Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=423468


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling DSI/MY Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 22 november 2001 Auteur H.Y.Buijs
Kenmerk DSI/MY 508/01 Telefoon 31+(0)70 3484261
Blad /4 Fax 31+(0)70 3484883
Bijlage(n) 1 E-mail dieke.buijs@minbuza.nl
Betreft Ontvlechting SNV
C.c.
Geachte Voorzitter

Medio 1999 werd het rapport van het interdepartementaal beleidsonderzoek 'Uitzending Personeel Ontwikkelingssamenwerking' afgerond. Eén van de bij dit onderzoek betrokken organisaties, was SNV. Met betrekking tot SNV werd een heldere aanbeveling gedaan. Deze luidde: De ontwikkelingsorganisatie SNV wordt volledig losgemaakt van het ministerie van Buitenlandse Zaken: aan de bestuurlijke en financiële vervlechting tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en SNV wordt een einde gemaakt. In mijn brief aan de Kamer van 21 december 1999 ( kamerstuk 26958, nr.1), waarin ik mijn beleidsreactie op dit IBO rapport gaf, onderschreef ik deze aanbeveling. Met deze brief wil ik u informeren over de uitvoering van deze aanbeveling.

Sinds het verschijnen van het IBO-rapport, heeft SNV zich gebogen over een herpositionering van de organisatie, hetgeen in direct en goed overleg met ambtenaren van het ministerie geschiedde. Een van de eerste stappen die SNV gezet heeft, is het opstellen van een strategienota. In deze nota schetst SNV de toekomstige rol die zij wil spelen en de weg waarlangs aan die rol invulling zal worden gegeven. Deze nota die langs een participatieve weg tot stand is gekomen, werd door mij geaccordeerd in november 2000. In bijlage 1 worden de hoofdlijnen van de SNV strategie kort geschetst. De niche in de markt die SNV voor zichzelf ziet, is capaciteitsopbouw van lokale organisaties op meso-niveau in het Zuiden. De kaders die SNV in de strategienota schetst voor wat betreft het leveren van technische assistentie aan het bredere terrein van institutionele- en capaciteitsopbouw in het Zuiden sluiten uitstekend aan bij de kaders zoals geschetst in het Beleidskader Technische Assistentie dat ik in oktober 2000 aan de Kamer (kamerstuk 26958, nr.3)heb aangeboden.

De gerichtheid op organisatie- en institutie-versterking vormt een beleidsverandering, die recht doet aan het ownership-principe: SNV zal dan ook geen nieuwe projecten in eigen beheer meer uitvoeren.

Na het aangeven van de richting waarin SNV zich wil ontwikkelen is de volgende stap de ontvlechting van SNV en het ministerie. Dit zal in verschillende fasen verlopen.

De eerste fase betreft een statutaire ontvlechting, daarna zullen in een volgende fase de financiële, materiële en personele ontvlechting vorm moeten krijgen.

Statutaire ontvlechting

Om aan de strategienota uitvoering te kunnen geven, is het noodzakelijk dat SNV op korte termijn statutair als onafhankelijke organisatie gaat opereren. De strategienota vereist een andere wijze en andere organisatie van werken, waarbij meer dan thans het geval is, de verantwoordelijkheden en het zwaartepunt in het Zuiden komen te liggen. Tevens leidt klantgerichtheid tot een horizontaal aansturingsmodel zodat de individuele SNV adviseur optimaal in staat is de gevraagde dienstverlening (voor een lokale organisatie op meso-niveau) te leveren. Dit is een wijziging ten opzichte van het verleden. SNV heeft dit veranderingsproces reeds in gang gezet. Deze wijze van werken en organisatie vraagt ook om een andere, flexibeler en directer aansturing in de vorm van een directieraad en raad van toezicht. De huidige statuten laten deze wijze van werken en een andere organisatievorm niet toe. Deze huidige statuten voorzien voorts in sturingsmogelijkheden voor de Minister die op gespannen voet staan met de beoogde ontvlechting. Wijziging van deze statuten is derhalve onvermijdelijk. Deze statutaire ontvlechting zal ingaan op 01/01/02.

Materiele, financiële en personele ontvlechting

Met een statutaire ontvlechting is een eerste en noodzakelijk stap gezet. De volgende stap zal uit drie onderdelen bestaan. Namelijk, ontvlechting op materieel gebied, op financieel gebied en op personeelsmatig terrein. Deze onderdelen van de ontvlechting zullen ultimo 2002 worden voltooid

In een met SNV te treffen ontvlechtingsovereenkomst zullen afspraken gemaakt worden over de uitwerking van deze drie ontvlechtings-operaties in het jaar 2002

Ad materiele ontvlechting
De materiële ontvlechting betreft de overdracht van vermogensbestanddelen. De belangrijkste vermogensbestanddelen bestaan uit de eigendomsrechten op enkele panden in het Zuiden, inventaris, apparatuur en vervoermiddelen. De waarde hiervan zal worden vastgesteld naar de waarde van de balansdatum 31 december 2001. E.e.a. zal volgens de regelgeving van het Ministerie van Financiën, Domeinen en in overleg met de departementale accountants dienst worden uitgevoerd.

Ad financiële ontvlechting exploitatiekosten
Naast de ontvlechting van de vermogensbestanddelen vindt ook een inventarisatie en toerekening plaats van kosten die betrekking hebben op de exploitatie en nu nog door het Ministerie worden betaald ten behoeve van de huisvesting voor de staf in Den Haag. Het betreft o.a. huur, schoonmaakkosten, energie, telefoonkosten, kantoorkosten, etc. Deze kosten kunnen op vrij eenvoudige wijze worden vastgesteld. Moeilijker is het om de indirecte, meer verborgen kosten te berekenen. Hiermee worden de kosten van de door het Departement geleverde dienstverlening aan SNV bedoeld. Het betreffen kosten van vertaling, beveiliging, juridische ondersteuning, salarisadministratie, visumverkrijging, bestellen van tickets, koerierskosten, etc. De totale hiermee gemoeide kosten zullen de komende maanden worden berekend en gecontroleerd door de accountants van SNV en het ministerie.

Ad Personele ontvlechting.
Personele ontvlechting tenslotte zal de meeste tijd vergen. Op dit moment is de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking de formele werkgever. Pensioenkwesties, al dan niet terugkeer naar het ministerie van de op dit moment bij SNV werkzame BZ ambtenaren, zijn bijvoorbeeld zaken die geregeld moeten worden. Een en ander betekent dat SNV per 1/1/2003 de formele werkgever van het personeel van SNV zal zijn.

Toekomstige relatie met SNV.

De toekomstige relatie tussen het ministerie en SNV zal die van subsidiegever en subsidieontvanger zijn. SNV zal een subsidie aanvraag indienen, die betrekking zal hebben op de integrale kosten van haar werkzaamheden en op de eenmalige kosten van het ontvlechtingstraject zelf. De eerste subsidiebeschikking zal een periode van vijf jaar betreffen. Na drie jaar zal bekeken worden of en zo ja, hoe een vervolg subsidiëring eruit zal moeten zien. Daarnaast zal SNV streven naar een toename en diversificatie van fondsen van derden voor additionele werkzaamheden. Hiertoe kunnen ook de ambassades gerekend worden. Gezien de unieke dienstverlening van SNV, namelijk capaciteitsopbouw en institutionele versterking op meso niveau ( bijv. districtsbestuur of koepelorganisaties van NGO's) is de verwachting dat SNV ook op termijn met name in het kader van de sectorale benadering in de 19+3 landen en in het themalandenbeleid een belangrijke rol kan blijven spelen. Voor de komende 5 jaar is bij wijze van overgang een generale waiver voor aanbesteding voorzien, zodat de posten de komende periode een laagdrempelige toegang hebben tot deze additionele dienstverlening en deze vrij eenvoudig in kunnen inhuren waar nodig. Na afloop van deze periode zal SNV als normale marktpartner dienen te opereren.

Conclusie

Met de statutaire ontkoppeling van SNV per 01/01/02 en de overige materiele, financiële en personele ontvlechting en ontkoppeling per 01/01/03 zal de aanbeveling van het interdepartementaal onderzoek 'Uitzending Personeel Ontwikkelingssamenwerking' om de ontwikkelingsorganisatie SNV volledig los te maken van het ministerie van BZ en de huidige bestuurlijke en financiële vervlechting tussen het ministerie en SNV te beëindigen, ten uitvoer zijn gebracht.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline Herfkens

Bijlage 1. Hoofdlijnen SNV Strategie

De hoofdlijnen van de SNV strategie zijn de volgende:

Centraal staan de doelstellingen van armoede vermindering en verbetering van bestuur. SNV biedt in het kader van die doelstellingen advies en expertise.

De klanten van SNV zijn intermediaire organisaties en die organisaties die zich richten op capaciteits versterking en opbouw.

Centrale werkveld van SNV is ondersteuning bij capaciteitsopbouw. Gekozen wordt voor specialisatie op de terreinen van lokaal bestuur, beheer van natuurlijke hulpbronnen en private sector.

Kenmerken van de dienstverlening zijn: vraaggericht, flexibel, resultaatgericht en 'network-based'.

SNV ziet zich als een aanbieder van technische assistentie die het werk van donoren, de private sector en lokale organisaties werkzaam op terrein van TA aanvult.

De identiteit van SNV is die van een in Nederland gebaseerde internationale organisatie.

Een graduele verandering in de financieringsrelatie met het ministerie ontwikkelt zich. Onderzocht worden mogelijkheden voor diversificatie van financieringsbronnen.

Kenmerk
Blad /1

===