Verbond van verzekeraars

Zorg: alleen kosten, of ook baten?

Wachten op zorg kost de Nederlandse samenleving jaarlijks ten minste 7 miljard gulden. Dat bedrag werd bekendgemaakt tijdens het invitational congres Zorg: alleen kosten, of ook baten?, dat op 7 november werd georganiseerd door het Verbond en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De conclusie staat in het rapport Wachtlijsten: een duur medicijn van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) en de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Centraal uitgangspunt van het congres, dat in het Hulstkampgebouw in Rotterdam plaatsvond, was dat de uitgaven voor de zorg moeten worden beschouwd als een investering en niet alleen maar als kostenpost. We moeten op een andere manier naar de financiering van de zorg kijken. Te vaak worden zorglasten beschouwd als collectieve lasten. Juist daarom is het nuttig om eens naar de andere kant, de baten van de zorg, te kijken, aldus dagvoorzitter en lid van de PvdA-fractie Judith Belinfante. Ze benadrukte dat samenwerking daarbij de rode draad is. Zolang partijen niet samenwerken, kan er geen winst in de gezondheidszorg worden behaald.

Wachtlijsten zijn duur medicijn
Prof. dr. Hugo Keuzenkamp, algemeen directeur van onderzoeksinstituut SEO, presenteerde het onderzoek Wachtlijsten: een duur medicijn, waarin een schatting wordt gemaakt van wachtlijstkosten. Hiervoor hebben de SEO en de UvA een enquête uitgezet bij patiënten die bij het AMC op de wachtlijst staan voor ziekenhuis- en psychiatrische behandelingen. In deze enquête werd onder meer gevraagd wat voor overlast de patiënten als gevolg van de wachtlijsten ondervonden. De uitkomsten hiervan werden vervolgens omgezet in maatschappelijke kosten, die landelijk maar liefst op 7 miljard gulden per jaar worden geschat. Het is een voorzichtige schatting, benadrukte Keuzenkamp, maar het geeft wel aan dat de dosering van wachtlijsten zoek is in Nederland. Wachtlijsten kun je gebruiken als instrument, bijvoorbeeld voor een doelmatig gebruik van de capaciteit. Maar de dosering moet je niet uit het oog verliezen en dat gebeurt nu wel. Voor de totale kosten van alle wachtlijsten in Nederland komt de SEO op jaarbasis uit op een indicatief bedrag van ruim 10 miljard gulden. Omdat in de zorgsector een beperkt aantal weken wachten als aanvaardbaar wordt beschouwd, is hiervoor een correctie aangebracht. Aan de hand van de normen voor aanvaardbare wachtweken die door zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties zijn overeengekomen, komt de SEO uit op de geschatte 7 miljard aan resterende kosten.
Keuzenkamp kwam met zeven indicatoren die geld kosten: sterfte en onomkeerbare medische schade als gevolg van wachten, gederfd welzijn door wachten, gederfd welzijn door onzekerheden (je weet immers niet wanneer je wordt geopereerd), productie- en inkomensverlies, vervangende zorg (bijvoorbeeld fysiotherapie), overlast (mensen die bijvoorbeeld met psychische problemen te maken krijgen) en bureaucratie en allocatiekosten (het AMC heeft bijvoorbeeld twintig wachtlijstbemiddelaars in dienst).
Ondanks de lange wachtlijsten vindt Keuzenkamp dat wachtlijsten niet altijd als negatief moeten worden gezien. In Nederland staan 160.000 mensen bij algemene ziekenhuizen op de wachtlijst en 25.000 bij academische ziekenhuizen. In de periode 1996 tot 1999 zijn er 28 procent meer staaroperaties uitgevoerd; de wachtlijsten zijn echter niet afgenomen. Maar dat betekent toch niet dat die operaties geen waarde hebben? Integendeel. Voor de mensen die geholpen zijn, heeft het wel degelijk welzijnswaarde.
Keuzenkamp benadrukte verder dat meer uitgaven niet altijd een betere zorg garanderen. Een onderzoek van de OESO wees uit dat meer geld vaak geen meetbaar resultaat oplevert. Maar als je tien procent meer artsen inzet, blijkt dat het sterftecijfer met vier procent daalt. Het is dus wel degelijk mogelijk om meer volume in de gezondheidszorg aan te brengen. Tot slot hamerde hij op een betere samenwerking. Kosten in de zorg zijn nu versnipperd over honderdduizenden patiëntenorganisaties, werkgevers en andere betrokkenen. Dat kan anders.

