FNV

Najaarsoverleg 15 november 2001
fnv voorlichting - publieksinfo@fnv.nl

Speaking notes van Lodewijk de Waal, voorzitter FNV, voor het najaarsoverleg met werkgevers en kabinet op donderdag 15 november 2001.Speaking notes van Lodewijk de Waal, voorzitter FNV, voor het najaarsoverleg met werkgevers en kabinet op donderdag 15 november 2001.


1.
Een verslechterende concurrentiepositie, onzekerheden over de ontwikkelingen in met name de VS, maar hoop op een herstel in de loop van 2002.

Dat kenmerkte de MEV, opgesteld vóór de gebeurtenissen van 11 september. Een wel heel verschrikkelijke en onvoorziene invulling van die onzekerheden volgde, en dat heeft zijn effecten op het economisch beeld niet gemist.

Nadere berekeningen van het CPB laten zien dat het groeiherstel vertraagt met tenminste twee kwartalen, dat de groei neerwaarts wordt bijgesteld, en dat de winstquote daalt.

Eigenlijk vallen de effecten op werkgelegenheid en werkloosheid op korte termijn wel mee, maar gezien de voorheen overspannen arbeidsmarkt valt te vrezen dat er sprake is van een vertraagd effect waarvan de volle omvang in 2003 zou kunnen blijken.


2.
De afgelopen periode heeft de FNV de leden geraadpleegd over het cao-beleid van volgend jaar, en a.s. maandag ronden we dat proces af. Ook hebben wij de opinie van werknemers gevraagd via een NIPO onderzoek.

De ruime steun (90 % niet te hoog of zelf te laag) voor de maximale eis van 4% verraste ons, dat slechts 3% Hans de Boer steunt ligt meer in de lijn van onze verwachting. Slechts een minderheid (41%) steunt ons in het voornemen tot grotere differentiatie onder de 4%.

Dat brengt een bijzonder spanningsveld voor een vakvereniging met zich mee: de achterban schat de situatie minder ernstig in dan de bestuurders. Dat wordt mede veroorzaakt door de krappe arbeidsmarkt, de voorheen riante situatie in een aantal bedrijfstakken en het gevoel dat na de topmanagers gewone mensen ook wel eens mee mogen delen.

Deze gevoelens moeten goed op ons netvlies blijven als wij spreken over sturing van de loonontwikkeling. De Haagse werkelijkheid van economen, werkgevers, politici en journalisten is niet de werkelijkheid van de mensen in het land ...


3.
In deze bijzondere tijd heeft ieder zijn eigen verantwoordelijkheid.

Onze Federatieraad onderschrijft de analyse van het CPB. En er is consensus over de noodzaak om onder het plafond van 4% in de cao-onderhandelingen sterk te differentieren aan de hand van de concrete situatie in bedrijven en bedrijfstakken.

Dat zal leiden tot zeer uiteenlopende cao-resultaten, en daarmee wordt door werknemers een maximale bijdrage geleverd aan een verantwoorde loonontwikkeling.

Bij de differentiatie kan ook worden `gespeeld met de looptijd` (in principe zijn korte contracten van maximaal een jaar verstandig in de meeste situaties) en wellicht kan in sommige bedrijfstakken ook worden `gespeeld met de ingangsdatum` van contractsverhogingen.

Duidelijk is wel dat in de collectieve sector marktconformiteit nog niet bereikt is, zodat daar de inzet en uitkomst dicht bij de maximale looneis zal blijven. Dat kan ook, want er is geld voor gereserveerd.
En deze reservering komt volgens de minister van Financiën niet in gevaar door een dalende conjunctuur. Maar de gang van zaken rond de collectieve sector, behoeft wat ons betreft geen voorbeeldwerking te hebben naar de `marktsectoren`.


4.
Maar zijn wij de enigen die onze verantwoordelijkheid nemen? Mogen wij ook iets verwachten van de werkgevers?
Of leggen zij alle zwarte pieten elders?

Met veel aplomb hebben de werkgevers de afgelopen jaren variabele beloningsvormen geïntroduceerd, met als belangrijkste argument dat deze beloning mee kan ademen met de economische ontwikkelingen. Als er ooit aanleiding is geweest aan de knoppen van de variabele beloning te draaien, dan is het nu, dachten wij zo.

En het is helemaal hoog tijd dat de leiding van het Nederlands bedrijfsleven hun eigen salaris - initieel én variabel - flink aanpakt. Het is een bemoedigend signaal dat daar sinds gisteren wat beweging in is gekomen.

Al blijft gelden: eerst zien en dan geloven.
Mogen wij nog eens verwijzen naar het arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie? Daaruit blijkt helder hoezeer de werkgevers ook zelf een verantwoorde loonontwikkeling in de hand hebben.


5.
En dan het kabinet.

Ik las in een krant dat minister Zalm had gemeld dat iedereen kennelijk het kabinet van advies mocht dienen, maar dat het kabinet nooit iets van de loonontwikkeling mocht zeggen.

Dat lijkt mij, gezien alle uitlatingen van bewindslieden toch een wat onrealistische weergave van de werkelijkheid.

Maar buiten het leveren van commentaar zou een inzet van de zijde van het kabinet om de inflatie onder controle te krijgen, en het benutten van de mogelijkheden om de arbeidskosten via premieverlaging te verminderen, gepast zijn.

Dat kan, en het kan zonder de fondsen zodanig uit te putten dat er geen geld meer zou zijn voor de financiering van overgangsproblemen bij de introductie van een nieuw wao-stelsel.


6.
Tot slot.

De FNV neemt haar verantwoordelijkheid.
Zelfs als anderen dat niet doen.

Het zijn tenslotte onze banen die op het spel staan, straks. Wij hebben ons gehouden aan een verantwoorde loonontwikkeling op momenten dat topmanagers zichzelf excessief verrijkten.

Het zou mooi zijn als anderen ons bijvielen, dan werd het effect groter. Want uiteindelijk realiseren wíj ons altijd: werk gaat voor inkomen.

Meer nieuws? Ga naar http://www.fnv.nl/nieuws .