Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet.

Nummer: 305/31

Betreft: Zaaknummer. 305/Algemene Vvoorwaarden overeenkomsten PVV/IKB Rosé Vleeskalveren 1996

I Inleiding


1. Op 31 maart 1998 ontving de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een aanvraag van het Productschap voor Vee en Vlees (hierna: PVV) met het verzoek op grond van het bepaalde in artikel 17 van de Mededingingswet ontheffing te verlenen van het verbod zoals neergelegd in artikel 6 van de Mededingingswet voor de Algemene Voorwaarden Overeenkomsten PVV/Integrale Ketenbeheersing (IKB) Rosé Vleeskalveren 1996 (hierna: Algemene Voorwaarden).

II Feitelijke achtergrond

A Aanvraagster


2. Het PVV, gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk, is een publiekrechtelijk bedrijfslichaam in de zin van de Wet op de Bedrijfsorganisatie. Het PVV is ingesteld voor de diersoorten runderen, varkens, schapen, geiten en paarden en behartigt de belangen van allen die bij de Nederlandse vee- en vleessector zijn betrokken. Het is een overlegplatform van werkgevers- en werknemersorganisaties. Alle bedrijven werkzaam in de vee- en vleessector zijn ingevolge de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de Instellingsverordening Productschap Vee en Vlees verplicht aangesloten bij het PVV.

B De aangemelde regeling

Algemeen1 Algemeen


3. Het PVV heeft ontheffing verzocht voor de door het bestuur van het PVV vastgestelde Algemene Voorwaarden. Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van een kwaliteitsbeheersingssysteem voor de productie van rosé vleeskalveren, dat zich richt op alle schakels in de keten voor de productie en de distributie van rosé vleeskalveren en rosé kalfsvlees. Het doel van dit kwaliteitsbeheersingssysteem (hierna: IKB-regeling) is de kwaliteit van rosé vleeskalveren te garanderen door kwaliteitseisen te stellen aan de productie en de distributie daarvan.


4. In de Algemene Voorwaarden is vastgesteld aan welke verplichtingen de ondernemingen in de verschillende schakels van de productiekolom moeten voldoen om IKB-conform te produceren. Deze verplichtingen hebben onder meer betrekking op de kwaliteit van de aan de rosé vleeskalveren toe te dienen voeding, de kwaliteit van de toe te dienen diergeneesmiddelen, controles, het bijhouden van een IKB-administratie, het terugkoppelen van gegevens door de slachterij aan de voorliggende schakels en het aan- of verkopen van IKB-rosé vleeskalveren en IKB-rosé kalfsvlees.

2 Deelnemers aan de IKB-regeling


5. De ondernemingen die aan de IKB-regeling willen deelnemen sluiten daartoe een IKB-overeenkomst waarop de Algemene Voorwaarden van toepassing zijn. Onderstaand wordt aangegeven hoeveel bedrijven in de verschillende schakels van de keten totaal actief zijn en het aantal bedrijven dat daarvan IKB-erkend is. (Actuelere gegevens zijn opgevraagd en worden uiterlijk 16 oktober a.s. ontvangen. Inmiddels is wel bekend dat het aantal grossiers/voorverpakkingsbedrijven en slagers/supermarkten dat IKB-erkend is, niet verder is gestegen.) Schakels Totaal aantal ondernemingen Aantal IKB-erkende ondernemingen Percentage
Rosé vleeskalverhouders 1.006 n.b. n.b.
Vleeskalverhandelaren 360 + n.b. + n.b. + Rosé vleeskalverhouders + vleeskalverhandelaren 1.366 1.253 92% Slachterijen 199 4 2%
Grossiers/voorverpakkingsbedrijven 417 1 0%
Slagers/Supermarkten 6.064 0 0%

3 Verplichtingen


6. De ondernemingen in de verschillende schakels van de productiekolom verkrijgen een erkenning in het kader van de IKB-regeling met het sluiten vanals zij een IKB-overeenkomst sluiten met de organisatie die is belast met het beheer en toezicht op de naleving van de IKB-regeling een erkenning in het kader van de IKB-regeling (artikel 7 van de Algemene Voorwaarden). De vleeskalverhouder, vleeskalverhandelaar en be- of verwerker (slachterij) kunnen zich aansluiten bij de IKB-regeling via het PVV. De ondernemingen in het traject vanaf de slachterij tot en met de detailhandel zijn krachtens de Algemene Voorwaarden verplicht een IKB-overeenkomst af te sluiten met de door het PVV opgerichte Stichting Afzetcontrole IKB-producten (hierna: Stichting Afzetcontrole). Ter verduidelijking volgt onderstaand een schematische weergave van de regeling:


7. De eerste schakel in de keten, de vleeskalverhouder, is krachtens de Algemene Voorwaarden verplicht om uitsluitend IKB-rosé vleeskalveren te produceren. De laatste schakel in de keten, de slager of de supermarkt (hierna tezamen: de detaillist) die direct aan de eindgebruiker verkoopt, is verplicht om uitsluitend IKB-rosé kalfsvlees te verkopen. Met betrekking tot de overige schakels in de keten is het wel toegestaan om zowel IKB-vlees als niet-IKB-vlees te produceren of te distribueren.

4 Controle


8. De naleving van de Algemene Voorwaarden worden wordt voor wat betreft de vleeskalverhouder en de vleeskalverhandelaar gecontroleerd door de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (administratieve ingangstoets) en het PVV. De slachterij wordt gecontroleerd door het PVVhet PVV. Voor het traject vanaf de slachterij tot en met de detaillist is de Stichting Afzetcontrole belast met de controle op de naleving van de Algemene Voorwaarden.

III Verloop van de procedure


9. Bij brief van 31 maart 1998 heeft het PVV bij de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: NMa) een aanvraag tot ontheffing ingediend. De ontheffingsaanvraag is onder zaaknummer 305 bij de NMa geregistreerd.


10. Op 21 augustus 1998 heeft ten kantore van de NMa een informatief gesprek plaatsgevonden met het PVV.


11. In Staatscourant nummer 4 van 7 januari 1999 is mededeling gedaan van de ontheffingsaanvraag. Daarbij zijn belanghebbenden opgeroepen hun zienswijze met betrekking tot deze ontheffingsaanvraag schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. De aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken hebben vanaf 7 januari 1999 tot 4 februari 1999 ter inzage gelegen ten kantore van de Nederlandse mededingingsautoriteitNMa.


12. Geen enkele belanghebbende heeft in bovengenoemde periode zijn/haar zienswijze naar voren gebracht.


13. De NMa heeft bij brief van 18 februari 1999 nadere vragen gesteld aan het PVV. Deze vragen zijn binnen de daartoe gestelde termijn door het PVV beantwoord.


14. Bij brieven van 9 april 1999, 6 mei 1999 en 5 juli 1999 heeft het PVV naar aanleiding van telefonisch gestelde vragen door de NMa nadere informatie verstrekt.


15. De NMa heeft bij brief van 23 februari 2000 nadere vragen gesteld aan het PVV. Deze vragen zijn binnen de daartoe gestelde termijn door het PVV beantwoord.


16. De NMa heeft bij brief van 2 april 2001 nadere vragen gesteld aan het PVV. Deze vragen zijn binnen de daartoe gestelde termijn door het PVV beantwoord.


17. De NMa heeft bij brief van 18 september 2001 nadere vragen gesteld aan het PVV. Deze vragen zijn binnen de daartoe gestelde termijn door het PVV beantwoord.Antwoorden moeten nog worden ontvangen.

IV Gronden aangedragen door het PVV ter ondersteuning van de ontheffingsaanvraag


18. Artikel 17 van de Mededingingswet bepaalt dat de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit ontheffing kan verlenen van het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet indien wordt voldaan aan de vier in artikel 17 van de Mededingingswet geformuleerde voorwaarden. Het PVV heeft in haar ontheffingsaanvraag aangegeven waarom zij van mening is dat de Algemene Voorwaarden aan de in artikel 17 van de Mededingingswet geformuleerde vereisten voldoen.


1 Bijdrage aan de verbetering van de productie of de verdeling van goederen en/of diensten of aan de bevordering van de technische en/of economische vooruitgang


19. Het PVV heeft aangegeven dat de onderhavige regeling de afzet bevordert en de kwaliteit van de betrokken producten verbetert. Voorts stelt het PVV dat de kwaliteitsgaranties aan de afnemers worden verhoogd. Ten slotte stelt zij dat de regeling bevordering van onderzoek tot gevolg heeft.

