Keurmerkinstituut hekelt roep om keurmerk voor overheidstaak
BLEISWIJK, 30-10-2001 --Het Keurmerkinstituut signaleert een toenemende roep om keurmerken voor traditionele overheidstaken, zoals onderwijs, veiligheid en gezondheid. Dit is niet louter een reactie op spectaculair falend overheidstoezicht, zoals in Volendam en Enschede, maar ook op de teleurstellende resultaten van jarenlange deregulering en privatisering van overheidstaken. Het Keurmerkinstituut maakt bezwaar tegen het vervagen van de grens tussen het publieke en het private domein: "keurmerken vervullen een nuttige rol in de samenleving, maar ze zijn niet geschikt om de kwaliteit te garanderen van scholen, politie, brandweer, rechtbanken en andere typische overheidsinstellingen".
In zijn jaarlijkse rapport over de ontwikkelingen op het terrein van
de keurmerken voor consumenten, signaleert het Keurmerkinstituut dat
de overheid steeds vaker keurmerken te hulp roept als haar eigen
beleid onder vuur ligt. Recente voorbeelden zijn:
- Keurmerken voor hoger onderwijs (adviescommissie Franssen, sept. 2001);
- Keurmerk voor veilige gemeenten (adviescommissie Welschen, mei 2001);
- Borst wil keurmerk softdrugs (ministerie VWS, april 2001).
Maatschappelijke en commerciële organisaties spelen in op deze trend,
bijvoorbeeld met de lancering van keurmerken voor brandveilige
gebouwen (TNO, juli 2001), ongediertevrije hotels, restaurants en
winkels (Kennis- en Adviescentrum Dierplagen, juni 2001), en veilig
en schone zwembaden (LC/Recron/WVBZ, oktober 2000). Deze private
initiatieven kunnen worden beschouwd als reactie op falend
overheidstoezicht. Waar de overheid zelf een keurmerk bepleit, lijkt
het eerder een demonstratie van onwil of machteloosheid dan een
doordacht beleidsvoornemen.
Een branche die zelf een keurmerk in het leven roept is goed bezig,
maar alleen het bevoegd gezag kan ingrijpen als de veiligheid of
gezondheid van de burger in gevaar is. Daarom moeten primaire
overheidstaken, zoals onderwijs, veiligheid en gezondheid, door of
onder toezicht van de overheid op een hoog kwaliteitsniveau worden
uitgevoerd, met verantwoording naar de democratische organen. Er is
niets op tegen daarbij gebruik te maken van de kennis en expertise
van certificerende instellingen - integendeel, maar de
verantwoordelijkheid mag niet worden afgeschoven of verwaarloosd. Een
productieve samenwerking tussen overheidstoezicht en certificatie kan
niet zonder wettelijk vastgelegde kwaliteitscriteria en vergaande
bevoegdheden om in te grijpen als het mis gaat. Private keurmerken
die door maatschappelijke groeperingen in het leven zijn geroepen als
reactie op falend overheidstoezicht, voldoen hier per definitie niet
aan.
In zijn eerste Jaaroverzicht (1999) voorspelde het Keurmerkinstituut
een wildgroei van keurmerken op het internet. Deze voorspelling is
royaal uitgekomen: de catalogus van keurmerken van het
Keurmerkinstituut telt nu vier keer zoveel internetkeurmerken als ten
tijde van de voorspelling. Recente ontwikkelingen maken duidelijk dat
er nog geen uitzicht is op vermindering van het aantal
internetkeurmerken. Voor consumenten blijft het daardoor moeilijk
onderscheid te maken tussen wel en niet betrouwbare internetwinkels.