persbericht
Nummer:
158
Directie:
voorlichting
22-11-2001
Status:
informatie
Inspectierapport over tweede fase havo/vwo:
De tweede fase een fase verder
Meer samenhang tussen vakken en programma-onderdelen en minder
complexe regels, kunnen de tweede fase havo/vwo een fase verder
brengen. Hierdoor verbeteren volgens de inspectie de
werkomstandigheden van leraren en de organiseerbaarheid voor scholen
en vermindert de werklast van leerlingen. Dit staat in het
inspectierapport dat staatssecretaris Adelmund vandaag naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd. Begin volgend jaar zal de staatssecretaris de
uitkomsten van een discussie met onderwijsorganisaties over de tweede
fase naar de Tweede Kamer sturen. De resultaten uit het
inspectierapport 'De tweede fase een fase verder' worden daarbij
betrokken.
Scholen zijn in 1998 of 1999 begonnen met de tweede fase. De tweede
fase is ingevoerd om de aansluiting tussen bovenbouw havo/vwo (4, 5
havo en 4,5,6 vwo) en het hoger onderwijs te verbeteren. In plaats
van vrije pakketkeuze kent de tweede fase vier profielen: cultuur en
maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid, natuur
en techniek.
Verschillende oorzaken
Uit een monitor-rapportage van het Tweede Fase Adviespunt die tegelijk
naar de Tweede Kamer is gestuurd blijkt dat het aantal leerlingen dat
kiest voor een bepaald profiel sinds 1998 vrijwel gelijk is gebleven.
Ook het aantal zittenblijvers is stabiel. Scholen verwachten dat het
aantal zittenblijvers in de komende jaren vermindert. Uit de
rapportage blijkt dat scholen steeds beter kijken naar de doorstroom
van leerlingen waardoor zij meteen op de plek terecht komen die het
best bij hen past.
Volgens de inspectie zijn er verschillende oorzaken voor de eerder
geconstateerde overladenheid in het programma. Schoolboeken bevatten
bijvoorbeeld soms meer stof dan het examenprogramma voorschrijft. De
inspectie maakt in haar rapport onderscheid tussen factoren die een
gevolg zijn van het invoeringsproces en die de scholen zelf kunnen
oplossen en factoren die buiten de invloedssfeer van de school liggen.
Wat scholen zelf kunnen oplossen
Uit het rapport van inspectie blijkt dat veel leerlingen de uren die
zij doorbrengen met praktische opdrachten saai vinden. Ook het
didactisch handelen van leraren kan beter. De inspectie adviseert
scholen het didactisch handelen bij de verdere ontwikkeling van de
tweede fase te betrekken.
Leerlingen klagen over piekbelasting in hun studie door toetsen en
praktische opdrachten die op hetzelfde moment moeten worden afgerond.
Er zijn overigens minder klachten dan twee jaar geleden. De inspectie
verwacht dat scholen er steeds beter in slagen opeenhoping van
opdrachten en toetsen te voorkomen en een behoorlijke inschatting van
de noodzakelijke tijdsinvestering te maken. Het moet volgens de
inspectie mogelijk zijn dat leraren onderling betere afspraken maken
over afstemming en samenhang tussen vakken of programma-onderdelen.
Wat buiten de invloedssfeer van scholen ligt
De eisen van het examenprogramma moeten meer overeenstemmen met
studielast en contacttijd. Een mogelijk alternatief is volgens de
inspectie de breedte van het aanbod iets te verminderen, zodat er per
vak meer tijd beschikbaar komt. De inspectie verwacht dat een beter
evenwicht tussen de programma's en beschikbare tijd de
werkomstandigheden van leraren kan verbeteren en de werklast van
leerlingen kan verminderen.
Leerlingen met een exact profiel vinden het vak algemene
natuurwetenschappen (anw) vaak overbodig. Vanuit efficiënte
tijdsbesteding stelt de inspectie voor na te gaan of anw voor deze
leerlingen kan worden opgenomen in andere vakken binnen die profielen.
Voor leerlingen met een alfa-profiel stelt de inspectie voor op
dezelfde manier te kijken naar het vak geschiedenis/maatschappijleer.
De inspectie adviseert in het gemeenschappelijk deel van de profielen
een heroverweging van het aantal, de keuze en de waardering van dit
soort 'kleine' vakken. Dat geldt ook voor de deelvakken taal (Duits 1
en Frans 1).
De inspectie vindt de regels voor de tweede fase complex. Er is
spanning tussen de regels en uitvoering in de praktijk. Het gaat dan
volgens de inspectie om het verplichte aantal uren in schooltijd per
week, de gevolgen van de deelvakken op de organisatie van de school,
het verschil in status van vakken (deelvakken, vakken met alleen een
schoolexamen of vakken met alleen een centraal examen) en de
interpretatie van het eindexamenbesluit.
Begin volgend jaar zal de staatssecretaris de uitkomsten van een
discussie met onderwijsorganisaties over de tweede fase naar de Tweede
Kamer sturen. De resultaten uit het inspectierapport en de monitor van
het Tweede Fase Adviespunt worden daarbij betrokken.
Zie ook:
Brief aan de Tweede Kamer
De tweede fase een fase verder
22-11-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl