Ministerie van Algemene Zaken


1red10188
09-11-2001, NOS, Met het oog op morgen, Nederland 3, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD OVER DE NEDERLANDSE BIJDRAGE AAN DE OORLOG IN

AFGHANISTAN

CARASSO:
Hoe is het eigenlijk gegaan? Heeft president Bush Nederland onder druk gezet om een bijdrage te leveren of hebben we zelf troepen, mensen, fregatten aangeboden?

KOK:
Nee, we zijn niet onder druk gezet. We hebben wel na 11 september gezegd, solidariteit is niet alleen een papieren begrip, maar ook iets wat je in de praktijk moet willen brengen. Zo zijn er al weken geleden eerste contacten geweest vanuit de Verenigde Staten met een groot aantal landen. Ook met Nederland. Vervolgens heeft de Verenigde Staten op basis van een aantal indicaties die wij gegeven hadden een soort lijstje gemaakt wat men aan ons heeft voorgelegd als verzoek. Over dat verzoek heeft politiek overleg plaatsgevonden tussen de betrokken ministers in de eerste plaats en daarna binnen het kabinet. We hebben zoals vandaag gebleken is, ja tegen gezegd.

CARASSO:
Nu moet dat nog allemaal verder worden ingevuld, concreet. De Fransen zeggen, wij doen wel mee, maar we willen wel weten wat er precies gebeurt. En we willen meepraten over de militaire planning. Legt Nederland die eisen ook op tafel?

KOK:
In de eerste plaats hebben we aan de directe gevechtshandelingen geen deel. Het is allemaal monitoren van zeebewegingen. Humanitaire transporten en ook verkenningsvluchten van F-16's.

CARASSO:
Wil dat zeggen dat u dan niet bij de planning betrokken hoeft te worden?

KOK:
Ik moet uiteraard bij de planning worden betrokken, maar dat zijn allemaal activiteiten die enigszins ondersteunend en begeleidend zijn, ook in de logistieke sfeer, ten opzichte van de echte militaire acties. Nederland heeft hiermee geen deel in de echte militaire acties daar waar het om gevechtshandelingen gaat. Over al datgene waar we wel straks en ook in de praktijk aan gaan meedoen, zal grondig overleg en informatieverschaffing plaatsvinden over wat op enig moment met een schip of vliegtuig moet gebeuren en welke eenheid dat gaat opereren. Hoe het met de commandovoering zal zijn. Welke resultaten daarbij worden beoogd. Natuurlijk zal er dan een frequente terugkoppeling van informatie zijn. Zeker naar de landen die daar aan deelnemen over niet alleen wat waren we van plan te gaan doen, maar hoe loopt het en wat zijn de resultaten.

CARASSO:
We doen zelf dus niet mee aan de gevechtshandelingen. We ondersteunen wel. Dat er tot nu toe weinig zichtbare successen zijn behaald door de Amerikanen, schrikt u dat niet af? Bent u niet bang dat we ons in een heilloze missie storten?

KOK:
Er is op 11 september iets gebeurd wat ontoelaatbaar was. Het is niet zo dat met het verglijden van de weken dat minder ontoelaatbaar wordt.

CARASSO:
U bent nog steeds overtuigd dat dit de juiste actie is die nu gaande is?

KOK:
Ik ben er van overtuigd dat de Verenigde Staten ook met onze steun dit niet onbeantwoord kon en mocht laten. Ik ben er van overtuigd dat men de militaire acties blijft richten op doelgerichtheid, effectiviteit, proportionaliteit. Het feit dat de acties nu al wat langer duren, geeft aan hoe taai dit gevecht is. Hoe langdurig dit proces zal zijn en dat inspireert alleen maar om naar vermogen internationaal de ondersteunende bijdragen te geven die mogelijk zijn.

CARASSO:
Het feit dat de coalitie nu wordt uitgebreid met landen als Nederland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan zelfs voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog, mag je daaruit afleiden dat er voordat de strenge winter intreedt in Afghanistan toch nog een groter offensief wordt ingezet? Wordt het nu ook intensiever naar mate er meer landen mee gaan doen?

KOK:
Nederland was al deel van de grote coalitie. Bijna de hele wereld was en is deel van de grote coalitie.

