Aantal longtransplantaties in 2001 bijna verdubbeld
22 november 2001
CVZ signaleert positieve ontwikkeling bij longtransplantaties
Het aantal longtransplantaties is in de periode 1 januari 30 september
2001, in vergelijking met dezelfde periode in 2000, bijna verdubbeld:
van 10 naar 19*. De export van donorlongen naar het buitenland is in
deze periode, in vergelijking met dezelfde periode in 2000,
aanzienlijk gedaald: van 15 naar 2. Een groot probleem blijft het
tekort aan donororganen.
Dit concludeert het College voor zorgverzekeringen (CVZ) op 22
november 2001 in zijn signalement over longtransplantaties, dat aan de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is uitgebracht.
De wachtlijst voor longtransplantaties (exclusief hart + long) is
tussen 1 oktober 2000 en 1 oktober 2001 met ongeveer 11 procent
gedaald: van 64 naar 57. Op de wachtlijst stonden 12 patiënten die
niet tijdig konden worden geholpen en als gevolg daarvan overleden. De
oorzaak daarvan moet in hoofdzaak gezocht worden in het tekort aan
donorlongen.
In de eerste 9 maanden van 2001 zijn er 35 potentiële longdonoren
aangemeld. Van 18 donoren zijn de longen, vanwege de slechte
kwaliteit, niet geschikt bevonden voor transplantatie. In de
overeenkomstige periode in 2000 zijn van 49 donoren de longen
aangemeld. Van 30 donoren werden de longen niet geschikt bevonden voor
transplantatie. Ondanks het lagere netto-aanbod van donorlongen zijn
er in 2001 toch meer transplantaties uitgevoerd.
In de periode 1 januari 16 maart 2001 had alleen het Academisch
Ziekenhuis Groningen (AZG) een vergunning voor de uitvoering van
longtransplantaties. Op 16 maart 2001 kregen ook het Universitair
Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en het Academisch Ziekenhuis Rotterdam
(AZR) daarvoor een (gezamenlijke) vergunning. Het UMCU is sinds 1 juni
2001 feitelijk operationeel, het AZR werd dat per 1 november 2001. Aan
de drie transplantatiecentra werden door de minister van VWS een
aantal eisen gesteld die verband hielden met een goede samenwerking,
de kwaliteit en de garantie voor continuïteit.
Inmiddels hebben de centra schriftelijke afspraken met elkaar gemaakt
op grond waarvan mag worden verwacht dat aan de gestelde voorwaarden
wordt voldaan. Hiermee is het risico verkleind dat in Nederland
aangeboden donorlongen niet volledig worden benut en dat
longtransplantaties, als gevolg van locale capaciteitsbeperkingen,
geen doorgang kunnen vinden. Op grond van deze afspraken kan Nederland
ook in het kader van Eurotransplant als één ontvangerregio worden
gezien met één gezamenlijke wachtlijst. Door de gemaakte afspraken en
het opheffen van het gebrek aan transplantatiecapaciteit is de kans op
onnodige "netto-export" van longen naar het buitenland aanmerkelijk
kleiner dan voorheen.
* Per 14-11-2001 zijn er inmiddels 25 longtransplantaties uitgevoerd.
Auteur: John van der Pas, telefoon 020 3475605
Mutatiedatum 01/11/28 09:13:24
Site Meter