Ministerie van Financien

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk
19 november 2001 FM 2001-01921M
Onderwerp
4e voortgangsrapportage chartale omwisseling euro 1. Inleiding De voorbereidingen op de chartale omwisseling zijn vergevorderd. Alle voor Nederland bestelde bankbiljetten zijn gedrukt, alle euromunten zijn geslagen, verpakt en gereed voor distributie. Banken en toonbankinstellingen hebben bestellingen voor hun "frontloading" met euromunten en eurobiljetten geplaatst. Op 3 september jl. is de uitvoering begonnen met het uitrijden van euromunten vanuit het Opslag-en Distributiecentrum (ODC) van De Nederlandsche Bank. Er is sprake van een logistieke operatie van grote omvang. Maar er is meer dan logistiek. Adequate training van personeel (banken en toonbankinstellingen) en ook de voorbereiding van de klant zijn in hoge mate bepalend voor het succes van de omschakeling. De voorlichtingscampagne vormt dan ook een belangrijk instrument in de laatste fase van de praktische voorbereidingen op de chartale omwisseling. De kennis omtrent en het vertrouwen in de euro van het Nederlandse publiek zijn beide hoog te noemen, mede dankzij de voorlichting van het Nationaal Forum voor de introductie van de euro (NFE). De laatste maanden van dit jaar zal het accent meer liggen op de beïnvloeding van het betalingsgedrag van het publiek. Centrale boodschap in de campagne is: "betaal zo snel mogelijk in euro en zoveel mogelijk gepast". Over de hoofdlijnen en uitwerking van het scenario voor de chartale omwisseling is uw Kamer eerder geïnformeerd bij brieven van 14 december 1999, 11 december 2000 en 21 juni 2001 . In deze brief wordt de huidige stand van zaken geschetst inzake voorbereiding en - voor de eerste maal ook - uitvoering van de chartale omwisseling. Daarnaast heeft uw Kamer op 3 september j.l. een brief ontvangen over de veiligheidsaspecten van de omwisseling naar de euro . Op 12 oktober jl. tenslotte, ontving uw Kamer de 10e voortgangsrapportage euro en overheid over de voortgang van respectievelijk rijksoverheid en ZBO's (10a) en mede-overheden (10b). 2. Stand van zaken chartale omwisseling Het project chartale omwisseling, dat door De Nederlandsche Bank (DNB) op basis van een uitvoeringsovereenkomst met het ministerie van Financiën wordt uitgevoerd, kent een aantal deelprojecten. De voorbereidende fase van alle deelprojecten is inmiddels met succes afgerond; het project chartale omwisseling bevindt zich thans conform planning in de uitvoerende fase. Ten aanzien van de belangrijkste deelprojecten, samenvallend met de belangrijkste logistieke stromen, wordt hieronder een overzicht van de stand van zaken weergeven. 2.1 Waardevervoer. Conform de gemaakte afspraken voorzien de waardevervoerders hun eigen klanten - banken en grote toonbankinstellingen - van euromunten en -biljetten; daarnaast zullen zij zorgdragen voor de afvoer van guldenmunten en -biljetten. Een belangrijk uitgangspunt van het scenario chartale omwisseling, namelijk dat het bedrijfsleven in de periode van de chartale omwisseling niet wordt geconfronteerd met kosten voor de additionele dienstverlening van het waardevervoer in verband met de eurodistributie, heeft zijn beslag gekregen. Zoals gemeld in de begroting 2002 is voor de vergoeding van deze kosten inmiddels een definitieve regeling getroffen tussen waardevervoerders en DNB. Deze vergoeding (begroot op f55 mln ofwel ca. ¤25 mln) wordt in mindering gebracht op de winstafdracht van DNB aan de Staat der Nederlanden. Op basis van inschattingen van de behoefte hebben de waardevervoerders in overleg met hun klanten transportcapaciteit voor de omwisseling gereserveerd. De bulk van de bevoorrading met euro's zal plaatsvinden vanaf 1 december; op basis van vrijwilligheid kunnen banken en toonbankinstellingen echter ook reeds voor die datum worden bevoorraad. Brinks en Geldnet zijn in oktober/november begonnen met de distributie van euromunten en -biljetten; voornamelijk richting de banken.

