Nieuws
Oogstbericht Italië door René van Heusden
Italië kleine oogst 2001 als gevolg van nachtvorst en droogte
De Italiaanse wijnoogst is in 2001 uitgekomen op een volume van
ongeveer 51 miljoen hectoliter. Dit betekent een daling van 5% in
vergelijking met 2000. Samen met 1997 is 2001 een van de kleinste
jaren van de afgelopen vier decennia. Kwalitatief is het een goed tot
zeer goed jaar worden, zij er dat er wel nodige regionale verschillen
zijn.
Kenmerkend voor de oogst 2001 is de vroege rijpheid van de druiven,
met een voorsprong van 5 tot 10 dagen op het normale tijdstip, en de
nodige concentratie. Als gevolg daarvan hebben veel rode wijnen een
krachtige structuur, terwijl de witte over een goede zuurgraad
beschikken.
Veel wijngaarden, van het hoge noorden tot in het diepe zuiden, werden
laat in het voorjaar getroffen door nachtvorst en hagel, wat leidde
tot een lager rendement. Ook de droge zomer werkte rendementverlagend,
zij het dat de effecten door toepassing van noodirrigatie nog
enigszins beperkt bleven. De droogtestress zorgde ook voor de nodige
problemen bij de rijping van het fruit. Toen er in de tweede helft van
september eindelijk regen viel, was dat in heel wat streken meer dan
welkom. Vooral laat rijpende druivenrassen hebben hier in hun ultieme
rijpingsfase nog van kunnen profiteren. Ziekten hebben in 2001 maar
weinig schade aangericht. Wel kregen diverse streken in Noord Italië,
zoals o.a. Piemonte, Veneto en Trentino, af te rekenen met
bladverkleuring.
Een overzicht van de belangrijkste regios:
Piemonte kende, behoudens de vorst van 15 april en de daaruit
resulterende verkleuring van bladeren, een vrij probleemloze
vegetatie. Mede omdat de kans op oïdium onder controle gehouden kon
worden is het volume hier gemiddeld ruim 10% hoger uitgevallen dan
vorig jaar. Voor Dolcetto bedraagt de stijging zelfs 15%. Vooral bij
de laat geoogste druiven is dankzij de neerslag in september sprake
van een uitstekende kwaliteit.
In de regio Lombardia (Lombardije) rekende men begin september nog met
een daling van de opbrengst, maar uiteindelijk bleek er toch sprake
van een lichte stijging, met name in Oltrepò Pavese. In Franciacorta,
waar geplukt werd tussen 20 augustus en 15 oktober, bleef het volume
ongeveer hetzelfde als in 2000. Het eerste oordeel over de kwaliteit
is: zeer goed.
Ook in de Veneto viel het na afloop van de oogst best mee. Ook daar
had eerder in het jaar de droogte zich laten voelen, met name in de
omgeving van Vicenza en Verona. Prosecco en Valpolicella kregen
bovendien te maken met hagel. Daar staat dan wel tegenover dat de
mostgewichten vaak wat hoger liggen dan vorig jaar. Witte wijnen
scoren hier over het algemeen beter dan rode, omdat die laatste een
beetje te lijden hadden door de combinatie van regen en koelte na
medio september.
Trentino en Alto Adige/Südtirol zitten aan de pluskant met een
volumestijging van 5%. Afgezien van wat sporadische hagel verliep de
vegetatie hier min of meer normaal. De regen van eind september was
niet al te storend, zodat de kwaliteit over het algemeen goed tot zeer
goed is. In de omgeving van Bolzano/Bozen begon de pluk op 10
september. Chardonnay en Blauburgunder (Pinot Noir) behoren tot de
meest succesvolle druiven van dit jaar. In Trentino werden de eerste
trossen al op 22 augustus binnen gehaald. Zowel rood o.a. Merlot en
Teroldego als wit o.a. Pinot Grigio en Chardonnay hebben het hier goed
gedaan. In Trentino is men dit jaar trouwens ook zeer te spreken over
de resultaten van de seksuele verwarring ter bestrijding van de
druivenbladroller.
