Ministerie van Economische Zaken

Persbericht Nummer: 153
Datum: 16-11-2001

ELECTRABEL

Het lid van de Tweede Kamer, Crone (PvdA) heeft aan de minister van Economische Zaken op 4 oktober 2001 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Kent u het bericht over de 'Machtspositie van Electrabel' op de Nederlandse elektriciteitsmarkt?1)


2 Bent u van mening dat het mogelijk is dat Electrabel in staat is de prijzen op de APX sterk te beinvloeden door naar believen het aanbod van elektriciteit te varieren? Zo ja, is dit geoorloofd? Welke instrumenten zijn er om dit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?


3 Is het denkbaar dat producenten van elektriciteit er belang bij hebben de prijsvorming op de APX te manipuleren? Zo ja, is dit ook mogelijk en wat kan daar tegen worden ondernomen? Zo nee, waarom niet?


4 Is er sprake van 'voorkennis' bij Electrabel of een andere producent van elektriciteit wanneer die het aanbod van elektriciteit op de APX voor derden onverwachts verlaagt vanwege onderhoud of andere technische redenen?


5 Kunnen producenten die tevens handelen in elektriciteit op de APX op enige manier in een voordeliger positie komen te staan ten opzichte van handelaren die niet over een aan hen gelieerde elektriciteitsproducenten beschikken? Zo ja, is er dan sprake van een level playing field, is dit geoorloofd en welke instrumenten bestaan er om dit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?


6 Is het in het genoemde artikel gesteld dat de Nederlandse stroomsector 'te star is opgezet' correct? Hoe verhoudt het vermogen van de Nederlandse stroomsector om te voorzien in piekbehoeften zich tot dat vermogen in de ons omringende landen?


7 Klopt het dat er op de APX geen mogelijkheid bestaat voor intraday? Zo ja, waarop bestaat die mogelijkheid niet? Kan intraday-handel prijspieken op de APX dempen?


8 Hoe oordeelt u over de uitspraak van de heer Van Loon, algemeen directeur van Electrabel Nederland, dat het met de 'oneerlijke concurrentie het dus wel mee '?


9 Heeft u reeds een analyse gemaakt van mogelijk strategisch gedrag bij producenten die belangen hebben in zowel het buitenland als in Nederland, waar ik in het Algemeen Overleg van 8 februari jl.2) al naar hebt gevraagd? Zo ja, kan deze analyse dan spoedig aan de Kamer worden toegezonden? Zo nee, waarom niet?

---

1) 'Machtsposities van Electrabel wekt wrevel op', In: het Financieele Dagblad, 2 oktober 2001.

2) Kamerstuk 25 097 nr. 42

De Minister van Economische Zaken, mw. A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1 Ja.



2 DTe en NMa werken momenteel aan een marktstudie waarbij getracht wordt een verklaring te geven voor de recentelijk hoge prijzen voor elektriciteit. Indien de noodzakelijke gegevens voor deze studie bij DTe en NMa binnen zijn, kan wellicht ook antwoord gegeven worden op de vraag in hoeverre producenten van stroom in Nederland de prijs (eenzijdig) kunnen beinvloeden. Mochten de resultaten van het onderzoek hiertoe aanleiding geven, dan zal ik de Tweede Kamer hierover informeren. Indien producenten met opzet productie achterhouden (toename schaarste) met als doel de prijs (ver) boven de kosten te brengen, dan is er sprake van misbruik in de zin van artikel 24 Mededingingswet (Mw). Dit artikel verbiedt het marktpartijen met een economische machtspositie (EMP) hiervan misbruik te maken. Artikel 24 Mw stelt NMa/DTe instaat om producenten te vervolgen indien ze daadwerkelijk hun EMP zouden misbruiken.


3 Ja, dat is mogelijk. Hoge prijzen kunnen (incidenteel) hoge kosten representeren, maar hoge prijzen kunnen ook excessieve winsten betekenen voor ondernemingen met een EMP. Indien misbruik van die EMP wordt aangetoond, kan wederom artikel 24 Mw van toepassing zijn. Evenwel is ook van belang te weten dat het niet zeer waarschijnlijk is dat partijen structureel bezig zijn de prijsvorming op de APX te beinvloeden. Immers in het spel van vraag en aanbod zijn er winnaars en verliezers en is het niet van tevoren bekend wie de winnaar is. Manipulatie van de APX en het daardoor vergroten van de zogenaamde onbalans in de systemen kan ook leiden tot een grote financiele schade. Daarnaast is het zo dat bedrijven bezig zijn met het opbouwen van een goede naam en faam. Een korte termijn succes zou door manipulatie van de markt snel tot een lange termijn verlies kunnen leiden.


4 Nee. Nederlandse producenten hebben niet de plicht om ongepland en gepland onderhoud door te geven aan bijvoorbeeld TenneT of DTe. TenneT neemt verminderde productie echter wel waar en is er vervolgens contact met de desbetreffende producent. Echter, omdat productieonderbrekingen niet in alle gevallen direct worden gerapporteerd, kunnen producenten in Nederland een informatievoorsprong hebben op andere (markt)actoren. Maar aangezien de individuele producent niet het overzicht heeft over het totale aanbod en het geplande onderhoud op de markt, is deze informatie slechts van marginaal belang.
In het kader van de voorzieningszekerheid in Nederland acht ik het overigens wel van belang dat de transparantie op dit punt wordt verbeterd. Ik zal hier, al dan niet samen met DTe op korte termijn initiatieven toe nemen.


5 Nee, naar mijn oordeel niet. Er zijn momenteel immers voldoende aanbieders en afnemers die handelen op de APX, waardoor er ook echt sprake is van een marktplaats. De regels om te mogen handelen op de APX dienen zodanig te zijn dat iedere deelnemer gelijke kansen heeft.


6 Nee. De hoeveelheid opgesteld productievermogen dat flexibel genoeg is om tijdens piekuren adequate productie te realiseren, lijkt voldoende. Over de verhouding van de Nederlandse stroomsector om te voorzien in piekbehoeften in relatie tot de ons omringende landen kan ik het volgende opmerken: Volgens gegevens van de organisatie van gezamenlijke netbeheerders in Europa (UCTE) is zowel in Nederland als in de ons omringende landen het opgestelde vermogen in relatie tot de verwachte piekvraag ruimschoots voldoende. Voor exacte gegevens over ramingen voor het jaar 2002 verwijs ik u naar de website van UCTE (www.ucte.org).


7 Nee, Intraday is wel mogelijk. De Nederlandse elektriciteitssector bevindt zich in een transitie/rijpingfase. Gevolg is dat de markt op voor dergelijke diensten nog te weinig liquide is, waardoor ook het effect op de reguliere APX-prijs nog gering is.


8 Zie voor de beantwoording van deze vraag mijn antwoord op vraag 2.

9 Zie voor de beantwoording van deze vraag eveneens mijn antwoord op vraag 2.