2.2 Fijndistributie.
De TNT Post Groep (TPG) heeft voor het aan de deur van toonbankinstellingen afleveren van standaardpakketten euromunten een tijdelijk distributiekanaal ingericht, de "fijndistributie" . De doelstellingen voor het project fijndistributie zijn inmiddels goeddeels verwezenlijkt. Op voorhand werd de totale doelgroep geschat op maximaal ca. 230.000 klanten; uit marktonderzoek bleek eerder dit jaar dat tussen de 180.000 en 200.000 toonbankinstellingen van de fijndistributie gebruik zullen maken. Het Nationaal Forum van 25 september 2001 constateerde nog dat het aantal inschrijvingen voor de fijndistributie fors achterbleef bij de verwachtingen (slechts 20 à 30% had op dat moment een bestelling geplaatst). Veel toonbankinstellingen hebben de mailing van de banken mogelijk over het hoofd gezien. Derhalve werd besloten de uiterste inschrijftermijn voor de fijndistributie met een maand te verlengen tot 31 oktober. Daarnaast hebben de banken hun klanten nogmaals (telefonisch) benaderd, terwijl ook via de voorlichtingscampagne van het NFE (o.a. radiospotjes en krantenadvertenties) werd opgeroepen snel te bestellen. Deze gecoördineerde acties hebben effect gesorteerd: bij sluiting van de inschrijvingstermijn op 31 oktober hadden rond de 160.000 toonbankinstellingen euromunten besteld. De gemiddelde omvang van de geplaatste bestellingen ligt hoger dan op voorhand werd verwacht. Ook ná 31 oktober kunnen toonbankinstellingen zich nog inschrijven voor de fijndistributie; naar verwachting zullen dit er maximaal zo'n 25.000 zijn. Er kan - gezien de complexiteit en doorlooptijd van het planningsproces - evenwel geen garantie meer worden gegeven dat zij nog voor 1 januari 2002 met euromunten worden bevoorraad; indien belevering vóór 1 januari niet mogelijk is, zullen deze "laatkomers" in de eerste dagen van januari worden beleverd. Navraag bij de banken leert dat de niet-bestellers voornamelijk bedrijven en instellingen zijn met een geringe chartale omzet en dus een lage wisselgeldbehoefte. Dit gegeven is in overeenstemming met de uitkomsten van bovengenoemd marktonderzoek; met 230.000 toonbankinstellingen lijkt de doelgroep aanvankelijk enigszins overschat te zijn. Daarmee kan geconstateerd worden dat de fijndistributie met succes in een belangrijke behoefte voorziet. Met de brede verspreiding van eurowisselgeld onder toonbankinstellingen is een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van het snelle omwisselscenario gerealiseerd.

2.3 Eurokits en consumentenpakketten.
De productie van de eurokit - met daarin van alle acht euromunten één exemplaar - is verhoogd van de eerder gemelde 15,8 miljoen tot 16,3 miljoen stuks en eind september conform planning afgerond. Zoals gemeld bij de Begroting 2002, zijn in de uitvoerende fase van het project nieuwe inzichten in de omvang van de doelgroep verkregen. Zo bleek de doelgroep bij een proefuitdraai van het databestand groter dan eerder aangenomen. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen getroffen om alle asielzoekers en buitenlandse stafleden van ambassades, consulaten en internationale organisaties van een eurokit te voorzien . Met de verhoogde productie is het tevens beter mogelijk een efficiënte distributie met een minimum aan allocatieproblemen te realiseren. De eurokits worden zodanig over de over Nederland verspreide distributiepunten verdeeld dat in ieder geval 90% van de mensen de eurokit kan afhalen in hun directe omgeving dan wel op de plaats waar ze normaal hun boodschappen doen. Via de website van het NFE en de Eurolijn kan het publiek in december dagelijks zien bij welke distributiepunten in de buurt (o.b.v. postcode) nog eurokits in voorraad zijn. Naast de eurokit kunnen vanaf 14 december ook de consumentenpakketten met eurowisselgeld ter waarde van f 25,-- (EUR 11,34) door banken en toonbankinstellingen verkocht worden of als wisselgeld worden teruggegeven. Een brede verspreiding van consumentenpakketten onder het publiek reduceert de wisselgeldbehoefte van de toonbankinstellingen. Blijkens onderzoek bestaat er onder het publiek grote belangstelling voor de consumentenpakketten . De productie van de pakketten werd in september voltooid. Conform de gemaakte afspraken zullen 4,4 miljoen stuks via de banken verspreid worden. De gezamenlijke toonbankinstellingen hebben toegezegd eveneens 4,4 miljoen consumentenpakketten te zullen verspreiden. Met 1,9 miljoen stuks zijn de bestellingen van het grootwinkelbedrijf helaas achtergebleven bij de gedane toezeggingen. Ook voor toonbankinstellingen uit het midden- en kleinbedrijf (MKB), die overwegend geen gebruik maken van waardevervoer, is de mogelijkheid gecreëerd consumentenpakketten te bestellen . Op 15 november waren via dit kanaal bestellingen voor ca. 1,5 miljoen pakketten ontvangen. Op 15 november waren derhalve bestellingen voor ruim 7,8 miljoen consumentenpakketten - met daarin zo'n 250 mln euromunten - geplaatst ofwel ruim 1 pakket per huishouden. Hiermee wordt een ruim voldoende bijdrage geleverd aan het realiseren van het snelle omwisselscenario, waarin is uitgegaan van de veronderstelling dat slechts eenderde van het betalende publiek in de eerste dagen van januari over euromunten zou beschikken.

2.4 Productie euromunten en eurobiljetten.
De productie van de 659 miljoen door DNB bestelde eurobankbiljetten is inmiddels afgerond. Van de lagere denominaties (EUR 5, 10 en 20) is de voorgenomen hoeveelheid inmiddels in pakketjes van 20 stuks verpakt, ten behoeve van een efficiënte distributie naar toonbankinstellingen vanaf 1 januari a.s. via bankfilialen. De productie van euromunten door de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) ten behoeve van de chartale omwisseling is in de eerste helft van november volgens planning afgerond; in totaal zijn daarvoor 2,8 miljard euromunten geslagen. Inmiddels zijn 1,1 miljard euromunten verpakt in 2,0 miljoen speciale standaardpakketten ter verspreiding via de TPG-fijndistributie. In alle eurolanden is de vraag naar startvoorraden euromunten begin 2002 door banken en toonbankinstellingen hoger gebleken dan verwacht, met name voor bepaalde denominaties. Naar aanleiding hiervan is besloten om de productie van euromunten in alle 12 eurolanden te verhogen. Nederland heeft hierop besloten de productie van 500 miljoen euromunten - waarvan de productie en distributie oorspronkelijk voorzien was voor 2002 ("vervangingsvraag") - door KNM direct aansluitend op afronding van de basisopdracht voor 2,8 miljard munten te laten uitvoeren, zodat een deel van deze productie reeds in het laatste kwartaal van 2001 plaatsvindt.

2.5 Omwisselfaciliteiten publiek bij banken
Zoals eerder gemeld is in NFE-kader afgesproken dat klanten bij hun eigen bank tot 1 april 2002 gratis guldenmunten en -biljetten kunnen afstorten c.q. omwisselen. In de praktijk betekent dit dat vanaf 1 januari bij de geldautomaat euro's worden opgenomen ten behoeve van het doen van betalingen, terwijl guldens (bij voorkeur tijdens de Spaarweken tot begin december of vanaf eind januari tot 1 april) aan de balie worden gestort op de eigen rekening. Dit sluit aan bij de bestaande gedragspatronen van consumenten en is ook in logistiek opzicht de beste (namelijk snelste) oplossing. Voor het inwisselen van guldenmunten kan gebruik gemaakt worden van speciale plastic "muntknippen", die gratis bij banken en postkantoren verkrijgbaar zijn. Klanten die evenwel geen gebruik van de geldautomaat kunnen of willen maken zullen ook bij de balie kosteloos kunnen omwisselen (afstorten op en opnemen van eigen rekening). Aanvullende voorzieningen worden getroffen voor dak- en thuislozen, die veelal niet over een bankrekening beschikken - een voorwaarde om bij de eigen bank gratis guldens in euro's te kunnen omwisselen. Door de Nederlandse Vereniging van Banken, het Leger des Heils en het ministerie van Financiën is een convenant gesloten over een "basisbetaaldienst" . Dit betekent praktisch gezien dat mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, maar met een vast postadres - bijvoorbeeld bij een erkende hulpverlenende instelling als het Leger des Heils - voor het eind van dit jaar een bankrekening kunnen krijgen, zonder kredietfaciliteit, maar mét PIN-pas. Daarenboven is Financiën voornemens een convenant te sluiten met de Nederlandse Vereniging van Volkskredietbanken (NVVK) voor het aanbieden van een gratis omwisselfaciliteit voor de in omvang beperkte restgroep die geen gebruik van de "basisbetaaldienst" kan of wil maken. De deelnemende volkskredietbanken bevinden zich in 16 steden. In de vier grote steden zullen gemeentelijke instellingen op lokaal niveau laagdrempelige voorzieningen treffen, die op gepaste wijze aan de doelgroep worden gecommuniceerd. Daarmee is een voorziening getroffen in 20 steden waar het daklozenprobleem zich grosso modo het duidelijkst manifesteert. 3. Aan distributiescenario gerelateerde aspecten.

3.1 Onderzoek capaciteit geldautomaten.
Zoals in de voortgangsrapportage chartale omwisseling van 21 juni 2001 aangekondigd, heeft het ministerie van Financiën - in samenwerking met de meestbetrokken partijen in het Nationaal Forum - het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM) opdracht gegeven voor een onderzoek naar de verwerkingscapaciteit van geldautomaten. Aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om het publiek middels de NFE-voorlichtingscampagne op te roepen zo spoedig mogelijk in euro te betalen, hetgeen betekent dat het publiek vroeg in januari naar een geldautomaat zal gaan om eurobankbiljetten op te nemen. Onderzocht is nu of de geldautomaten in Nederland aan deze vraag in de eerste dagen van januari kunnen voldoen. Daarbij is primair gekeken naar het aantal transacties dat naar verwachting kan worden verricht en de verwachte wachttijden. Het onderzoek is gebaseerd op landelijke totaalcijfers en op uitkomsten in zes geselecteerde steden/regionale gebieden. Het EIM concludeert - met voorzichtige uitgangspunten als basis - dat iedereen in de eerste vier dagen bij de geldautomaat terecht kan zonder in een lange rij (van meer dan 10 personen) terecht te komen. Er is in het onderzoek rekening gehouden met een ongelijkmatig verloop van de vraag gedurende de dag. Ervaringsgegevens over het opnamegedrag gedurende de dag ondersteunen het gebruikte patroon. De behoorlijke extra toeloop op de geldautomaten tijdens pieken kan goed worden verwerkt . De resultaten van het onderzoek bevestigen hiermee dat de voorziene snelle omschakeling naar de euro haalbaar is. De onderzoeksresultaten ondersteunen het voornemen om het publiek via de NFE-voorlichtingscampagne op te roepen om in de eerste vier dagen van januari naar de geldautomaat (GEA) te gaan (en niet noodzakelijk op 1 of 2 januari), met als doel dat het aantal GEA-transacties begin januari 2002 hoger is dan normaal begin januari. Secundaire boodschappen kunnen worden gericht op de wenselijkheid het GEA-bezoek zowel qua tijd (overdag) als qua locatie te spreiden, zodat de capaciteit de eerste vier dagen zo goed mogelijk wordt benut en men niet meer dan maximaal een paar minuten voor een geldautomaat hoeft te wachten.

3.2 Elektronisch betalen.
Uit de DNB-enquête van september 2001 blijkt dat ruim 80% van het Nederlandse publiek bereid is in de duale fase de betaalpas in te zetten om de overgang te vergemakkelijken, waarvan ca. 60% voor PIN-betalingen en 20% PIN- of chipbetalingen. Met het oog op de verwachte groei van het elektronisch betalingsverkeer in de komende jaren heeft Interpay de capaciteit van haar systemen de afgelopen maanden verdubbeld, zodat een toename van het elektronisch betalen in januari geaccommodeerd kan worden. Een aanzienlijk deel van de detailhandel is niettemin beducht voor storingen in het betalingsverkeer begin 2002. In het geval van storingen heeft Interpay een aantal technische (standaard)noodscenario's achter de hand. Bovendien wordt voor de chartale omwisseling gewerkt aan een communicatieplan om het publiek van adequate informatie over eventuele storingen te voorzien. Volgens opgave van de leveranciers van betaalautomaten (PIN en chip) heeft bijna 95% van de toonbankinstellingen inmiddels een bestelling geplaatst voor de aanpassing van de apparatuur; 90% van de betaalautomaten was medio oktober reeds van een euromodule voorzien. De aanpassing van de betaalautomaten verloopt inmiddels voorspoedig; de terminalleveranciers verwachten half december klaar te zijn met de uitvoering van de nu ingelegde orders. Aangezien het werkterrein van de werkgroep die zich onder leiding van de President van DNB buigt over de tariefstructuren en de infrastructuur in het elektronisch betalingsverkeer niet direct eurogerelateerd is, wordt u over de resultaten hiervan separaat geïnformeerd. Voor het einde van dit jaar wordt een interimrapport verwacht; het eindrapport volgt eind maart 2002.

3.3.Retourstroom guldenmunten en -biljetten.
Nu het einde van de gulden in zicht komt, beginnen guldenmunten en guldenbiljetten hun weg terug naar De Nederlandsche Bank te vinden. De post "bankbiljetten in omloop" was ultimo oktober teruggelopen tot onder de f 29 mrd, ongeveer f 8 mrd lager dan in dezelfde periode in 2000. Hoewel alle denominaties terugkeren bij DNB, bevinden zich onder de terugkerende biljetten opvallend veel coupures van NLG 1000 en NLG 250. Ook de guldenmunten vinden hun weg terug. Op een geschat totaal van circa 3,3 miljard guldenmunten, waren begin november reeds circa 400 miljoen guldenmunten minder in circulatie.

3.4 Spaarweken banken.
Teneinde te voorkomen dat toonbankinstellingen in de drukke duale periode op grote schaal geconfronteerd worden met spaarpotten (oppotkassen) die door het publiek op de toonbank worden omgekeerd, zijn de banken op 15 oktober jl. gestart met speciale spaarweken die tot 1 december lopen. Naar verwachting van DNB zullen de banken in deze spaarweken in totaal enkele honderden miljoenen (inactieve) guldenmunten uit de markt halen.

3.5 Betalen en wisselgeld in euro
Het NFE zal het publiek aanmoedigen om de detailhandel in januari 2002 zoveel mogelijk te ontlasten door direct in euro's en zo veel mogelijk gepast te betalen. In een aantal gevallen kan het voor ondernemers evenwel aantrekkelijk zijn om het betalen in euro extra te faciliteren, met name in de eerste dagen. Zo is het toegestaan een wisselbalie in te richten waar klanten kosteloos guldens voor euro's kunnen wisselen ten behoeve van bestedingen die ter plekke zullen worden gedaan. Onverlet blijft dat de klant desgewenst tot 28 januari overal met guldens terecht kan .

3.6 Vroegtijdige verspreiding 5 euro biljetten
De ¤ 5-biljetten die in de omgeving van Venlo voor betalingen zijn aangeboden zijn waarschijnlijk afkomstig uit Duitsland. DNB heeft hierover contact opgenomen met de Bundesbank en de ECB. Het vóór 1 januari aannemen van eurobiljetten is strafbaar, mede omdat dit als heling beschouwd kan worden. Banken en toonbanksinstellingen die eurobiljetten in het kader van frontloading ontvangen hebben en deze vóór 1 januari in omloop brengen, krijgen een boete opgelegd van 5% van het gefrontloade bedrag en riskeren eveneens strafrechtelijke vervolging.

