme
Organisations Membres de LDGL (au Burundi)


1. LIGUE ITEKA



2. LIGUE SONERA



3. APPLE: Association pour la Promotion et la protection pour la liberté d'expression


4. OBP: Observatoires Burundais des Prisons.
Organisations Membres de LDGL (au Congo)


1. APDH: Association pour la Promotion des Droits de l'Homme au Sud Kivu


2. BAJ: Bureau d'assistance Juridique



3. CDH / Lubumbashi: Centre des Droits de l'Homme

4. CFPDH / Goma: Centre de Formation pour la Promotion des droits de l'Homme

5. CNONG / Kinshasa: Conseil National des Organisations non Gouvernementales de développement


6. CRONG / Sud-Kivu:Conseil régional desOrganisations non Gouvernementales de développement


7. CRONG/Nord-Kivu:Conseil régional desOrganisations non Gouvernementales de développement


8. GRACE / Goma: Groupe d'appui conseils aux réalisations pour le développement endogène


9. ULPGL: Université Libre des Pays des Grands Lacs


10.T.S.T./ Bukavu: Travail sur Terrain



11. COMMISSION JUSTICE ET PAIX / Sud-Kivu



12. COMMISSION JUSTICE ET PAIX / Nord Kivu



13. HAKI ZA BINADAMU (Maniema)



14. GETER-ECC



15. HERITIERS DE LA JUSTICE.


Organisations Membres de CCOAIB

«Conseil de Concertation des Organisations d'Appui aux Initiatives de Base»


1. ADEHAMU: Action de développement des Hautes Altitudes de Mukura


2. ADENYA: Association pour le Développement de Nyabimata


3. A.G.R.: Association des Guides du Rwanda


4. APIDERBU: Action pour la Promotion des Initiatives de développement de la région de Busoro


5. ARAMET: Association de Recherche et d'appui en Aménagement du Territoire


6. ARDES: Association Rwandaise pour le développement des sciences humaines


7. ARDI: Association Rwandaise pour la promotion du développement intégré

8. ARTC: Association Rwandaise des Travailleurs Chrétiens

9. ARTCF: Association Rwandaise des Travailleurs Chrétiens / Section féminine


10.ASR: Association des Scouts du Rwanda


11. ATEDEC: Action Technique pour un développement communautaire

12. AVODI: Association des Volontaires pour le développement intégré

13. Centre Iwacu: Centre de Recherche et de Formation coopérative (CRFC)

14. COFORWA: Compagnons Fontainiers du Rwanda


15. DUHAMIC ADRI: Action pour le développement Rural Intégré

16. DUTERIMBERE: Association pour la Promotion de l'Entreprenariat féminin


17. ENERWA: Association Rwandaise pour le développement de l'énergie et la sauvegarde

de l'environnement «énergie et environnement au Rwanda»


18. ICYUZUZO: Association pour la protection et la promotion de la veuve

19.KORA asbl: Association Rwandaise des Artisans

20. SERUKA: Action pour la Promotion de la contribution active de la femme Rwandaise au développement de son Pays


21. UGAMA-CSC: Centre de Services aux Coopératives de Gitarama

22. RESEAU DES FEMMES OEUVRANT POUR LE DEVELOPPEMENT RURAL

23. INADES-FORMATIOM RWANDA

Organisations Membres de CLADHO

«Collectifs des Ligues et Associations de défense des Droits de l'Homme au Rwanda»


1. ADL: Association pour la défense des droits de la Personne et des libertés Publiques


2. ARDHO: Association Rwandaise pour la défense des droits de l'Homme

3. AVP: Association des Volontaires de la Paix

4. Liprodhor: Ligue Rwandaise pour la Promotion et la défense des droits de l'homme


5. Kanyarwanda: Organisation de défense des droits de l'homme
Organisations Membres de FOR

«Forum des Organisations Rurales»

Organisations Paysannes

ABADACOGORA

ABISHYIZEHAMWE

COPAGRI

DUHINGE

ISUKA IZAHORIMBERE

JYAMBERE

TURATISUKA

Organisations Membres de SERACOB ( au Rwanda)

«Service de Renforcement des Appuis aux Communautés de Base en Afrique Central»

(Collectif réunissant d'autres collectifs nationaux dans les pays des Grands Lacs)


1. CCOAIB: Conseil de Concertation des Organisations d'appui aux Initiatives de Base


2. PROFEMME TWESE HAMWE:

Collectif des Organisations Féminines du Rwanda


3. CLADHO: Collectif des Ligues et Associations de défense des Droits de l'Homme

Organisations Membres de SERACOB (au Burundi)


1. CAFOB: Collectif des Association et ONGs Féminine du Burundi

Organisations Membres de SERACOB (au Congo)

CRONGD / Sud Kivu

CRONGS / Nord Kivu

CRONGD Kinshasa

CRONGD Maniema

Organisations Membres de Réseau des Femmes

Cette organisation est constituée de 302 membres (individus) et fait parti de la promotion des associations oeuvrant pour le développement dela femme en milieu rural.

Organisations Duterimbere

Cette organisation octroi des petits crédits aux Groupes de Cautions Solidaires (500 Groupes)

Un groupe est constitué de 5 personnes et les bénéficiaires sont au nombre de 2.500 personnes

Organisation INADES

Les organisations paysannes partenaires d'Inadès-Formation Rwanda

UKOBAMU, District de Humure, Province de Byumba

RWANDARUSHYA, District de Gashora, Province de Kigali, Rural

ABAKUMBURWA, District de Gasabo, Province de Kigali Rural

ABANYAMURAVA, District de Bungwe, Province Byumba

IMPABAGI, District de Ntenyo et Kabagari, Province Gitarama

Les exploitants du marais de Ndobogo, Ville de Butare

Les exploitants du marais de Rwasave, District de Save

ADPB- Burunga, Ville de Kibuye

ABONGERAMUSARURO, District de Budaha, Province Kibuye

Les groupements de Butaro, district de Butaro, Province de Ruhengeri

Le Monde Rural;

Particulièrement les organisations paysannes accompagnées regroupent près de 20.000 personnes.

Les Membres de PREFED (hors zone)

«Programme Régional de Formation et d'Echange pour le Développement»

Individuele leden