2 Billijk aandeel voor consumentengebruikers


20. Volgens het PVV komen de kwaliteitsverbetering en garanties die worden gegeven ten aanzien van onder de IKB-regeling geproduceerde rosé vleeskalveren en rosé kalfsvlees ten goede aan afnemers van de betrokken producten. Hiermee zou worden voldaan aan de door de consumenten gestelde eis van kwaliteitsproduct, geproduceerd onder beheerste omstandigheden.

3 Onmisbaarheid van de mededingingsbeperkingen


21. Het PVV stelt dat de garanties ten aanzien van de betrokken producten uitsluitend kunnen worden gegeven als alle bij de productie en afzet betrokken schakels worden gecontroleerd op de naleving van de eisen van de IKB-regeling, en zo nodig kunnen worden gesanctioneerd. Teneinde een effectieve en efficiënte controle te kunnen realiseren is het volgens het PVV niet voor alle schakels toegestaan om zowel IKB-rosé kalfsvlees als niet-IKB-rosé kalfsvlees te produceren dan wel te distribueren. Voorts stelt het PVV dat de regeling aansluit bij de ontwikkelingen binnen de Europese Unie om de productie van vlees te laten plaatsvinden binnen beheerste ketens.

4 De mededinging wordt niet voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen uitgeschakeld


22. Het PVV stelt dat de deelnemende bedrijven vrij zijn in het kiezen van erkende leveranciers en afnemers. Voorts zouden zij vrij zijn om deel te nemen aan de IKB-regeling en om daar weer uit te stappen. Ook zouden zij de betrokken producten zonder IKB-garantie kunnen leveren aan niet IKB-erkende bedrijven. Ten slotte stelt het PVV dat het voor bedrijven vanaf de slachterij mogelijk is om te leveren onder IKB-garantie door gebruikmaking van het keurmerk PVE/IKB dat zodanig op de groothandelsverpakking is aangebracht dat het moet worden verbroken door de afnemer.

V Beoordeling


23. Alvorens te toetsen of aan de voorwaarden van artikel 17 van de Mededingingswet wordt voldaan, dient eerst te worden vastgesteld of in casu sprake is van een mededingingsbeperking als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet.

A Toepasselijkheid van artikel 6 van de Mededingingswet


24. Artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet bepaalt: Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst.


1 Overeenkomst tussen ondernemingen



25. De Algemene Voorwaarden maken deel uit van een stelsel van juridisch bindende overeenkomsten die zijn gesloten in het kader van de IKB-regeling. Partijen bij de overeenkomsten zijn ondernemingen in de onderscheiden schakels van de productiekolom voor rosé kalfsvlees. Derhalve is er sprake van overeenkomsten in de zin van artikel 6 van de Mededingingswet.


2 Mededingingsbeperking


26. De Algemene Voorwaarden werken uit als een kwaliteitserkenningsregeling die op de gehele keten voor de productie van rosé kalfsvlees van toepassing is. Daardoor kan de kwaliteit binnen de keten worden beheerst.


27. Erkenningsregelingen, zoals onderhavige, hebben in het algemeen niet tot doel de mededinging te beperken, maar beogen de kwaliteit van de productie te vergroten. Het is echter wel mogelijk dat een erkenningsregelingenerkenningsregeling een mededingingsbeperkend effect heeft. Of dit het geval kan zijn, hangt in de eerste plaats af van de vraag of de deelnemers aan de erkenningsregeling tezamen beschikken over marktmacht. De d-g NMa gaat er bij het beoordelen van deze vraag van uit dat indien het gezamenlijke marktaandeel van de betrokken deelnemers minder dan 20% bedraagt, er geen sprake is van marktmacht en een erkenningsregeling daarom geen mededingingsbeperkend effect kan hebben. De niet aan de regeling deelnemende ondernemingen zullen immers voldoende concurrentiedruk uitoefenen om eventueel minder intensieve concurrentie tussen de erkende ondernemingen te compenseren.


28. Bij erkenningsregelingen waarvan het gezamenlijk marktaandeel van de betrokken ondernemingen groter dan 20% is, kunnen twee soorten mededingingsbeperkende effecten optreden. Ten eerste kan er van de inhoud van de erkenningsregeling een mededingingsbeperkend effect uitgaan. Door de eisen die aan erkenning worden gesteld, kan de concurrentie tussen deelnemers aan de erkenningsregeling worden beperkt of worden derden bij het aanbieden van diensten aan deelnemers beperkt. Ten tweede kan er van het bestaan van de erkenningsregeling een mededingingsbeperkend effect uitgaan indien erkenningsregelingen zouden kunnen leiden tot het uitsluiten van ondernemingen van de markt of tot het uitsluiten van ondernemingen van belangrijke economische voordelen die de erkenningsregeling biedt en die anderszins niet zelf kunnen worden behaald door niet-deelnemers. Hiermee zouden erkenden de markt aan zichzelf kunnen trachten voor te behouden.


