PERSBERICHT PvdA
Den Haag, 5 november 2001
PvdA-KAMERLID BERT KOENDERS NEEMT DEEL AAN DE WTO-CONFERENTIE IN QATAR
Van 9 tot en met 13 november zal PvdA-kamerlid Bert Koenders deelnemen aan
de vierde ministeriële conferentie van de Wereld Handels Organisatie (WTO),
die wordt gehouden in Doha, Quatar. Hij zal deze top als lid van de
Nederlandse Koninkrijksdelegatie bijwonen.
Tijdens de laatste WTO conferentie in 1999 in Seattle mislukte de poging om
een nieuwe handelsronde te lanceren. Daarom zal het er in Quatar
hoofdzakelijk om gaan alsnog een agenda vast te stellen voor de nieuwe
WTO-ronde. Daarnaast wordt onder andere ook gesproken over de toetreding van
China en Taiwan tot de WTO, de relatie tussen het Verdrag inzake
Handelsgerelateerde Intellectuele Eigendomsrechten (TRIP's Verdrag) en de
toegang tot essentiële medicijnen.
De Nederlandse inzet nu heeft in grote lijnen dezelfde uitgangspunten als
voor de conferentie in Seattle, namelijk: het versterken van de WTO, een
verdergaande handelsliberalisatie en een verdere integratie van
ontwikkelingslanden.
Volgens Bert Koenders kan de WTO zich na het debacle van Seatlle een nieuwe
mislukking in Qautar niet meer veroorloven. 'Voortgang is een noodzaak, wil
het proces van liberalisering van de wereld niet geheel stil komen te
liggen. Uiteraard is liberalisering geen doel op zich, maar moet dit
bijdragen aan welvaartsgroei en niet in de laatste plaats ook aan een
evenwichtiger verdeling van die welvaart. Globalisering zal moeten
plaatsvinden binnen het kader van beleid, dat gericht is op duurzame
ontwikkeling in economische, maar vooral ook sociale en ecologische zin. Om
een nieuw debacle te voorkomen zullen de rijke landen openingen moeten
bieden aan de ontwikkelingslanden, als het gaat om het invoeren en toepassen
van WTO-verplichtingen. Hierbij valt te denken aan het TRIP's Verdrag of aan
overgangstermijnen om hogere milieueisen of "consumer standards" te
implementeren', aldus Koenders.
De Nederlandse Koninkrijksdelegatie wordt geleid door staatssecretaris Ybema
en bestaat verder uit vertegenwoordigers van fracties in de Tweede-Kamer,
adviseurs uit kringen van werkgevers, vakbonden en niet-gouvernementele
organisaties.