Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitters van de Vaste Commissies voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Onderwijs
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCDWK/2001/4558
datum
22-11-2001

onderwerp
Advies 'Kleurrijk onderwijs voor de groene sector' van de Onderwijsraad
TRC 2001/11817 doorkiesnummer

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u het advies 'Kleurrijk onderwijs voor de groene sector' van de Onderwijsraad aan.

datum
22-11-2001

kenmerk
TRCDWK/2001/4558

bijlage

Het advies omvat een analyse waarin de ontwikkelingen in het beroepsdomein voedsel en groen en de daaraan verbonden ontwikkelingen voor het groene onderwijs worden geschetst. De raad komt tot de conclusie dat het agrarisch domein een aanzienlijke verbreding heeft ondergaan waardoor verwevenheid met andere domeinen is ontstaan. Naar de mening van de raad is een herpositionering van het groene onderwijs en van de rol van de departementen LNV en OC&W aan de orde. De raad geeft aan dat het groene onderwijs een aantal bijzondere kenmerken heeft die daarbij optimaal benut zouden moeten worden.

Het advies geeft aanbevelingen voor de toekomst met name ten aanzien van de rol van LNV en OC&W. In het advies wordt de nadruk gelegd op het belang van inhoud en kwaliteit en van een onderscheid tussen de rol als vakdepartement en als onderwijsdepartement. In concreto adviseert de raad om deze twee rollen (die voor vakdepartementaal- en onderwijsbeleid) te scheiden. De raad ziet voordelen in een 'externe' scheiding, waarbij de onderwijsverantwoordelijkheid wordt overgedragen aan de minister van OC&W en de minister van LNV zich concentreert op de verantwoordelijkheid als vakminister. Een externe scheiding heeft, aldus de raad, zowel bestuurlijke als inhoudelijke voordelen. De externe scheiding heeft ook consequenties voor de rol en taken van OC&W. De raad geeft aan dat de ontwikkelingen bij OC&W van dien aard zijn dat de verworvenheden van het groene onderwijs behouden kunnen blijven zonder strijdig te zijn met het OC&W beleid. De raad geeft aan dat met de externe scheiding de minister van LNV zich beter kan richten op de inhoudelijke kanten van het agrarisch onderwijs door bijvoorbeeld eisen te stellen aan beroepen of producten, en de ontwikkelingen binnen de agrarische sector te vertalen naar de opleidingen.

Het advies levert een waardevolle bijdrage aan de uitwerking van het toekomstbeeld van het groene onderwijs zoals ik dat heb opgepakt in het kader van mijn beleidsbrief Groen onderwijs 2010: richting en ruimte.

Ik heb de uitwerking van toekomstbeelden opgepakt door ondermeer de praktijk van alledag te bekijken en op scholen met docenten en leerlingen gesprekken te voeren. De verdere gedachtenvorming over de toekomstbeelden van het groene onderwijs heb ik samen met de minister van OC&W ter hand genomen waarbij we vanuit twee perspectieven naar het groene onderwijs kijken, te weten het belang van de deelnemer en het belang van de sector voedsel en groen.
Inmiddels heb ik op 6 september jl. een nadere gedachtenwisseling gehad over die toekomstbeelden met een aantal opinieleiders uit onderwijs en bedrijfsleven tijdens het 1ste China-Hongkong debat. Met de opinieleiders heb ik afgesproken om in december een 2de bijeenkomst te houden waarin onder meer onderwerpen als samenwerking groen en overig onderwijs, inhoud groen onderwijs en vraaggestuurd onderwijs, verder uitgediept worden. Het advies van de Onderwijsraad zal voor de 2de China-Hongkong conferentie worden gebruikt. Op basis van deze 2de China-Hongkong conferentie zullen de minister van OCW en ik u begin 2002 met een 2de Beleidsbrief Groen onderwijs informeren.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst

Bijlage:
Advies: 'Kleurrijk onderwijs voor de groene sector' (PDF-formaat, 289
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2001/par01353.htm . Kb)