LTO Nederland

LTO: omslag moet komen van markt en consument

'Nederland moet met dierenwelzijn in Europa in de pas gaan lopen'

Donderdag 22 november 2001 - Als de veehouderij en de agri-business partij willen blijven op de markt, moet ons land internationaal op het gebied van dierenwelzijn niet verder uit de pas gaan lopen. De overheid moet juist veel meer doen om dit onderwerp op de Europese agenda en die van de WTO (Wereldhandelsoverleg) te krijgen. Het is niet aanvaardbaar dat de Nederlandse overheid aanvullende eisen blijft stellen boven de in Europa geldende wetgeving.

Dit zegt LTO-Nederland in een brief aan minister Brinkhorst (LNV) naar aanleiding van diens Beleidsvoornemen 'Houden van dieren', dat vorige maand is gepresenteerd. De belangrijkste impuls om het leven van landbouwhuisdieren als varkens, kippen en runderen verder te verbeteren, zal volgens LTO-Nederland gegeven moeten worden door de consument en de (internationale) markt.

Nederland loopt in Europa met eisen op het gebied van dierenwelzijn in meerdere sectoren voorop. Zo is en wordt volop geïnvesteerd in groepshuisvesting voor kalveren en varkens en andere huisvesting voor leghennen. De vraag naar producten met toegevoegde waarde zal naar de overtuiging van LTO echter vooral uit de markt moeten komen. Zowel de overheid als het bedrijfsleven staan vooral op dit punt voor een enorme inspanning.

Wat het bedrijfsleven zelf betreft zullen in de visie van LTO alle ketenpartijen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en dit geldt nadrukkelijk ook voor maatschappelijke organisaties (consumenten, retail). Om een omslag in de samenleving en bij de consument te bewerkstelligen, is volgens LTO-Nederland veel meer nodig dan tot nu toe gebeurt. Zo kan het etiketteren van producten de consument helpen om keuzes te maken. In een sterrensysteem, waarover de minister spreekt, ziet LTO niet veel heil, mede omdat een groot deel van de consumenten van het Nederlands product zich buiten ons land bevindt.

De landbouworganisatie ziet overigens wel kansen om producten te vermarkten die op het gebied van dierenwelzijn een meerwaarde bieden, zoals bijvoorbeeld op de Engelse markt al gebeurt. Het vertrouwen dat de minister heeft in de consument deelt LTO niet. De organisatie waarschuwt voor te hoge verwachtingen; alternatieve houderijsystemen worden al lang financieel gestimuleerd, maar in de praktijk komt er weinig van terecht omdat de markt het niet oppikt.

De markt dient dan ook zeer gericht bewerkt te worden door de consument te informeren en kwaliteitsbewuster te maken (onder meer over wat hij eet en de consequenties daarvan) en de vraag te stimuleren. Als de consument niet meer wil betalen, wordt het probleem simpelweg verplaatst naar andere landen.

LTO is overigens positief over de benadering in de nota, omdat concurrentie op open Europese markten en het gedrag van de consument als vertrekpunten zijn gekozen. Die benadering staat volgens LTO haaks op mogelijke plannen om bepaalde houderijsystemen en productiemethoden in ons land te verbieden. Door dreigende verboden blijft onzekerheid bestaan voor ondernemers in bijvoorbeeld pluimvee- en konijnenhouderij, die wel volop investeren in de ontwikkeling van alternatieve huisvestingssystemen.

Bovendien zal de overheid actie moeten nemen om voorlopers meer te stimuleren en allerlei belemmeringen op te heffen, waar bedrijven tegenaan lopen als ze diervriendelijker willen produceren. Zo laten sommige welzijnsmaatregelen zich niet rijmen met milieuregels en soms ook niet met voedselveiligheid. Ook lopen ondernemers vaak vast door regels bij vergunningen en voor ruimtelijke ordening.

Van de overheid verwacht LTO ook een consequente opstelling: als producten niet aan de Nederlandse eisen voldoen, moeten deze van de markt worden geweerd. Etikettering en certificering van bedrijven en productieketens is in de visie van LTO de goede weg om garanties te bieden voor zowel voedselveiligheid en milieu, als de wijze waarop dieren worden gehouden. Als in internationaal verband - eventueel met een groep landen in West-Europa - regels worden doorgevoerd, moeten tegelijkertijd dezelfde eisen gesteld worden aan importen uit andere landen. Op die manier worden specifieke welzijnsmarkten gecreëerd voor meer welzijnsvriendelijke producten.

Nadere informatie: Afdeling Communicatie (tel. 070 3382721).

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO-Nederland)