Centrum voor Arbeidsverhoudingen

FNV-bonden stellen CAO-inzet vast

Het parlement van de FNV, de Federatieraad, heeft vanmiddag definitief de arbeidsvoorwaardennota , Leren Loont, goedgekeurd. Dat betekent dat de FNV-bonden blijven uitgaan van een maximale looneis van 4%. Wel is er de mogelijkheid voor CAO-onderhandelaars voor een gedifferentieerde aanpak. Daarnaast legt de nota veel nadruk op afspraken over zeggenschap over tijd en scholing.

Leren Loont kenmerkt zich door voortschrijdende individualisering. Zo wil de FNV meer keuzemogelijkheden binnen de CAO via een eigen loopbaan- en tijdbeleid voor elke werknemer. Pijlers onder zon loopbaanbeleid, waarover FNV-bonden CAO-afspraken willen maken, vormen het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) en de Persoonlijke Ontwikkelings Rekening (POR).

Basis voor het POP vormt een individueel loopbaanadvies door een onafhankelijke instantie. Om inhoud te geven aan de POR willen FNV-bonden in 2002 om te beginnen 0,5% van de loonsom, bovenop de al bestaande scholingsafspraken, inzetten.

Transparantie en voldoende zeggenschap over tijd zijn volgens de FNV de voornaamste voorwaarden voor een individueel tijdbeleid van werknemers. Onderdelen van zon tijdbeleid kunnen zijn: sparen van tijd, de beheersing van overwerk, de mogelijkheid van een langere of kortere arbeidsduur en de samenvoeging van verlofregelingen tot een zogeheten mandje.

De FNV-bonden eisen in ieder geval tenminste 0,5% op voor andere arbeidsvoorwaarden. Dan gaat het naast scholing om zaken als kinderopvang, arbeidsmarktmaatregelen en pensioenen.

Zoals eerder aangekondigd gaat de FNV ook de buitensporige stijging van topsalarissen via de onderhandelingen aanpakken. Leren Loont noemt twee mogelijkheden die preventief moeten werken: een afspraak die vastlegt dat de lonen van de niet-CAO-inkomens gelijke pas houden met de CAO-lonen. Of een extra CAO-eis die de helft van het verschil tussen lonen van bestuurders en gewone werknemers claimt in de vorm van een eenmalige bonus.

19 november 2001

---