Ingezonden persbericht


Persbericht

Voorburg, 30 oktober 2001

Wet ruimtelijke ordening fnuikt particulier initiatief

Volgens de Neprom, de vereniging van Nederlandse projectontwikkelaars, bevat het recente wetsvoorstel voor de Wet ruimtelijke ordening (WRO) talloze maatregelen die het particulier initiatief ernstig belemmeren. De nieuwe WRO zal naar de mening van de Neprom enorme vertragingen tot gevolg hebben bij de ontwikkeling en bouw van woningen, kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen en zal daardoor tot grote economische schade leiden.

In een brief aan minister Pronk bekritiseert Carel de Reus, de eerder dit jaar aangetreden voorzitter van de Neprom, het nieuwe wetsontwerp. De Neprom vertegenwoordigt de grote projectontwikkelaars in Nederland, die jaarlijks gezamenlijk 40% van de nieuwe woningen in ons land realiseren, 60% van de nieuwe kantoorruimte en 75% van de winkelcentra. Hoewel ook de Neprom van mening is dat het ruimtelijk ordeningsstelsel aan herziening toe is, heeft zij zware kritiek op het wetsvoorstel. De nieuwe wet is naar de mening van de ontwikkelaars veel te sterk gericht op het in stand houden van de bestaande ruimtelijke inrichting en biedt volstrekt onvoldoende mogelijkheden voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

De nieuwe WRO moet de basis gaan vormen van het toekomstig ruimtelijk ordeningsbeleid. De Neprom vindt dat het kabinet het wetsvoorstel echter ook aangrijpt om de mogelijkheden van overheden te vergroten om invloed uit te oefenen op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Ook met recente andere voorstellen zoals de open-ruimteheffing en het reparatievoorstel van de Wet voorkeursrecht gemeenten wordt gekozen voor het versterken van de positie van de gemeentelijke overheid. De Neprom vindt het eenzijdig versterken van overheidssturing bij nieuwe ontwikkelingen ongewenst en van inconsistentie in het overheidsbeleid getuigen. Aan de ene kant stelt het kabinet in bijvoorbeeld de Nota Mensen Wensen Wonen de rol van de consument en daarmee de markt centraal. Er zou meer aandacht moeten komen voor wat de consument nu eigenlijk wil. Aan de andere kant kiest het kabinet voor maatregelen die juist de vrijheid van de consument en meer marktwerking in gevaar brengen. Volgens de Neprom moet het kabinet voordat het de nieuwe WRO invoert eerst duidelijk maken waar de gemeentelijke bemoeizucht ophoudt en waar het particulier initiatief begint.

Een tweede belemmering voor particulier initiatief vormen de nu voorgestelde planprocedures. Doordat in het nieuwe bestemmingsplan ook leefmilieueisen moeten worden opgenomen, zal het opstellen van dat plan veel langer gaan duren dan tot op heden gebruikelijk is. Daarbij verwacht de Neprom dat ook met de nieuwe beroepsprocedure inzake het bestemmingsplan veel tijd gemoeid zal zijn. Dit terwijl het kabinet tegelijkertijd de mogelijkheden om snel het bestemmingsplan te wijzigen met behulp van artikel 19 van de oude WRO uit de wet wil schrappen. Particulier initiatief zal zo verwacht de Neprom in de toekomst beloond worden met het jarenlang wachten op een wijziging van het bestemmingsplan.

Naast het bestemmingsplan is de onduidelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincies en gemeenten een punt van grote zorg voor de Neprom. In combinatie met de nieuwe kwaliteitseisen en de bestemmingsplanprocedures zal dit leiden tot nog meer vertraging in de ontwikkeling van nieuwe woningen, kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen, waardoor de economie waarop de bouwsector van grote invloed is ernstig schade zal leiden.

De Neprom pleit daarom voor een nieuwe WRO die veel meer ruimte biedt voor particulier initiatief en die het mogelijk maakt om veel sneller in te spelen op maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. In het verlengde daarvan stelt de Neprom voor de praktijkervaring van de marktpartijen intensief te benutten bij het vormgeven van die nieuwe wet.