ST PRINS BERNHARD CULTUURFONDS

Prijs voor H+N+S Landschapsarchitecten

Prijs voor Toegepaste Kunst en Bouwkunst naar H+N+S Landschapsarchitecten

Amsterdam, xx mei 2001. De Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Toegepaste Kunst en Bouwkunst is dit jaar toegekend aan H+N+S Landschapsarchitecten te Utrecht. De prijs, groot f 100.000 wordt dinsdag 30 oktober uitgereikt in De Nieuwe Kerk te Amsterdam. De jury bestond uit Lodewijk Baljon, Marie-Hélène Cornips (voorzitter), Titus Eliëns, Bernard Hulsman en Maike van Stiphout.

H+N+S Landschapsarchitecten werd in 1990 opgericht door Lodewijk van Nieuwenhuijze, Dirk Sijmons en Dick Hamhuis. De laatste is inmiddels is opgevolgd door Jandirk Hoekstra. Al voor 1990 werkten de oprichters aan gezamenlijke projecten op het gebied van landinrichting. In 1985 maakten zij furore met het Plan Ooievaar, dat in samenwerking met enkele andere ontwerpers werd opgezet. Het plan behelsde een nieuwe op ecologische uitgangspunten gebaseerde aanpak van de waterhuishouding in het rivierengebied. Uit diverse projecten van H+N+S, zoals de ontwerpen voor rivierdijkversterkingen (1994) en het ontwikkelingsplan voor de Hoeksche Waard (1999), spreekt een weloverwogen, vooruitstrevende visie.

Naast concrete projecten voor diverse overheden en particuliere instanties houdt het bureau zich bezig met onderzoek, dat onder meer tot aansprekende publicaties heeft geleid. Zo verscheen in 1998 bij de Amsterdamse uitgeverij Architectura & Natura Pers = LANDSCHAP, een studie over de inrichting van het Nederlandse cultuurlandschap in de 21e eeuw, samengesteld door Dirk Sijmons. Sijmons treedt door zijn wervende optreden en zijn toegankelijke schrijfstijl op als woordvoerder van zijn bureau, maar ook als ambassadeur van het vakgebied als geheel.

Door hun complexiteit en omvang kunnen projecten op het gebied van landschapsarchitectuur onmogelijk als prestatie van een individu worden opgevat. Vandaar dat de jury de Prijs voor Toegepaste Kunst en Bouwkunst 2001 aan H+N+S als eenheid heeft toegekend voor hun inmiddels respectabele oeuvre.

Noot voor de redactie,