CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 38
Datum: 9 november 2001
Inlichtingen bij: Dick Morks (tel: 070 - 3383 410), Jacqueline
Timmerhuis (tel: 070 - 3383 477), of bij Paul Besseling (tel: 070 -
3383 416)
Centraal Planbureau: budgettaire beeld nieuwe kabinetsperiode met 4 mld
verslechterd
Het budgettaire beeld in 2006 is circa 4 mld (1,75 mld euro)
ongunstiger dan in de voorlopige boekhoudkundige berekening die in het
voorjaar werd gemaakt. Dit is vooral het gevolg van de sterke
verslechtering in de verwachte uitgangspositie voor het nieuwe
kabinet: het begrotingssaldo in 2002 wordt nu op 0,6% BBP geschat,
tegenover 1,1% BBP in het voorjaar. Vanuit deze slechtere startpositie
komt in de loop van de volgende kabinetsperiode een budgettaire ruimte
beschikbaar van bijna 8 mld (3,5 mld euro), iets meer dan in het
voorjaar werd becijferd.
Dit blijkt uit een notitie die het CPB ten behoeve van de politieke
partijen heeft opgesteld. Bij beleidsarme uitgangspunten en een
voorzichtig groeiscenario nemen de inkomsten van de collectieve sector
tussen 2002 en 2006 met bijna 8 mld (3,5 mld euro) meer toe dan de
uitgaven. Deze budgettaire ruimte is iets groter dan in de voorlopige
boekhoudkundige berekening in het voorjaar, die als basis heeft
gediend voor de concept-verkiezingsprogramma's. Daarentegen is de
uitgangssituatie voor het begrotingssaldo aanzienlijk verslechterd.
Werd in de boekhoudkundige berekening nog uitgegaan van een EMU-saldo
van 1,1% BBP in 2002, in de nieuwe CPB-raming van 1 november
jongstleden komt het EMU-saldo in 2002 uit op 0,6% BBP.
De belangrijkste oorzaak van de verslechtering in het budgettaire
beeld ligt bij de neerwaartse bijstellingen van de economische
groeiverwachtingen voor 2001-2002. Het CPB heeft ook de voorzichtige
raming van de structurele groei verlaagd van 2,5% naar 2,25% per jaar.
Maar omdat de zogenoemde conjunctuurcorrectie omslaat van min
0,25%-punt naar plus 0,25%-punt per jaar, resulteert in het
voorzichtige scenario voor 2003-2006 nu een groeicijfer van 2,5% per
jaar, tegen 2,25% in het voorjaar.
De achtergrond van de conjunctuurcorrectie is dat het CPB uitgaat van
een conjunctuurneutrale situatie in het eindjaar 2006. In het voorjaar
was de verwachting nog dat er in 2002 sprake zou zijn van
hoogconjunctuur, wat leidde tot een negatieve conjunctuurcorrectie. Nu
is bij de verwachte laagconjunctuur in 2002 een positieve
conjunctuurcorrectie nodig om een conjunctuurneutrale eindsituatie in
2006 te bereiken.
Ondanks de hogere economische groei in het voorzichtige scenario voor
2003-2006 komt de reële groei van de inkomsten van de collectieve
sector niet hoger uit dan in het voorjaar werd becijferd. Dat hangt
voor een deel samen met de conjuncturele verslechtering in 2001 en
2002, die ertoe leidt dat de arbeidsinkomensquote in 2002 naar
verwachting oploopt tot boven de 85%. In het scenario is ermee
gerekend dat de arbeidsinkomensquote op middellange termijn weer
terugloopt tot circa 84%, waar in het scenario van het voorjaar nog
sprake was van een lichte oploop. De sterke verslechtering van de
winstgevendheid in 2001-2002 is door kasvertragingen nog maar voor een
klein deel zichtbaar in de opbrengst van de vennootschapsbelasting in
2002. Daarom loopt de opbrengst van de winstbelastingen na 2002 eerst
verder terug, voordat de verbetering in de winstgevendheid een
positieve bijdrage gaat leveren.
Daarnaast is nu gerekend met stijgende pensioenpremies, mede in
samenhang met het verslechterde beursklimaat. Doordat pensioenpremies
aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting heeft dit eveneens een
remmend effect op de inkomstengroei.
De collectieve uitgaven ontwikkelen zich per saldo niet veel anders
dan in het voorjaar werd becijferd. Op onderdelen zijn er wel
verschillen doordat nieuwe informatie is verwerkt en de raming van
enkele uitgavencategorieën is bijgesteld. Zo zijn de meerjarencijfers
uit de Miljoenennota 2002 verwerkt en is de raming voor de rentelasten
neerwaarts bijgesteld. De volumegroei van de zorguitgaven komt nu iets
hoger uit, op 2,5% per jaar tegen 2,25% per jaar in de eerdere
berekening. De hoge bouwprijzen in het scenario tenslotte zorgen voor
hogere uitgaven, onder meer aan infrastructurele projecten.
De budgettaire ruimte in de volgende kabinetsperiode kan worden
vergroot door beleidsmaatregelen die de verwachte economische groei
verhogen. Ook kan extra financiële ruimte voor nieuw beleid worden
geschapen door uitgavenbeperkingen en/of lastenverzwaringen. De
budgettaire ruimte kan worden aangewend voor verbetering van het
begrotingssaldo, dat in 2002 op 0,6% BBP uitkomt, dan wel voor
uitgavenverhogingen en/of lastenverlichting. Verbetering van het
begrotingssaldo kost ruim 1 mld (0,5 mld euro) budgettaire ruimte per
0,1 %-punt van het BBP.
Later deze maand zal het Centraal Planbureau een publicatie uitbrengen
met een uitgebreide beschrijving van twee economische scenario's, een
voorzichtig en een optimistisch scenario, voor de periode 2003-2006.
Deze publicatie bevat tevens gedetailleerde informatie over de
collectieve financiën in beide scenario's.
De volledige publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file.
| Top | Home | Search | Sitemap |