---

Ministerie van Defensie



---

Nieuwe Gouverneur Koninklijke Militaire Academie

09-11-2001

In Breda is vanmiddag (9 november) het commando over de Koninklijke Militaire Academie overgedragen. Met het overhandigen van het vaandel van de KMA gaf generaal-majoor drs. G.J.C. Roozendaal de leiding over het opleidingsinstituut symbolisch over aan generaal-majoor C.G.J. Hilderink. Generaal Roozendaal, die de dienst verlaat met leeftijdsontslag, kreeg uit handen van zijn opvolger de Academie Medaille wegens zijn bijzondere verdiensten voor de ontwikkeling van het militaire onderwijs. De plechtigheid in Breda werd bijgewoond door veel civiele en militaire autoriteiten.

In zijn afscheidstoespraak keek de scheidende Gouverneur terug op zijn loopbaan van 38 jaar bij de Koninklijke Landmacht. Wat betreft zijn laatste functie stelde hij ondermeer dat er sprake was van een groei van het aantal cadetten. "De KMA is (ondanks de sterke reductie die de krijgsmacht heeft doorgemaakt) sterk gegroeid. Waar eerder 3 à 400 cadetten de KMA bevolkten, zijn er nu en straks meer dan 1.200 cadetten en nog zo'n 3 à 400 militaire cursisten hier in opleiding." Ook op het gebied van de kwaliteit was belangrijke vooruitgang geboekt: "Het recent doorlopen visitatietraject spreekt over de KMA een niet mis te verstaan positief kwaliteitsoordeel uit en wel op drie fronten, de kwaliteit van onze militaire opleidingen, de voor ons zo belangrijke persoons- en groepsvorming, en last but not least ook over onze facultaire opleiding. De uitspraak 'wetenschappelijk' vormt een nieuw ankerpunt in de al vele decennia voortdurende discussie over het wetenschappelijk niveau van onze KMA."

De nieuwe Gouverneur, luchtmacht-generaal Hilderink, was het met zijn voorganger eens wat betreft de kwaliteit van het onderwijs. Wat betreft de toekomst zei hij ondermeer: "Ik ben er trots op vanuit mijn positie als Gouverneur van de KMA tevens een bijdrage te mogen leveren aan de samenwerking tussen de krijgsmachtdelen, daarbij uiteraard inbegrepen de Koninklijke Marine. Ik zeg zowel de Vlagofficier belast met de officiersvorming aan het Koninklijk Instituut voor de Marine als de Directeur van het Instituut Defensie Leergangen alle mogelijke steun toe bij de ontwikkeling van een steeds verdergaande samenwerking tussen het Koninklijk Instituut voor de Marine, het Instituut Defensie Leergangen en de Koninklijke Militaire Academie." (foto: Fabienne Bruys)