29. Om te waarborgen dat een erkenningsregeling daadwerkelijk is gericht op het verhogen van de kwaliteit, waarbij iedereen die aan de eisen voldoet kan deelnemen, moet de erkenningsregeling aan een aantal voorwaarden voldoen. Allereerst moet een erkenningsregeling objectieve eisen stellen die bijdragen tot het doel van de regeling. Om deze objectiviteit en een eerlijke toepassing van de eisen te waarborgen, moeten de eisen bovendien vóóraf duidelijk zijn, dient de erkenningsregeling transparant te zijn en dient de regeling te voorzien in een onafhankelijke beslissing over toelating. Dat kan bij de eerste beoordeling zijn of nadat een erkenning geweigerd is, in beroep.


30. De onderhavige Algemene Voorwaarden zijn wat betreft de toe- en uittreding objectief, transparant en non-discriminatoir. De overeenkomsten die in het kader van de Algemene Voorwaarden worden gesloten, strekken tot het gebruik van een gemeenschappelijk kwaliteitskeurmerk. Voorts onderwerpen de deelnemers aan de Algemene Voorwaarden zich op grond van de gesloten overeenkomsten aan een kwaliteitscontrole met betrekking tot het onder IKB-keurmerk geproduceerde en te verhandelen rosé kalfsvlees. Deze aspecten van de onderhavige Algemene Voorwaarden stuiten derhalve niet op mededingingsrechtelijke bezwaren.


31. De onderhavige Algemene Voorwaarden bevatten echter tevens enkele voorschriften ten aanzien van de productie en distributie van rosé kalfsvlees die in beginsel tot effect kunnen hebben dat de mededinging wordt beperkt.


32. Ten eerste is de vleeskalverhouder krachtens de Algemene Voorwaarden verplicht om uitsluitend vleeskalveren te produceren/houden die voldoen aan de IKB-kwaliteitseisen. Deze bepaling sluit voor de primaire producent de mogelijkheid uit om vleeskalveren te produceren die aan andere kwaliteitseisen voldoen. Hierdoor worden de aangesloten vleeskalverhouders beperkt in hun vrijheid om hun eigen marktgedrag te bepalen ten aanzien van de productie van vleeskalveren en kan de concurrentie tussen deelnemers aan de regeling onderling worden beperkt omdat alle deelnemers dezelfde kwaliteit vleeskalveren produceren.


33. Ten tweede is de eindschakel in de distributieketen, de detaillist, krachtens de Algemene Voorwaarden verplicht om uitsluitend IKB-vlees te verkopen aan de eindgebruiker. De detaillist mag geen rosé kalfsvlees van andere dan IKB-kwaliteit verkopen, hetgeen zijn assortimentskeuze beperkt. De detaillist wordt derhalve beperkt in zijn vrijheid om zijn eigen marktgedrag te bepalen ten aanzien van de verkoop van rosé kalfsvlees. Leveranciers van niet-IKB-rosé kalfsvlees wordt het tevens onmogelijk gemaakt om rosé kalfsvlees af te zetten bij IKB-detaillisten.


34. Om te bezien of de restricties genoemd in de punten 3132 en 3333333332 tot gevolg hebben dat de mededinging merkbaar beperkenwordt beperkt, moeten de gevolgen van de regeling op de volgende relevante markten worden onderscheidenbekeken. De vleeskalverhouder is actief op de markt voor de productie van vleeskalveren.17 Het is niet aannemelijk dat er aparte markten onderscheiden moeten worden voor enerzijds de productie van blanke kalfsvlees vleeskalveren en anderzijds de productie van rosé kalfsvleesvleeskalveren. Vanuit de vleeskalverhouder bezien is er immers sprake van substitutie door over te gaan op meer of minder ruwvoer (zie voetnoot 1).


