Den Haag, 30 oktober 2001
VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HEEMST EN APOSTOLOU (BEIDEN PvdA) AAN DE MINISTER
VAN JUSTITIE
1.
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Machteloosheid troef in xtc-gevecht",
waarin mr. M. Witteveen, landelijk coördinerend Officier van Justitie voor
synthetische drugs, beweert dat politie en justitie vrijwel machteloos staan
tegen de groeiende xtc-industrie in Nederland? (1)
2.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "We verliezen terrein. De markt
groeit harder dan de opsporing"?
b. Hoe hard is deze markt de afgelopen jaren gegroeid en wat zijn de
vooruitzichten voor de komende jaren?
c. Welke veranderingen doe zich in de markt voor en welke gevolgen hebben ze
voor de bestrijding van productie en handel?
3.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "We hebben niet op tijd ingegrepen
(...) xtc is een monster geworden"?
b. Waarom heeft het Openbaar Ministerie de ontwikkelingen met betrekking tot
xtc op zijn beloop gelaten?
c. Wanneer heeft het Openbaar Ministerie in uw richting over deze
ontwikkelingen alarm geslagen? Wat was de inhoud van deze waarschuwingen en
wat heeft u daarmee gedaan?
4.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "De mankracht moet worden
verdubbeld (...) om resultaat te boeken"?
b. Welk resultaat zou dan geboekt kunnen worden?
c. Kan dat resultaat worden gekwantificeerd?
d. Op welke termijn zou dat resultaat bereikt kunnen worden?
5.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "Wij gaan in Nederland ver in het
prijsgeven van onze opsporingsmethoden"?
b. In welke mate verschilt Nederland op dit punt van omliggende landen?
c. Welke resultaten worden in die landen gehaald bij de bestrijding van
drugsproductie en handel en zijn die aanmerkelijk beter dan de resultaten in
Nederland?
6.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "Vier jaar gevangenisstraf voor
xtc-bezit vind ik een beetje laag"?
b. Deelt u die opvatting? Zo neen, waarom niet? En zo ja, welke voorstellen
voor een hogere maximumstraf zijn te verwachten?
7.
a. Kunt u ingaan op het volgende citaat: "(...) dat betekent stoppen met
vergaderen en coördineren maar actie ondernemen" ?
b. Hoeveel tijd besteedt mr. M. Witteveen aan vergaderen en coördineren?
c. Hoeveel tijd (in mensjaren) zou in de strijd tegen xtc-productie en
-handel worden gewonnen als er minder zou worden vergaderd?
d. Wordt er nodeloos vergaderd en zo ja, waarom gebeurt dat op zo'n grote
schaal?
8.
Bevat het interview met de heer Witteveen voor u nieuwe informatie? Zo ja,
op welke punten en welke conclusie verbindt u daaraan?
9.
Gaat voor elk specifiek onderwerp de betrokken coördinerend landelijk
Officier van Justitie via interviews en andere publicaties aangeven op welke
punten hij/zij de strijd tegen de zwarte misdaad verliest en wat daartegen
volgens hem/haar moet gebeuren?
10.
Hoever is de uitvoering gevorderd van de motie-Apostolou, waarin gevraagd
wordt handel in en bezit van zogenaamde tabletteermachines
vergunningsplichtig te maken?
11.
Wilt u deze vragen beantwoorden vóór de plenaire behandeling van de
begroting 2002 Justitie?
(1) De Telegraaf, 24 oktober 2001