Friuli komt dit jaar uit op een oogstvolume dat ongeveer gelijk is aan
dat van 2000, en dat was genereus. Anders dan vorig jaar, toen er een
vroege rijping plaatsvond, viel de oogst nu in de normale periode.
Voor de witte druiven begon die eind augustus. Goede resultaten worden
gemeld voor Pinot Bianco en Pinot Grigio, Tocai Friulano en Sauvignon.
De pluk van de rode werd wat verstoord door variabele
weersomstandigheden eind september-begin oktober. Niettemin hebben
Merlot en Refosco het goed gedaan.
Waar men zich in Friuli wel steeds meer zorgen over begint te maken is
de aanwezigheid van vuurzwam, vooral in wijngaarden met een jonge
aanplant.
Toscana (Toscane) geeft een enigszins wisselend beeld te zien, bij een
algemene daling van het volume van gemiddeld ruim 15%. Er zijn echter
uitschieters van 25 tot 40% minder! Naar alle waarschijnlijkheid zal
dit een behoorlijke prijsstijging tot gevolg gaan hebben. Eerste
berichten spreken zelfs van verhogingen met 25%. In hoe verre zon
politiek realistisch is, is echter hoogst twijfelachtig.
Chianti kent een daling van minstens 5%. De stokken ontwikkelden hier
kleine druiven met een dikke schil. Dit betekent enerzijds een hoge
concentratie, maar anderzijds ook een gevaar van te hoge
tanninewaarden in de wijn. Vorig jaar bleek dit ook al een probleem te
zijn, ondanks de aanvankelijk zeer hoog gespannen verwachtingen.
Montalcino (Brunello) en nog meer Montepulciano (Vino Nobile) zitten
nog veel meer in de min. Hier hebben vooral de lager gelegen
wijngaarden zwaar geleden onder de vorst. Vooral in deze DOCGs valt
dan ook het ergste te vrezen voor de prijsontwikkeling.
Nog meer vorstperikelen, dit keer in Umbria (Umbrië). Daar zorgde de
voorjaarskou voor een daling met maar liefst 20%! Vooral het oosten
kreeg het hard te verduren. Ook hier plukte men later vanwege de
droogte kleine druiven met dikke schillen.
Tot kort voor de oogst leken de Marche (de Marken) het er beter van
afgebracht te hebben, maar helaas. Hier is bedraagt de daling in
volume gemiddeld 15%. Die daling komt in zijn geheel op rekening van
de Sangiovese. De Verdecchio daarentegen deed het een stuk beter. De
kwaliteit is hier bovendien zeer goed.
In de zuidelijker gelegen regios, waaronder Lazio (Latium), Campania
(Campanië), Abruzze (Abruzzen), Puglia (Apulië) en Sicilia (Sicilië)
is de trend over het algemeen negatief wat betreft de opbrengst. De
combinatie van vorst en droogte heeft hier op veel plaatsen geleid tot
zowel kwantitatieve als kwalitatieve problemen. De daling in opbrengst
varieert hier tussen 5 en 15%. Ook al dacht men na een regenrijke
winter over voldoende waterreserves te beschikken, onder invloed van
de extreme droogte hebben veel trossen geen volledige rijping bereikt.
Campanië profiteerde van regen in begin september, waardoor toch nog
een bijna normale hoeveelheid druiven geoogst kon worden. In Apulië
was de daling daarentegen dramatisch, terwijl ook Sicilië ver
achterblijft bij wat men daar gewend is. Sardegna (Sardinië) leek
enige tijd de uitzondering op de regel in het zuiden te gaan vormen,
maar het blijkt uiteindelijk toch ook tot de grote verliezers te
behoren in termen van kwantiteit. Deze teruggang wordt wel
gecompenseerd door een uitstekende kwaliteit.
Copyright © 1996-2001 Productschap Wijn / Wijninformatiecentrum