35. De restrictie zoals genoemd in punt 32 moet als merkbaar worden aangemerkt op de markt voor de productie van vleeskalveren, aangezien een aanzienlijk deel van de aanbieders op de markt voor de productie van vleeskalveren (de vleeskalverhouders) deelneemt aan de IKB-regeling. Zoals blijkt uit de onder punt 5 weergegeven tabel is circa 92% van de rosé vleeskalverhouders en rosé vleeskalverhandelaren IKB-erkend.


36. De detaillist is actief op het gebied van verkoop van kalfsvlees aan eindgebruikers. Het is niet aannemelijk dat er aparte markten onderscheiden moeten worden voor enerzijds blank kalfsvlees en anderzijds rosé kalfsvlees, omdat het vanuit de consument bezien aannemelijk is dat er substitutie aanwezig is tussen blank en rosé kalfsvlees. In eerdere besluiten van de d-g NMa is geconcludeerd dat er een markt is voor verse vleesproducten en vlugklaarproducten gebaseerd op vers vlees.18 Hierbij is geen onderscheid gemaakt naar varkensvlees, pluimveevlees en rundvlees, omdat deze producten op grond van vraag- en aanbodsubstitutie in hoge mate substitueerbaar zouden zijn. In de onderhavige zaak kan in het midden worden gelaten of kalfsvlees een aparte markt vormt of dat kalfsvlees ook behoort tot een ruimere markt voor verse vleesproducten en vlugklaarproducten gebaseerd op vers vlees, omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 3737373735).


37. De restrictie zoals genoemd in punt 3333333332 is, ongeacht de afbakening van de relevante productmarkt, geen merkbare mededingingsbeperking. Indien wordt uitgegaan van de nauwst mogelijke markt, de markt voor kalfsvlees, dan blijkt dat 0% van de detaillisten IKB-erkend is (zie de onder punt 5 weergegeven tabel). Indien wordt uitgegaan van een ruimere marktafbakening, dan zal de restrictie zoals genoemd in punt 3233 evenmin merkbaar zijn, omdat kalfsvlees slechts een gering deel vormt van de totale markt voor verse vleesproducten en vlugklaarproducten gebaseerd op vers vlees.19 Gezien het feit dat de onderhavige IKB-regeling reeds sinds 1 april 1998 openstaat voor detaillisten en dat er op (actuele datum) in 2000 nog steeds geen detaillisten zijn waren aangesloten bij de regeling, kan de verwachting worden uitgesproken dat het niet aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd een zodanig aantal IKB-erkende detaillisten is aangesloten bij de regeling dat de in punt 3333333332 genoemde restrictie wel merkbaar wordt.


38. Ten overvloede dient te worden opgemerkt dat de IKB-regeling voor het overige geen concurrentiebeperkingen bevat.


3 Conclusie over toepasselijkheid artikel 6 van de Mededingingswet

39. De in de punt 3132 genoemde verplichting is mededingingsbeperkend en derhalve in strijd met het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet.

B Toetsing aan de criteria van artikel 17 van de Mededingingswet.


40. Om een ontheffing krachtens artikel 17 van de Mededingingswet te kunnen verlenen, moet de d-g NMa ervan overtuigd zijn dat aan alle voorwaarden gesteld in dat artikel wordt voldaan.


1 Bijdrage aan de verbetering van de productie of de verdeling van goederen en/of diensten of aan de bevordering van de technische en/of economische vooruitgang


41. Het PVV heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de IKB-regeling als geheel objectieve economische voordelen oplevert. De kwaliteitsregeling draagt bij aan de verbetering van de productie en de distributie. De regeling draagt bij aan een vergroting van de diversiteit in het aanbod, hetgeen de keuzemogelijkheden voor consumenten afnemers verruimtkan verruimen. De regeling bevat voorts een prikkel voor de marktpartijen om kwalitatief hoogstaand rosé kalfsvlees te produceren. De distributie van rosé kalfsvlees wordt verbeterd door de aaneengesloten keten van bedrijven.


2 Billijk aandeel voor consumentengebruikers

42. Dat een billijk aandeel van de door de IKB-regeling gegenereerde economische voordelen ten goede komt aan de consument gebruikers is inherent aan de IKB-regeling als geheel. Immers, door de productie en distributie van IKB-rosé vleeskalveren en IKB-rosé kalfsvlees worden de keuzemogelijkheden voor consumenten verruimd en kan de consument kiezen voor kwalitatief hoogstaand rosé kalfsvlees.


3 Onmisbaarheid van de mededingingsbeperkingen

43. De d-g NMa is ervan overtuigd dat de in de punt 3132 genoemde mededingingsbeperking onmisbaar is om de bovengenoemde voordelen te bewerkstelligen. Kern van de IKB-regeling is dat de vleeskalverhouder wordt gedwongen om bewust aandacht te besteden aan de kwaliteit van het productieproces. De IKB-regeling stelt voor de vleeskalverhouder dan ook voornamelijk voorwaarden aan het bedrijfsproces. Het bedrijf van de vleeskalverhouder is erop ingericht om één kwaliteit rosé vleeskalveren te produceren en te leveren. Zo worden er extra eisen gesteld aan de kwaliteit van drinkwater en ruwvoer en aan het gebruik van medicijnen. Een effectieve en efficiënte controle op het naleven van deze eisen zou de facto onmogelijk zijn wanneer het de rosé vleeskalverhouders is toegestaan om zowel IKB- als niet-IKB-rosé kalfsvlees te produceren. Bij constatering dat het op het bedrijf aanwezige voer of de medicijnen niet aan de IKB-voorwaarden voldoet c.q. voldoen, kan de vleeskalverhouder die zowel IKB-rosé vleeskalveren als niet-IKB-rosé vleeskalveren zou houden zich immers op het oncontroleerbare standpunt stellen dat het betreffende voer en de medicijnen bestemd zijn voor de niet-IKB-rosé vleeskalveren. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat kwaliteitsrisicos met name in de eerste schakel moeten worden voorkomen, omdat deze doorwerken in de opvolgende schakels in de keten.


4 De mededinging wordt niet voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen uit te schakelegeschakeldn


44. De d-g NMa is ervan overtuigd dat de mededinging op de betrokken markten niet voor een wezenlijk deel van de betrokken producten wordt uitgeschakeld. De deelnemende bedrijven zijn vrij in het kiezen van IKB-leveranciers en -afnemers. Daarnaast zijn zij vrij om deel te nemen aan de IKB-regeling, en om daar weer uit te stappen. Voorts zijn de deelnemers aan de IKB-regeling, met uitzondering van de vleeskalverhouder en de detailhandelaardetaillist, vrij om naast IKB-rosé kalfsvlees ook niet-IKB-rosé kalfsvlees te produceren c.q. te verhandelen. IKB-rosé kalfsvlees kan tevens, zij het zonder dat het onder het IKB-keurmerk wordt verhandeld, worden afgezet bij niet aan de IKB-regeling deelnemende bedrijven. Ten slotte moet worden opgemerkt dat de deelnemende bedrijven op andere concurrentieparameters dan kwaliteit kunnen blijven concurreren. Zo staat het hen vrij om de prijs en de te produceren hoeveelheid te bepalen.

VI Besluit


45. De d-g NMa is, gelet op het bovenstaande, tot het oordeel gekomen dat de aanvraag tot ontheffing voor de Algemene Voorwaarden PVV/IKB rosé vleeskalveren 1996 wordt toegewezen. De ontheffing wordt verleend voor de duur van 5 jaar, aanvangende op de dag van ondertekening van dit besluit.

Datum: 25 oktober 2001

w.g. A.W. Kist

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Persbericht d.d. 5 november 2001

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.


---

---

In de Nederlandse kalversector wordt onderscheid gemaakt tussen de productie van traditioneel (blank) kalfsvlees en de productie van zgn. rosé kalfsvlees. Rosé kalfsvlees is afkomstig van vleeskalveren die meer ruwvoer krijgen toegediend, waardoor de kleur van het vlees iets donkerder wordt. Van de circa 700.000 kalverplaatsen in Nederland worden circa 100.000 plaatsen ingezet voor de productie van rosé vleeskalveren. De overige 600.000 plaatsen worden ingezet voor de productie van blanke vleeskalveren.

De verschillende schakels van de productiekolom zijn: de vleeskalverhouder, de vleeskalverhandelaar, de be- of verwerker (slachterij), de koude uitsnijderij, de grossier, het portioneerbedrijf, het verpakkingsbedrijf, de centrale slagerij en de organisatie van bedrijven of slagerij die voldoet aan de voorschriften van de Algemene Voorwaarden.

Bron: CBS-Landbouwtelling 19982000. Dit betreft het aantal locaties (bedrijven) waar rosé vleeskalveren gemest worden.

n.b. = niet beschikbaar.

