Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Effectevaluatie proeftuinen farmaceutische zorg veelbelovend

In de proeftuinen farmaceutische zorg in de curatieve sector is veel bereikt. Dit blijkt uit de effectevaluatie die Deloitte & Touche Bakkenist ruim twee jaar na aanvang van de proef heeft opgesteld.

Begin 1999 riep minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het veld op met initiatieven te komen ter invulling van de aanbevelingen van de commissie Koopmans om te komen tot een meer doelmatige en kwalitatief hoogwaardige farmaceutische zorgverlening. Dit heeft geleid tot de selectie van zeven "Proeftuinen Farmaceutische Zorg" in de regio's Groningen, Apeldoorn, Eemland, Kennemerland, Zuid Oost Brabant, Maastricht & Heuvelland, en de proeftuin Achmea.

In deze testregio's hebben huisartsen, specialisten, apothekers, ziekenhuizen en verzekeraars de handen ineen geslagen en, in hun streven naar kwaliteitsverbetering, een aantal bindende afspraken gemaakt. Dit regionaal farmacotherapeutisch transmuraal overleg (FTTO) heeft zichzelf, gezien de resultaten, bewezen al zijn harde conclusies door de beperkte looptijd nog niet mogelijk. In de projecten bleken verder veel voorwaarden te ontbreken die meten mogelijk maken en die grotendeels buiten de macht van de regionale initiatiefnemers lagen: gebrek aan ICT, ontbrekende informatie over indicatie en onvoldoende kwaliteit van registratie.

Deze rapportage is een vervolg op de "Rapportage evaluatie proeftuinen farmaceutische zorg; leermomenten uit het eerste proeftuinjaar" van november 2000. Hieruit bleek dat op procesniveau in korte tijd al het nodige bereikt was. De proef moet worden beschouwd als voorbeeld en aansporing voor het veld om deze werkwijzen in gebruik te nemen.