3.7 Acties van charitatieve instellingen
Begin september zijn ook de gezamenlijke acties van de Stichting Nationale Eurocollecte en de Stichting Coins for Care van start gegaan. In duizenden winkels, kantoren en bankfilialen zijn inmiddels inzamelbussen geplaatst waarin het publiek met name vreemd (munt)geld kan storten ten behoeve van meer dan 100 goede doelen. In de tweede helft van januari 2002 wordt door de Nationale Eurocollecte een landelijke deur-tot-deur collecte georganiseerd, met als doel om de laatste overgebleven guldenmunten in te zamelen. De acties worden ondersteund via de voorlichtingscampagne van het NFE.

3.8 Muntwet 2002
Op 26 oktober j.l. is de Nota naar aanleiding van het Verslag naar de Eerste Kamer verzonden, opdat de inwerkingtreding van de Muntwet 2002 per 1 januari 2002 zal worden gerealiseerd. Door middel van een Koninklijk Besluit zal de Muntwet 1987 worden ingetrokken, waarmee het einde van de guldenmunten als wettig betaalmiddel per 28 januari 2002 formeel wordt geregeld. Tegelijk hiermee wordt bij KB per dezelfde datum artikel 27 van de Bankwet 1998 buiten werking gesteld, zodat ook guldenbiljetten hun status als wettig betaalmiddel verliezen. 4. Voorlichting.

4.1 Kennis en houding van publiek en bedrijfsleven Uit de monitor Eurodynamiek die in september aan het NFE is voorgelegd bleek dat tweederde van de bevolking de euro een acceptabele opvolger van de gulden vindt. In het bedrijfsleven ligt dit cijfer nog hoger (75%). Slechts een klein deel van het publiek (15%) groep blijft tegen de invoering van de euro. Het vertrouwen in de euro blijft stabiel en is in Nederland gelijk aan het gemiddelde in het eurogebied (66%). Publiek (82%) en bedrijfsleven (94%) voelen zich goed geïnformeerd over de euro, waarmee de Nederlander positief afsteekt bij de burgers in de andere eurolanden. Het voorlichtingsmateriaal is goed bekend en wordt ook steeds meer gebruikt. Ook de kennis over de euro is op belangrijke onderdelen verder verbeterd. Zo kent meer dan 90% van de bevolking de startdatum van de euro en meer dan driekwart de omrekenkoers. Alleen de duur van de duale fase is nog onvoldoende bekend (publiek 50%; bedrijfsleven 60%); Nederland scoort op dit punt niettemin het hoogste in het eurogebied.

4.2 Voorlichtingscampagne rond de duale periode
Waar de voorlichting tot nog toe gericht was op het vergroten van de eurokennis en -bewustwording en het verstrekken van (feitelijke) informatie, zal het accent in de laatste maanden van dit jaar en de eerste weken van 2002 meer en meer liggen op de beïnvloeding van het betalingsgedrag. Teneinde de omschakeling 1 januari zo soepel mogelijk te laten verlopen zal het publiek ertoe worden aangezet bepaalde dingen te doen en te laten. Hoofdthema van de campagne zal daarbij zijn: "Maak het elkaar makkelijk", concreet vertaald naar campagneboodschappen wordt dat "betaal zo snel mogelijk in euro en zoveel mogelijk gepast". Daartoe zal het publiek worden opgeroepen om in december reeds een pakket met euromunten (ter waarde van f 25,-) in huis te halen teneinde in januari over een startvoorraad kleingeld te beschikken. Voor het verkrijgen van eurobiljetten wordt geadviseerd in de eerste vier dagen van januari langs een geldautomaat te gaan (die veel kleine coupures zullen uitgeven). Daarnaast zal het elektronisch betalen (PINnen) worden aanbevolen voor betalingen boven EUR 15 en geldt het chippen onder deze grens als vangnet wanneer men niet over gepast geld in euro's beschikt. Zoals eerder aangegeven wordt het publiek opgeroepen geen grote hoeveelheden guldenmunten (uit spaarpotten) te gebruiken voor het doen van betalingen in januari; de guldens kunnen immers tot 1 april 2002 gratis bij de eigen bank worden afgestort of tijdens de nationale deur-tot-deur collecte eind januari aan een goed doel worden geschonken. Tenslotte zal uiteraard van iedereen een gezonde dosis geduld en begrip voor tijdelijke ongemakken tijdens het winkelen (a.g.v. langere transactietijden) worden gevraagd.

