Gemeente Amsterdam


---
|
Minder mensen op straat. Meer mensen onder dak.

Minder mensen op straat. Meer mensen onder dak. 10 miljoen extra nodig voor broodnodige kwaliteit

Amsterdam investeert ook de komende jaren fors in de maatschappelijke opvang van dak- en thuislozen:

* De komende vier jaar wordt 5 miljoen gulden (¤ 2.268.901) geïnvesteerd in het wegwerken van achterstallig onderhoud van gebouwen.

* 5 miljoen gulden (¤ 2.268.901) wordt geïnvesteerd in allerlei knelpunten in de maatschappelijke opvang.

* Jaarlijks wordt structureel 4 miljoen gulden (¤ 1.815.120) geïnvesteerd in personeelsbeleid.

In opdracht van de wethouder Zorg, Bea Irik, zijn drie onderzoeken uitgevoerd naar de situatie van de huidige opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen. Daarnaast is er van de Stichting HVO-Querido een onderzoek naar de hulpvraag van bewoners van een sociaal pension. Het algemene beeld dat uit deze onderzoeken naar voren komt is dat er in Amsterdam steeds minder mensen op straat slapen. Steeds meer mensen worden ondergebracht in de (nacht)opvang. Om dit te bereiken heeft Amsterdam de laatste jaren fors geïnvesteerd in nieuwe plaatsen in de maatschappelijke opvang. In de afgelopen vier jaar zijn 276 extra plaatsen gerealiseerd. Op dit moment zijn er 1725 opvangplaatsen. Daar komen volgend jaar nog eens 164 plaatsen bij, te beginnen met 60 plaatsen in het passantenhotel De Aker in Osdorp. Ook zijn er doelgerichte projecten gestart om meer daklozen van straat te halen en opvang aan te bieden, zoals bijvoorbeeld het Supportproject.

Nieuwe problemen
Uit de onderzoeken komt echter ook duidelijk naar voren dat extra investeringen nodig zijn om de huisvesting en begeleiding van en zorg voor mensen in de instellingen voor dak- en thuislozen, op een aanvaardbaar niveau te krijgen.
De mensen die worden opgevangen zijn in toenemende mate ziek en hebben veel zorg en gerichte begeleiding nodig. De instellingen zijn hier op dit moment slecht op toegerust. Er is onvoldoende personeel om goede begeleiding te geven en de huisvesting van de opvangvoorzieningen is veelal onder de maat.

Daarom is het volgens wethouder Bea Irik broodnodig hierin fors te investeren. "De drie onderzoeken geven een overtuigende onderbouwing dat het noodzakelijk is om de achterstanden in de maatschappelijke opvang met voorrang aan te pakken", aldus de wethouder. "Ik heb de afgelopen tijd een groot aantal instellingen bezocht en ik ben zeer geschrokken van de staat van het onderhoud van veel panden waar dak- en thuislozen worden opgevangen. Daarom moet dit onderwerp de komende jaren hoog op de politieke agenda!"

10 miljoen gulden (¤ 4.537.802) extra nodig
Volgens berekeningen heeft de hoofdstad voor de noodzakelijke kwaliteitsslag in de dak- en thuislozenopvang structureel 10 miljoen gulden (¤ 4.537.802) per jaar extra nodig. De gemeente Amsterdam doet daarom een dringend beroep op het ministerie, de Tweede Kamer en zorgverzekeraars om hun verantwoordelijkheid te nemen.

Herbert Raat


---


1. Uitgeteld! Buitenslapers in Amsterdam 1995-2001. Tel/consumentenonderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Leon Deben & Peter Rensen.
Dit onderzoek wordt tweejaarlijks gehouden. Het richt zich op de daklozen in Amsterdam die de nacht op straat doorbrengen: de buitenslapers. Hoofddoel is het maken van een betrouwbare schatting van het aantal buitenslapers in delen van Amsterdam. De buitenslapers zijn geteld en bovendien kort ondervraagd. Hierdoor is er ook informatie beschikbaar over de aard van de groep. Belangrijk is te vermelden dat niet in alle stadsdelen is geteld.

De belangrijkste conclusies zijn:

* Het aantal personen dat de nacht op straat doorbrengt in Amsterdam neemt af:
Schattingen van het aantal buitenslapers in de winterperiode in 1997, 1999 en 2001 in het onderzoeksgebied van Amsterdam:

Periode:

1997

1999

2001

Per nacht:

71

42

33

Twee weken:

176

152

77

Drie weken:

203

140

97


* Het telonderzoek 2001 geeft aanwijzingen voor het bestaan van een harde kern buitenslapers die al lange tijd zwerft in Amsterdam en veel nachten op straat doorbrengt. De helft van de onderzochten zwerft langer dan vijf jaar.

* De gemiddelde leeftijd van de buitenslapers neemt vanaf 1997 toe van 37 naar 38/39 jaar. Het percentage vrouwen schommelt rond de 10%.

* Tweederde van de buitenslapers heeft een niet-Nederlandse achtergrond. Het aantal illegalen dat de nacht op straat doorbrengt is laag.

* Ongeveer de helft van de buitenslapers maakt geen gebruik van de voorzieningen voor dak- en thuislozenopvang. Tweederde van deze groep heeft geen uitkering, gaat niet naar de dokter en heeft geen ziektekostenverzekering.

* Het aantal respondenten met drugverslaving neemt toe.
^


2. Verblijf in de maatschappelijke opvang. Een studie naar de dynamiek van opnamen en kenmerken van bewoners in Amsterdamse Sociale Pensions en Internaten. GG&GD Amsterdam 2001. Marcel Buster en Igor van Laere. Onderzocht zijn 729 bewoners van sociale pensions en internaten. Dit zijn voorzieningen waar dak- en thuislozen langere tijd kunnen verblijven. Er is onder meer gekeken naar de medicijnen die zijn voorgeschreven.

De belangrijkste conclusies zijn:

* Per bewoner werden gemiddeld twee recepten per maand voor psychische/psychiatrische aandoeningen en 3,7 recepten per maand voor lichamelijke aandoeningen uitgeschreven.
* Voor de totale groep wordt het aantal recepten op 35.000 per jaar geschat.

* Van de totale groep kreeg:

+ 25% methadon.

+ 17% anti-psychotica.

+ 35% kalmerende middelen.

+ 19% anti-depressiva.

+ 4% HIV-medicatie.

+ 20% antibiotica of antischimmelmedicatie.
+ 14% longmedicatie.

* Het sterftecijfers in de voorzieningen ligt vier keer zo hoog als onder 'gewone' Amsterdammers.

* Van veroudering van de totale groep is geen sprake. Dit komt doordat er veel relatief jonge heroïnegebruikers zijn ingestroomd. Toch wordt verwacht dat de bewoners van de sociale pensions en internaten in de toekomst ouder worden als gevolg van ouder wordende heroïnegebruikers. In vergelijking met de huidige oudere dak- en thuislozen zal de zorglast voor de oudere bewoners in de toekomst waarschijnlijk op zowel psychiatrisch als lichamelijk gebied hoog zijn.

^


3. Dwalen tussen vraag en aanbod. Een onderzoek naar de hulpvraag van bewoners van een sociaal pension. HVO-Querido.
In dit onderzoek zijn 55 bewoners van een dak- en thuislozenvoorziening (sociaal pension) systematisch vergeleken met 55 bewoners van een GGZ-instelling voor Beschermd Wonen.

De belangrijkste conclusies zijn:

* In beide voorzieningen verblijven mensen met dezelfde psychiatrische problematiek.

* In de dak- en thuislozenvoorziening verblijven meer allochtonen en meer mensen met verslavingsproblematiek.

* De verzorgingsbehoefte van mensen in de dak- en thuislozenvoorziening ligt hoger en hun zelfredzaamheid is kleiner.

* De dak- en thuislozenvoorziening zou 60% meer budget moeten ontvangen om hetzelfde niveau aan zorg en begeleiding te kunnen bieden als de GGZ-voorziening.

^


4. Onderhoudsplanning en meerjarenbegroting. Negentien verblijfspanden zijn onderzocht op achterstallig onderhoud. Twee panden zijn in een slechte staat. Om alleen het achterstallig onderhoud dat voor rekening van de huurder komt aan te pakken is minstens 800.000 gulden
(¤ 363.024) per jaar nodig. Ook de verhuurder/eigenaar moet achterstallig onderhoud aanpakken.


---


-

© gemeente Amsterdam - 22-11-2001