Bron: Bedrijfschap voor de Handel in Vee. 3602 ondernemers handelen in vleeskalveren. Hierbij is geen onderverdeling naar blanke en rosé vleeskalveren beschikbaar.

Bron: administratie Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV). Dit betreft Unieke Bedrijfsnummers waar na 1 juli 2000 vleeskalveren zijn gehouden. Een IKB-erkenning van een vleeskalverhouder kan betrekking hebben op meer Unieke Bedrijfsnummers. In de administratie SKV wordt geen onderscheid gemaakt tussen bedrijven met rosé vleeskalveren en handelaren. Van de
1.253 bedrijven zijn er 230 gelegen in Duitsland, 92 in België en de overige in Nederland. In de administratie SKV wordt geen onderscheid gemaakt tussen bedrijven met rosé vleeskalveren en vleeskalverhandelaren.

Bron: Heffingenadministratie PVE. Dit betreft het totaal aantal locaties waar in 1998 2000 één of meerdere vleeskalveren zijn geslacht. Er wordt in de heffingenadministratie PVE geen onderscheid gemaakt tussen rosé en blanke kalveren.3 bedrijven slachten tussen de
1.000 en 5.000 dieren. Er is één bedrijf dat tussen de 5.000 en 25.000 dieren slacht en 6 bedrijven slachten meer dan 25.000 vleeskalveren. Deze grootste bedrijven nemen hiermee meer dan 95% van het totaal aantal slachtingen voor hun rekening. Er wordt in de heffingenadministratie PVE geen onderscheid gemaakt tussen rosé en blanke vleeskalveren. Er is echter wel bekend dat van de zes grootste kalverslachterijen er drie rosé vleeskalveren slachten.

Bron: administratie PVE.

Bron: Rijksdienst keuring Vee en Vlees.

Bron: Stichting Afzetcontrole IKB-producten.

Bron: Bedrijfschap Slagersbedrijf.

Bron: Stichting Afzetcontrole IKB-producten.

Een aantal soorten afspraken valt normaal gesproken onder het verbod van artikel 6 van de Mededingingswet en komt niet in aanmerking voor een ontheffing op grond van artikel 17 van de Mededingingswet. Zie Richtsnoeren samenwerking bedrijven, Staatscourant nr. 108 van 8 juni 2001, blz. 28-30, punten 24 tot en met 28.

Zie Richtsnoeren samenwerking bedrijven, Staatscourant nr. 108 van 8 juni 2001, blz. 28-30reeds aangehaald, punt 31.

Zie Richtsnoeren samenwerking bedrijven, reeds aangehaald, punten 33, 35, 37 en 38.

Zie ook Beschikking 29 juni 1970, V.Z.W. ter bevordering van de verkoop van elektrisch gelaste stalen buizen (ASBL), Pb 153/14 van 14 juli 1970.

Zie ook Beschikking 29 juni 1970, V.Z.W. ter bevordering van de verkoop van elektrisch gelaste stalen buizen (ASBL), Pb 153/14 van 14 juli 1970.

17 Zie het besluit van 13 maart 2001 in zaak 2355/Dumeco Gebr. Kroot, punten 10, 12 en 13, en het besluit van 23 oktober 1998 in zaak 967/Dumeco Peerbooms, punten 12 en 16. In deze besluiten werd onder runderen verstaan: vaarzen, koeien en stieren, dus exclusief kalveren.

Zie het besluit van 13 maart 2001 in zaak 2355/Dumeco Gebr. Kroot, punten 10, 12 en 13, en het besluit van 23 oktober 1998 in zaak 967/Dumeco Peerbooms, punten 12 en 16. In deze besluiten werd onder runderen verstaan: vaarzen, koeien en stieren, dus exclusief kalveren.

18 Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 mei 2001 in zaak 2328/Dumeco SturkoMeat, punten 22 en 23, en besluit van 30 december 1999 in zaak 1687/Meatpoint CSG, punten 10 en 14.

Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 mei 2001 in zaak 2328/Dumeco SturkoMeat, punten 22 en 23, en besluit van 30 december 1999 in zaak 1687/Meatpoint CSG, punten 10 en 14.

19 Zo vertegenwoordigt kalfsvlees slechts 0,2% van de totale huishoudelijke aankopen van vlees.

Kalfsvlees vertegenwoordigt slechts 0,2% van de totale huishoudelijke aankopen van vlees.

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.