5. Coördinatiestructuur en terugvalscenario's. Op 1 september jl. is de coördinatiestructuur, zoals beschreven in mijn brief over de veiligheidsdimensie van de euro-omwisseling d.d. 3 september operationeel geworden. De op deze structuur aangesloten partijen rapporteren reeds periodiek middels situatierapporten over de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van de chartale omwisseling. In overleg met alle partijen uit het operationele veld (DNB, waardevervoerders, TPG, etc.) en de meestbetrokken departementen (Financiën, Justitie, Binnenlandse Zaken, Defensie) zijn aan de hand van geïnventariseerde risico's uitgebreide draaiboeken met terugvalscenario's opgesteld. Genoemde draaiboeken speelden een centrale rol in de oefening crisisbesluitvorming in het kader van de euro-omwisseling die op 17 oktober jl. in het Nationaal Coördinatie Centrum (NCC) heeft plaatsgevonden, met deelnemers op hoog ambtelijk en ministerieel niveau. 6. Tot slot. Zoals eerder gesteld, het Nederlandse scenario legt de basis voor een succesvolle omschakeling. De voorbereidingen die door alle betrokken partijen (toonbankinstellingen, banken, etc.) inmiddels zijn getroffen versterken deze verwachting. De voorbereiding van het publiek staat de komende weken centraal. Daarmee is een - nagenoeg - vlekkeloze omwisseling zonder meer binnen bereik. Het komt erop aan dit vertrouwen ook uit te stralen. Noch het publiek, noch de banken, noch de detailhandel zijn gebaat bij "paniek en chaos" verhalen. Ik hoop en verwacht dat in de laatste weken voor ¤-day alle betrokkenen zich optimaal blijven inzetten voor een beheerste invoering van de euro volgens de lijnen van het afgesproken omwisselscenario. De minister van Financiën, Kamerstuk 25107, nr. 37, nr. 47 en nr. 53. Kamerstuk 25107, nr 55. Kamerstuk 25107, nr 56 en nr 57. Voor een beschrijving van de fijndistributie wordt verwezen naar de voortgangsrapportage d.d. 11 december 2000 (Kamerstuk 25107, nr. 47). Deze groepen bleken slechts ten dele in het gebruikte basisbestand, de Gemeentelijke Basis Administratie te zijn opgenomen. Volgens de DNB-enquête van september 2001 wil 2/3 van het publiek een pakketje kopen. Het MKB krijgt de consumentenpakketten "onder rembours" via het normale TPG-proces aangeleverd. Startvoorraad t.b.v. chartale omwisseling (426 mln) + logistieke voorraad voor 2002 (233 mln). Dit betreft 1,6 miljoen "5-pluspakketten" (2 rollen van alle denominaties van 5 cent en hoger) en 400.000 "centenpakketten" (10 rollen van 1 en 2 eurocent elk). Deze basisbetaaldienst is niet specifiek t.b.v. de euro-omwisseling tot stand gebracht. De Raad Nederlandse Detailhandel heeft een eigen onderzoek uitgevoerd naar de beschikbare GEA-capaciteit in de eerste week van 2002 in Lelystad. Volgens dit onderzoek zou de capaciteit van de geldautomaten niet toereikend zijn voor een soepele chartale omwisseling. Uitkomst van het onderzoek is dat het aantal opnames in de eerste week van januari 2002 lager zal uitvallen dan normaal het geval is. De veronderstellingen en conclusies van het onderzoek worden niet door mij gedeeld. Voor alle sectoren geldt het uitgangspunt dat toonbankinstellingen in de periode van dubbele circulatie zowel guldens als euro's accepteren. Het NFE heeft hierop één uitzondering gemaakt: de kaartverkoop op trams en bussen van het stads- en streekvervoer zal uitsluitend in euro plaatsvinden vanaf 1 januari. Kamerstuk 25107, nr 55. Eveneens geagendeerd voor bespreking in AO op 22 november.