http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422586
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Verenigde Naties en
Internationale Financiële Instellingen Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 26 oktober 2001 Auteur Drs. J.H.P. Smeets
Kenmerk DVF/AS-172/01 Telefoon (0031) 070 3486100
Blad /1 Fax (0031) 070 3484803
Bijlage(n) 1 E-mail jhp.smeets@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden Koenders en Dijksma inzake de
verkleining van de economische groei in ontwikkelingslanden door de
terroristische aanval van 11 september jl.
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer dd. 8 oktober
2001, kenmerk 2010200740, waarbij gevoegd waren de door de leden Koenders en
Dijksma overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede
Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U hierbij mede namens de
Minister van Financiën mijn antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Eveline Herfkens
Antwoord van mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede
namens de heer Zalm, Minister van Financiën, op vragen van de leden Koenders
en Dijksma.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de Wereldbankpublicatie waaruit blijkt dat de
terroristische aanval van 11 september de economische groei in de
ontwikkelings-landen zal verkleinen, welke verkleining zal leiden tot een
toename van het aantal armen met 10 miljoen?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de schattingen van de Wereldbank voor de onderscheiden
categorieën van ontwikkelingslanden?
Antwoord
De projecties op korte termijn laten een verdergaande daling van de mondiale
groei zien als gevolg van de terroristische aanslagen. Wereldbank-president
Wolfensohn waarschuwt dat dit effect in de allerarmste ontwikkelingslanden
naar alle waarschijnlijkheid een grote toename in het aantal armen tot
gevolg zal hebben, terwijl in de midden-inkomenslanden minder mensen zich
aan de armoede zullen kunnen onttrekken. Afrika zal naar verwachting het
zwaarst worden getroffen. Daarnaast geeft de Wereldbank aan dat de
ruilvoet-verliezen, waar veel ontwikkelingslanden sinds 1998 mee worden
geconfronteerd, zich dit jaar versterkt zullen voordoen als gevolg van de
economische reacties op de 11 september-ramp. Op middellange termijn schat
de Wereldbank de effecten van de aanslag minder ingrijpend in, omdat de
economieën van de armste landen robuuster zijn geworden voor externe
schokken door de uitvoering van hervormingsprogramma's. Nederland is van
mening dat, naar aanleiding van de op korte termijn verwachte negatieve
economische ontwikkelingen, de internationale gemeenschap de armste landen
de helpende hand dient te bieden.
Vraag 3
Welke nieuwe initiatieven neemt u in internationaal verband m.b.t. snelle
betalingen van leningen, macro-economische coördinatie, handelspolitiek en
sociale safety nets, IDA en HIPC om deze rampzalige gevolgen te verkleinen?
Antwoord
Als gevolg van de negatieve ontwikkelingen in de wereldeconomie verwacht de
Wereldbank op korte termijn haar activiteiten uit te breiden in zowel de
armste als enkele midden-inkomenslanden. Mits de voorgestelde extra
uitleningen naar aard en omvang passen binnen het mandaat van de Wereldbank,
staat Nederland hier positief tegenover. Nederland roept de donorlanden al
langer op om multilateraal een oplossing te zoeken voor landen die ondanks
een goed beleid nadelig getroffen worden door exogene factoren. In dat kader
wil Nederland de Wereldbank ondersteunen bij het opzetten van een trustfonds
voor het opvangen van financiële schokken (bijvoorbeeld als gevolg van
ernstige ruilvoet-verslechteringen) in zich kwalificerende PRSP/HIPC-landen.
Hiermee kunnen onder meer de sociale gevolgen van dergelijke tegenvallers
voor de kwetsbaarste groepen worden opgevangen. Ontwikkelingslanden die met
behulp van realistische strategieën de armoede trachten te bestrijden,
dienen immers ter aanvulling op hun eigen inspanningen de nodige financiële
en beleidsmatige ondersteuning van de internationale donorgemeenschap te
krijgen. Nederland zal zich daarom actief blijven inzetten voor meer
donorcoördinatie, een stijging van het hulpvolume van de multilaterale
ontwikkelingsfondsen waaronder IDA-13, realisatie door alle donorlanden van
de 0,7% BBP ODA-doelstelling, volledige en snelle implementatie van het
HIPC-Initiatief, betere markt-toegang voor ontwikkelingslanden en het
stimuleren van investeringen in deze landen.