07 nov 2001
Nummer 164 7 november 2001
Actieve voedingsvoorlichting verlaagt risico op hartinfarct
Voorlichting over goede voeding moet actief worden gegeven ter voorkoming van van hart- en vaatziekten. Mensen die alleen een voorlichtingsfolder meekrijgen veranderen niet veel aan hun voedingsgewoonten. Dit blijkt uit onderzoek van voedingsdeskundige ir. Wanda Bemelmans. Deelnemers aan voorlichtingsbijeenkomsten van een diëtist blijken hun eetpatroon werkelijk aan te passen. Zij eten minder verzadigd vet en meer vis, groenten en fruit. Bemelmans stelt daarnaast vast dat margarine die verrijkt is met alpha-linoleenzuur minder effect heeft op het cholesterolgehalte dan een 'gewone' linolzuurrijke margarine. Bemelmans promoveert op 19 november 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Bemelmans onderzoek maakt deel uit van het 'MARGARIN project'
(Mediterranean Alpha-linolenic enRiched Groningen dietARy
INtervention project). Daarin is onderzocht wat het effect is van
voorlichting over mediterrane eetgewoonten en het gebruik van met
alpha-linoleenzuur verrijkte margarine op de risicofactoren voor
een hartinfarct. Naast roken en te weinig lichaamsbeweging zijn dat
een hoge bloeddruk, overgewicht en een hoog cholesterolgehalte. Het
onderzoek werd gedaan in Oost-Groningen. De sterfte aan ziekten van
de kransslagader van het hart (vooral hartinfarcten) ligt in deze
provincie 17 procent boven het landelijk gemiddelde. De
risicofactoren voor hart- en vaatziekten komen meer voor dan
elders, waarschijnlijk doordat deze regio sociaal-economisch wat
zwakker is.
Dure vis
De door Bemelmans onderzochte groep Groningers, had minimaal drie
risicofactoren voor een hartinfarct, waarbij iedereen een verhoogd
cholesterolgehalte had. In groepen van ongeveer tien personen
bezochten de mensen drie voorlichtingsbijeenkomsten onder leiding
van een diëtist. Bemelmans: "De eerste bijeenkomst was gericht op
verbetering van de kennis over goede voeding. Meer groente en
fruit, minimaal twee keer per week vis, minder rood vlees, vette
kaas en eieren en zo weinig mogelijk verzadigde vetten, dus
bijvoorbeeld vaker olijfolie. Een mediterraan voedingspatroon, maar
wel aangepast aan de Nederlandse situatie. In de daaropvolgende
bijeenkomsten hebben we gepraat over de problemen die ze
tegenkwamen bij de omschakeling naar een ander eetpatroon en het
klaarmaken van nieuwe gerechten. Een veelgehoorde 'klacht' was
bijvoorbeeld dat vis zo duur is. We deden ze dan tips aan de hand
over goedkopere adressen."
Verdikking vaatwand
Na drie jaar blijkt het eetpatroon van de groep duidelijk
verbeterd. Dit in tegenstelling tot de mensen uit de controlegroep
die alleen een folder over goede voeding mee hadden gekregen. Daar
veranderde niets. Toch leidde het verbeterde eetpatroon slechts tot
een lichte vermindering van het cholesterolgehalte of een verlaagde
bloeddruk. "Maar je moet bedenken dat het eten van vis rechtstreeks
een bijdrage levert aan het voorkomen van hart- en vaatziekten,"
licht Bemelmans toe. "Dat effect verloopt niet via de traditionele
risicofactoren. Met verzadigd vet is dat hetzelfde. In
tegenstelling tot onverzadigde vetten, kan een hoge verzadigd
vetinname rechtstreeks leiden tot een schadelijke verdikking van de
vaatwand."
Nieuwe margarine
Linolzuurrijke margarines kunnen het cholesterolgehalte verlagen en
zijn al op de markt sinds de jaren zeventig. "Voor ons onderzoek
werd een speciale margarine gemaakt die naast linolzuur ook een
hoog gehalte aan alpha-linoleenzuur bevatte. We vergeleken het
bloedvetverlagende effect van de nieuwe margarine met dat van
'gewone' linolzuurrijke margarine. Na twee jaar bleek dat de nieuwe
margarine een wat minder gunstig effect had op de bloedvetten.
Daarentegen is het wel zo dat alpha-linoleenzuur ontstekingsremmend
bleek te werken. Op die manier zou het aderverkalking kunnen helpen
voorkomen. We hebben in ieder geval aangetoond dat
alpha-linoleenzuur veilig te gebruiken is. De producent (Becel)
heeft het gehalte inmiddels ook verhoogd."
Goede begeleiding
Een actieve voedingsvoorlichting zorgt dus voor een beter
eetpatroon en draagt zo bij aan de preventie van hartinfarcten.
Maar wie moet de voorlichting doen? "Ik realiseer me dat de
gezondheidszorg momenteel niet structureel is ingericht op
dergelijke intensieve leefstijlbegeleiding", zegt de promovendus.
"Huisartsen hebben er nauwelijks tijd voor en diëtisten zijn
onderbezet of worden onvoldoende geraadpleegd. Verder is deze vorm
van zorgverlening niet altijd opgenomen in de ziektekostenpolis.
Maar een van de aanleidingen voor het onderzoek was een discussie
tussen huisartsen en de GGD over het nut van voedingsvoorlichting.
Dat is nu aangetoond, maar mensen hebben wel een goede begeleiding
nodig bij het veranderen van hun eetpatroon."
Curriculum vitae
Wanda Bemelmans (Geleen, 1971) studeerde 'voeding van de mens' in
Wageningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de
disciplinegroep Huisartsgeneeskunde van de RUG, binnen de
onderzoekschool NCG (Noordelijk Centrum voor
Gezondheidsvraagstukken). Bemelmans promoveert tot doctor in de
medische wetenschappen bij mw.prof.dr. B. Meijboom-de Jong. De
titel van het proefschrift luidt Prevention of coronary heart
disease by nutritional interventions. Het Praeventiefonds was de
hoofdsponsor van het onderzoek en Unilever Research Vlaardingen
verstrekte de margarines. Per 1 december gaat Bemelmans als
onderzoeker werken bij het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en
Milieuhygiëne (RIVM) te Bilthoven.
Noot voor de pers
Voor nadere informatie: mw.ir. W.J.E. Bemelmans, telefoon (050)363
29 51, e-mail: w.bemelmans@med.rug.nl (werk) e-mail:
bemelboom@zonnet.nl