ALGEMENE ONDERWIJSBOND AOB
Vice-voorzitter AOb: ondanks recessie blijven investeren
AOb vice-voorzitter Walter Dresscher:
ondanks recessie blijven investeren in onderwijs
Utrecht, 19 november 2001 - Recessie of geen recessie, wil Nederland zich echt ontwikkelen tot een kenniseconomie dan zal een nieuw kabinet in onderwijs moeten blijven investeren. Nyfer maakt nu niet alleen duidelijk dat scholen op enorme achterstand zijn gekomen, maar ook dat de financiële ruimte er is om extra investeringen te doen.
Dat zegt Walter Dresscher, vice-voorzitter van de Algemene
Onderwijsbond, bij het verschijnen van het rapport Voor een dubbeltje
op de eerste rang onderwijs tussen ambities en mogelijkheden. Nyfer
stelt daarin dat er tenminste 6,5 miljard gulden nodig is om de
onderwijsinvesteringen op gelijk niveau te krijgen als in het
buitenland. Dresscher: Wat ons betreft is dat het inlopen van de
achterstand, daarna zal er meer moeten gebeuren. De overheid heeft
verstrekkende ambities met het onderwijs, zoals Nyfer nog eens in
kaart brengt. Als het onderwijs die wil kunnen waarmaken dan moet er
ook boter bij de vis komen.
De Algemene Onderwijsbond vindt dat Nyfer de problemen helder
analyseert. Jarenlang al tijdens het laatste kabinet Lubbers en de
twee Paarse kabinetten is er te weinig geld uitgetrokken voor
onderwijs. Dat resulteert in een hoge werkdruk en een hoog
ziekteverzuim voor leraren. Darnaast is er veel achterstallig
onderhoud bij de schoolgebouwen. Die onderinvesteringen hebben het
werken in het onderwijs onaantrekkelijk gemaakt, waardoor scholen nu
geconfronteerd worden met een groeiend lerarentekort. Tegelijkertijd
verwachten de overheid, werkgevers en ouders heel erg veel van de
school. Dat pleit voor een forse investering in onderwijs.
Die analyse verhoudt zich volgens Dresscher niet zo goed tot de
oplossingen waar Nyfer voor kiest, omdat in het rapport vooral wordt
gepleit voor hele gerichte maatregelen. Daarbij stelt het rapport ook
voor om zulke maatregelen te nemen op basis van meetbare resultaten
van de scholen, terwijl het ergens anders toegeeft dat het meten van
de opbrengsten nog niet volmaakt is. Meer marktwerking in het
onderwijs, zoals Nyfer een paar keer voorstelt, kan misschien een
bijdrage leveren tot nieuwe initiatieven, maar de mogelijkheden
daarvoor zullen eerst beter in kaart moeten worden gebracht. Het lijkt
de AOb echter effectiever als de professionals voor de klas meer
ruimte en tijd krijgen om binnen het bestaande stelsel nieuwe
ontwikkelingen in gang te zetten.
---
Noot voor de redactie.