CARASSO:
Tot nu toe was het vooral op papier. Nu gaan heel veel landen ook echt meedoen aan de militaire acties.

KOK:
Ondersteunende activiteiten aanbieden die zullen worden opgezet naar de mate waarin de Verenigde Staten dat kunnen gebruiken, dat nodig vinden. Op ieder van die onderdelen moeten er nu operationaliseringsgesprekken gaan plaatsvinden zodat precies bekend is wie wat voor welk doel wanneer wordt ingezet. Dat is een planning die daaraan vooraf gaat.

CARASSO:
Mag je daaruit afleiden dat er een groter offensief wordt ingezet?

KOK:
Ik zou daar niet meer of niet minder uit afleiden dan dat een land als Nederland solidariteit, niet alleen op papier maar ook in de praktijk, geeft met deze acties op deze wijze.

CARASSO:
Dus u weet het eigenlijk ook niet wat er gaat gebeuren?

KOK:
Dat vroeg u mij niet. U vroeg mij of u iets mocht afleiden....

CARASSO:
Ik leidt het een beetje af uit uw antwoord.

KOK:
Dat moet u vooral niet doen. Ik denk dat de Amerikanen de regie van de actie hebben. Hebben daar heel nauwe samenspraak met de Britten bij. Het is niet zo dat op als op enig moment, hoe belangrijk ook, een lijst van ondersteunende activiteiten vanuit Nederland wordt aangeboden op verzoek van de Amerikanen het commandocentrum naar Den Haag of Hilversum verschuift.

CARASSO:
Geldt onze ondersteuning alleen voor de acties in Afghanistan? De Britten zijn bang dat, een aantal mensen in de Britse regering, staat vandaag in de krant, Amerika in de toekomst ook Irak wil aanvallen. Ondersteunen onze fregatten als ze daar heen gaan ook acties buiten Afghanistan? Of wordt er dan opnieuw overwogen of we daar steun aangeven?

KOK:
De beschikbaarstelling van ons materieel voor het ondersteunen van acties van de Amerikanen is gebaseerd op resolutie 1368, lid 3 van de Verenigde Naties, waarin heel precies is aangegeven dat het om acties gaat die thans op Afghanistan betrekking hebben. Andere regionale verbredingen zijn niet aan de orde.

CARASSO:
Als het op een gegeven moment wel aan de orde is, dan neemt Nederland opnieuw een besluit?

KOK:
Dat is niet zo iets simpels zoals u het nu zegt. De Amerikanen zijn ook heel erg afhankelijk van de brede internationale coalitie. Ook van landen in de regio in het gebied rondom Afghanistan. U weet hoe broos die coalitie is. De Amerikanen zijn zich zeer wel bewust van het feit dat je die broze internationale coalitie niet bij elkaar zult houden wanneer je zonder dat daar overweldigend bewijs voor bestaat, regionale verplaatsing van doelen zou gaan organiseren. Dit is echt op dit moment niet aan de orde.

CARASSO:
Verandert er emotioneel iets in de betrokkenheid van Nederland?

KOK:
Ik denk het wel. Ik denk dat heel veel Nederlanders zullen begrijpen dat dit een ja tegen een Amerikaans verzoek is wat niet onmiddellijk wordt verzilverd in hele concrete uitzendingen van vliegtuigen of schepen. Soms zal het er misschien helemaal nooit van hoeven te komen, omdat het een lijst is van mogelijkheden. Maar desondanks zullen heel veel mensen in Nederland beseffen, dat heb ik zelf trouwens ook, dat we nu op dit moment door dit besluit toch weer een nieuwe fase ingaan. Dat is ingrijpend, maar tegelijkertijd heel erg nodig als je wilt blijven staan naast en achter degene waarvan je op 11 september zei, we laten je niet los.

CARASSO:
In het vervolg mag u ook het hele diner bij Tony Blair meemaken?

KOK:
Dat heeft er niets mee te maken. Ik weet wat u bedoelt. Dat was een overleg tussen een aantal EU-landen. Ik heb me daar op een niet-onopvallende manier een plaatsje verworven op een laat moment. Maar dat heeft met dit onderwerp waar we nu over spreken niks van doen.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JBr)