Keerzijde succes in kindergeneeskunde
Prof. dr. Hugo Heymans, directeur van het Emma Kinderziekenhuis in het AMC, denkt dat er nog veel eer te behalen valt in de gezondheidszorg. Hij ging met name in op de consequenties van de successen die in de kindergeneeskunde zijn geboekt. Zo lag de zuigelingensterfte in Nederland in 1860 nog op 30 procent, terwijl dat nu minder dan een procent is.
Een groot succes, maar Heymans liet ook de keerzijde zien. Veel kinderen kunnen nu worden gered, maar gevolg is wel dat tien procent van alle kinderen aan een chronische aandoening lijdt als gevolg van een mankement tijdens de geboorte. In de media hoor je vaak kreten als we moeten beter werken om minder chronisch zieken te maken. Dat is dus niet zo. Je moet het omdraaien: hoe beter we werken, hoe meer chronisch zieken we maken. En wat Heymans betreft moeten we juist daar de consequenties van inzien: Wat voor een mens wordt een kind van vier dat de hele dag door zn moeder achterna wordt gezeten om insuline in zn vinger te prikken? Wat gebeurt er met zon kind als het volwassen wordt? Vaak heeft het veel complicaties op psychologisch en sociaal terrein; leerachterstanden, problemen in relaties. Maar niet alleen voor het kind, ook voor zijn ouders heeft het een enorme impact. Heymans hamerde daarom op een omslag. We moeten een nieuwe balans zien te vinden en we moeten deze kinderen een kans geven in de toekomst. Belangrijk is dat deze kinderen niet als een medisch geval worden gezien, maar als een mens in een sociale context. We moeten voorkomen dat kinderen in het ziekenhuis in een isolement raken en we moeten ervoor zorgen dat ze in het onderwijs begeleid blijven worden. Een maatschappelijke bewustwording van dit probleem is noodzakelijk.

Evenwicht tussen kosten en baten
Ook drs. Joop Hendriks, lid Raad van Bestuur van Agis Groep Zorgverzekeraars benadrukte dat de klant vaak naar de achtergrond is gedrongen. Hij riep verzekeraars daarom op om de handen uit de mouwen te steken. Vaak denken mensen: als we maar meer geld in de zorg pompen, dan komt alles wel goed. Nee dus! We moeten het anders aanpakken. Die andere aanpak ziet hij vooral in een intensievere samenwerking tussen partijen. De ene keer kan een verzekeraar samenwerken met de gemeente, de andere keer met een woningbouwcorporatie.
Ten slotte benadrukte ook prof. dr. Guus van Montfort, directeur Zorg bij Zilveren Kruis Achmea en tevens hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, dat meer geld alleen geen oplossing is. We praten verkeerd over geld. We moeten proberen over geld te praten in termen van gezondheidswinst, dienstverlening en verzorging. Aan de hand van cijfers liet hij zien dat de gezondheidszorg best een rendabele investering kan zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de relatie tussen zorg en de sociale zekerheid. Een besteding van 175 miljoen in de zorg heeft een besparing van 1.000 miljoen aan verzuimkosten tot gevolg. Het is dus niet een bodemloze put waar niets uitkomt. Sterker nog, het is een kosten-baten ratio van meer dan één op vijf.

Bondig, november 2001

Ga een pagina terug