persbericht
Nummer:
159
Directie:
voorlichting
22-11-2001
Status:
informatie
Reactie advies Onderwijsraad 'Publiek en Privaat'
Ouderbijdrage moet ten goede komen aan alle leerlingen
De vrijwillige ouderbijdrage moet ten goede komen aan alle leerlingen.
Ook aan leerlingen waarvoor niet is betaald. De bijdrage is alleen
bedoeld als aanvulling op de kernactiviteiten van de school. Scholen
mogen niet afhankelijk zijn van de vrijwillige ouderbijdrage. Er zal
worden bekeken of en hoe ouders zelf meer verantwoordelijkheid kunnen
krijgen bij het vaststellen en besteden van de ouderbijdrage. Met
onderwijsorganisaties wordt overlegd over een gedragscode voor de
vrijwillige ouderbijdrage. Daarnaast wordt er over het verlengen van
het sponsorconvenant gesproken.
Dit staat in een reactie van minister Hermans en staatssecretaris
Adelmund op het advies van de Onderwijsraad 'Publiek en Privaat'. De
brief is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Het uitgangspunt van
het kabinet is dat de overheid verantwoordelijk is en blijft voor de
financiering van hoogwaardig en toegankelijk onderwijs. Het kabinet
heeft het belang van deze inzet onderstreept door fors extra te
investeren in het onderwijs.
Het advies van de Onderwijsraad maakt melding van een stijgende
bereidheid van ouders en het bedrijfsleven bij te dragen aan het
onderwijs. De bewindslieden vinden dat hiervoor onder voorwaarden
ruimte moet zijn. De besteding van de bijdrage moet ten goede komen
aan alle leerlingen van de school en niet alleen aan het kind waarvoor
de bijdrage is betaald. Dat betekent dat de ouderbijdrage ten goede
komt aan alle leerlingen.
Uit het NIPO-onderzoek blijkt dat de gemiddelde ouderbijdrage in het
primair onderwijs 90 gulden en in het voortgezet onderwijs op 190
gulden bedraagt. Uit het onderzoek van Regioplan blijkt dat ongeveer
13 procent van de scholen in het primair onderwijs wordt gesponsord.
Het gaat dan om een bedrag tussen de 1000 en 5000 gulden. In het
voortgezet onderwijs wordt zo'n 27 procent van de scholen gesponsord.
Hier gaat het dan om een bedrag dat ligt tussen de 5000 en 10.000
gulden. De bedragen en het percentage scholen is de laatste jaren
stabiel gebleven. De bewindslieden erkennen dat private betrokkenheid
bij het onderwijs dilemma's kan veroorzaken. Door de gedragscode en
het sponsorconvenant kan private betrokkenheid in het onderwijs de
ruimte krijgen en kunnen gelijktijdig negatieve effecten worden
tegegaan. Daarnaast is het van belang te kijken naar andere,
bovenschoolse vormen van betrokkenheid bij het onderwijs waarbij het
bedrijfsleven en andere organisaties een rol kunnen spelen. Voordeel
is dat het gevaar van tweedeling minder speelt. Aan de Onderwijsraad
wordt hierover advies gevraagd.
De Onderwijsraad stelt voor te bekijken of de inkomensafhankelijke
regelingen die scholen nu hanteren voor de ouderbijdrage kunnen worden
afgeschaft en de vergoeding voortaan via de belastingen of een
subsidiestelsel te regelen. Deze aanbeveling nemen de bewindslieden
niet over. Afschaffing van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage kan
de toegankelijkheid van scholen met een hoge ouderbijdrage in gevaar
brengen. Het is onbekend of fiscale instrumenten of andere
subsidieregelingen alle inkomensgroepen voldoende zullen bereiken en
compenseren.
Daarnaast zal een fiscale regeling leiden tot een situatie dat de
private bijdragen voor een deel publiek bekostigd worden. Dit is in
strijd met het uitgangspunt dat de bijdrage alleen een aanvulling is
bovenop de reguliere bekostiging.
Er wordt overlegd met het onderwijsveld over een verlenging van het
sponsorconvenant. Het uitvoeren van de voorgeschreven kernactiviteiten
mag niet afhankelijk zijn van sponsoring. Ook wordt het voor scholen
duidelijker wat wel of niet onder sponsoring valt. Uit het onderzoek
van Regioplan blijkt dat scholen de extra inkomsten uit sponsoring
besteden aan extraatjes. De tegenprestatie is in de meeste gevallen
het plaatsen van een advertentie in de schoolkrant of schoolgids.
Leraren en ouders vinden dat zij onvoldoende op de hoogte worden
gehouden van sponsoring op school.
Zie ook:
brief aan de Tweede Kamer
onderzoek Regioplan Sponsoring
22-11-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl